Ontwerpresolutie - B7-0399/2010Ontwerpresolutie
B7-0399/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de natuurrampen in Midden-Europa

14.6.2010

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Giommaria Uggias, Ramona Nicole Mănescu namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0346/2010

Procedure : 2010/2713(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0399/2010
Ingediende teksten :
B7-0399/2010
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0399/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de natuurrampen in Midden-Europa

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 3 van het EU‑Verdrag en de artikelen 191 en 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005)0108) en het standpunt van het Parlement van 18 mei 2006,

–   onder verwijzing naar zijn resoluties van 5 september 2002 over overstromingen in Europa, van 8 september 2005 over natuurrampen (branden en overstromingen) in Europa, van 7 september 2006 over bosbranden en overstromingen, en zijn resoluties van 18 mei 2006 over natuurrampen (bosbranden, droogtes en overstromingen) – landbouwaspecten, regionale-ontwikkelingsaspecten en milieuaspecten,

–   gelet op het Witboek “Aanpassing aan de klimaatverandering: naar een Europees actiekader” (COM(2009)147) en de mededeling van de Commissie over een communautaire aanpak van de preventie van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (COM(2009)0082),

–   gezien de verklaring van de Commissie over de grote natuurramp die op 24 februari 2010 heeft plaatsgevonden in de autonome regio Madeira, en onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 maart 2010 over de grote natuurramp in the autonome regio Madeira en de gevolgen van de storm Xynthia in Europa,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat diverse lidstaten van de Europese Unie, met name Polen, de Republiek Tsjechië, Slowakije en Hongarije, alsmede Duitsland en Oostenrijk, zijn getroffen door een zware natuurramp in de vorm van overstromingen, die mensenlevens heeft gekost en duizenden mensen gedwongen te evacueren,

B.  overwegende dat deze natuurramp aanzienlijke schade heeft toegebracht, ook aan infrastructuur, bedrijven en landbouwgrond, en tevens elementen van het natuurlijke en culturele erfgoed heeft vernield, en waarschijnlijk risico’s heeft gecreëerd voor de volksgezondheid,

C. overwegende dat de door de natuurramp vernielde of beschadigde zones moeten worden heropgebouwd, teneinde de economische en sociale verliezen ongedaan te maken;

D. overwegende dat de frequentie, ernst, complexiteit en impact van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen in geheel Europa de afgelopen jaren snel zijn toegenomen,

1.  uit zijn empathie en zijn solidariteit met de door de natuurramp getroffen gebieden; beseft dat deze natuurramp ernstige economische gevolgen kan hebben en betuigt zijn medeleven aan de families van de slachtoffers;

2.  uit zijn erkentelijkheid voor de onverdroten inspanningen van de zoek- en reddingsteams, die levens hebben gered en de schade in de getroffen gebieden hebben kunnen beperken;

3.  waardeert de acties die zijn ondernomen door de lidstaten die de getroffen gebieden hulp hebben geboden, aangezien Europese solidariteit ook daardoor tot uiting komt, dat men elkaar in moeilijke tijden ondersteunt;

4.  vraagt de Commissie en de lidstaten om in het licht van het verhoogde overstromingsgevaar dat een gevolg is van de manier waarop grond, woningen en afvoersystemen beheerd worden, een evaluatie uit te voeren van het beleid inzake planning en duurzaam grondgebruik en beste methoden, en verzoekt hen de capaciteiten van de infrastructuur voor overstromingsbeheersing en drainage te vergroten, met als doel schade als gevolg van extreme neerslag te beperken;

5.  verzoekt de Commissie en alle relevante overheden om bij de vaststelling van begrotingen en reserves voor noodgevallen rekening te houden met klimaatverandering en een grotere kans op rampen;

6.  verzoekt de door de natuurramp getroffen lidstaten en regio’s bijzondere aandacht te besteden aan de tenuitvoerlegging van duurzame wederopbouwplannen, en de haalbaarheid te onderzoeken van investeringen op lange termijn in de beleidsmaatregelen van de lidstaten op het gebied van rampenpreventie en -bestrijding;

7.  verzoekt de Commissie en de lidstaten zo spoedig mogelijk bijstand te verlenen aan degenen die zijn getroffen door de economische en sociale gevolgen van de ramp;

8.  wijst er andermaal op dat een nieuwe verordening voor het Solidariteitsfonds, gegrondvest op Commissievoorstel (COM(2005)0108) onontbeerlijk is om de gevolgen van natuurrampen op een meer soepele en doeltreffende wijze aan te pakken; laakt het feit dat de Raad dit dossier blokkeert, ondanks dat het Parlement zijn standpunt in mei 2006 in eerste lezing met een overweldigende meerderheid heeft vastgesteld; dringt er bij het Belgische voorzitterschap en de Commissie op aan dat zij onverwijld een oplossing zoeken om het proces van herziening van deze verordening weer op gang te brengen teneinde een krachtiger en soepeler instrument in het leven te roepen waarmee doeltreffend kan worden gereageerd op de nieuwe uitdaging van de klimaatverandering;

9.  verzoekt de Commissie na de indiening van de respectieve plannen onmiddellijk de maatregelen te treffen die nodig zijn voor een zo snel, zo doeltreffend en zo flexibel mogelijke terbeschikkingstelling van de benodigde financiële middelen door het Solidariteitsfonds van de Europese Unie;

10. verzoekt de Commissie flexibel te zijn in de onderhandelingen met de bevoegde autoriteiten indien een herziening van de relevante operationele programma’s die momenteel worden uitgewerkt of ten uitvoer worden gelegd in de door de ramp getroffen gebieden noodzakelijk blijkt;

11. verzoekt de Commissie rekening te houden met de verschillen tussen de getroffen regio’s, die berggebieden, rivierzones, enz. omvatten, zodat de slachtoffers op de best mogelijke manier kunnen worden geholpen;

12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten van de getroffen gebieden.