ONTWERPRESOLUTIE over Oekraïne
18.10.2010
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Elmar Brok, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Michael Gahler, Ioannis Kasoulides, Lena Kolarska-Bobińska, Cristian Dan Preda, Krzysztof Lisek, Traian Ungureanu, Inese Vaidere namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0571/2010
B7‑0578/2010
Resolutie van het Europees Parlement over Oekraïne
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Oekraïne,
– gezien het verslag van het Comité van Toezicht van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa, dat op 9 september 2010 is goedgekeurd,
– onder verwijzing naar resolutie 1755 van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa over de werking van de democratische instellingen in Oekraïne, die op 5 oktober 2010 is goedgekeurd,
– gezien de verklaring en de aanbevelingen van de veertiende bijeenkomst van het parlementair samenwerkingscomité EU-Oekraïne, die op 22 en 23 maart 2010 in Brussel werd gehouden,
– gezien de conclusies van de Europese Raad over Oekraïne van 16 september 2010,
– gezien de gezamenlijke verklaring over het oostelijk partnerschap, dat op 7 mei 2009 in Praag gelanceerd werd,
– gezien de gezamenlijke verklaring die is aangenomen op de top EU-Oekraïne in Kiev op 4 december 2009,
– gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne, die op 1 maart 1998 in werking is getreden, en de lopende onderhandelingen over een associatieovereenkomst, die in de plaats moet komen van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst,
– gezien het nationaal indicatief programma 2011-2013 voor Oekraïne,
– gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Oekraïne voor de EU een buurland van strategisch belang is; overwegende dat Oekraïne door zijn grootte, hulpbronnen, bevolking en geografische ligging een onderscheidende positie in Europa inneemt en een bepalende regionale speler is,
B. overwegende dat het grondwettelijk hof van Oekraïne op 1 oktober 2010 het constitutioneel amendement van 8 december 2004 heeft herroepen; overwegende dat de secretaris van de commissie-Venetië van de Raad van Europa heeft verklaard dat het constitutioneel hof van Oekraïne met het annuleren van de politieke hervormingen van 2004 zijn boekje te buiten is gegaan, en verder overwegende dat het constitutioneel hof van Oekraïne zijn uitspraak heeft gedaan onmiddellijk na de installatie van vier nieuwe constitutionele rechters door het parlement van Oekraïne op 21 september, slechts enkele dagen nadat hun voorgangers, die door de voormalige president Viktor Joesjenko waren benoemd, onder twijfelachtige omstandigheden de laan uit waren gestuurd,
C. overwegende dat de nieuwgekozen president van Oekraïne, Viktor Janoekovitsj, en het parlement van Oekraïne (de Verkhovna Rada) de wil van de Oekraïne om tot de EU toe te treden, hebben bevestigd,
D. overwegende dat de oppositie in de aanloop naar de lokale verkiezingen op 31 oktober 2010 de voet flink wordt dwarsgezet, hoewel de autoriteiten hadden toegezegd dat er sprake zou zijn van gelijke behandeling,
E. overwegende dat de OVSE-vertegenwoordiger voor mediavrijheid op 13 oktober 2010 heeft verklaard dat Oekraïne een grote mate van mediavrijheid heeft bereikt maar dat het land op korte termijn maatregelen moet nemen om deze vrijheid te waarborgen, en de regering heeft opgeroepen af te zien van pogingen om media-inhoud te beïnvloeden of te censureren, overeenkomstig de internationale normen inzake mediavrijheid en de beloften betreffende mediavrijheid in het kader van de OVSE,
F. overwegende dat de regering van Oekraïne een aantal controversiële besluiten heeft genomen, zoals de benoeming van een belangrijke mediamagnaat tot hoofd van de staatsveiligheidsdiensten en tot lid van de Hoge Raad, hetgeen ertoe heeft bijgedragen dat de politiek in het land nog altijd sterk gepolariseerd is; overwegende dat dit wordt onderstreept door beschuldigingen betreffende pogingen van de nieuwe regering om de democratische vrijheden in te perken; overwegende dat het aanpakken van het gepolariseerde politieke klimaat één van de grootste uitdagingen is voor de autoriteiten, alsook voor alle andere politieke krachten in Oekraïne,
G. overwegende dat de huidige activiteiten van de staatsveiligheidsdiensten in Oekraïne met een grote mate van achterdocht worden bekeken, zeker gezien de geschiedenis van het land,
1. maakt zich zorgen over het feit dat het aantal gevallen van intimidatie, alsook de ondemocratische en autoritaire tendensen in Oekraïne, toenemen;
2. neemt nota van de bezorgdheid om de machtsconcentratie door de nieuwe Oekraïense autoriteiten, en is van oordeel dat consolidatie van macht door een nieuwe regering - wanneer deze wordt bereikt in overeenstemming met democratische beginselen - begrijpelijk is en in veel gevallen zelfs ook wenselijk, maar geeft aan dat zo'n consolidatie niet tot concentratie van macht in de handen van één politieke kracht mag leiden, aangezien dat de democratische ontwikkeling van het land zou ondermijnen;
3. maakt zich zorgen om het steeds groter wordende aantal geloofwaardige meldingen van ongepaste inmenging van de Oekraïense veiligheidsdiensten in de binnenlandse politiek, waaronder het uitoefenen van druk op journalisten, en op medewerkers van partijen en organisaties van het maatschappelijk middenveld, en hun verwanten; acht zulke activiteiten in een democratische samenleving onaanvaardbaar en dringt er dan ook bij de autoriteiten op aan de veiligheidsdiensten en hun taken te hervormen in overeenstemming met de Europese normen;
4. beklemtoont dat samenwerking met de European Commission for Democracy through Law (commissie-Venetië) van cruciaal belang is om ervoor te zorgen dat de wetgevingshervormingen die op dit moment worden ontwikkeld volledig in overeenstemming zijn met de Europese normen en waarden; verzoekt de Oekraïense autoriteiten de commissie-Venetië om advies te vragen met betrekking tot de definitieve versies van de wetsontwerpen;
5. onderstreept dat het de versoepeling van het EU-Oekraïne-visumregime steunt en dat de EU inderdaad naar een alomvattend vrijhandelsakkoord met Oekraïne streeft, maar dat wel eerst aan de voorwaarden voor overeenkomsten op die gebieden moet worden voldaan;
6. onderstreept de noodzaak van versterking van de geloofwaardigheid en stabiliteit, onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de instellingen in Oekraïne door middel van waarborgen voor democratie en de rechtstaat, en door bevordering van een concensueel constitutioneel hervormingsproces gericht op het verder uitbouwen van de grondwettelijke grondslag, gebaseerd op een duidelijke scheiding der machten en een systeem voor het handhaven daarvan, met inachtneming van de relevante aanbevelingen van de commissie-Venetië;
7. maakt zich zorgen om de tendens van concentratie van macht door één van de politieke krachten in Oekraïne, aangezien deze de democratische ontwikkeling van het land ondermijnt;
8. dringt aan op een alomvattende en consistente hervorming van het justitieel apparaat die de onafhankelijkheid van de justitiële autoriteiten van uitvoerende autoriteiten waarborgt en deze immuun maakt voor corruptie en die, in combinatie met onafhankelijke media, de monopolisering van macht door politieke krachten in Oekraïne verhindert;
9. onderstreept de noodzaak van waarborging van de doeltreffendheid van het verkiezingssysteem en -klimaat, zodat presidents- en parlementsverkiezingen kunnen blijven plaatsvinden in overeenstemming met internationale normen voor democratische verkiezingen en de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR;
10. maakt zich zorgen over de beschuldigingen van verkiezingsfraude, die duiden op een gebrek aan vertrouwen bij de betrokken partijen dat de aanstaande verkiezingen eerlijk zullen verlopen; is van oordeel dat vertrouwen in het eerlijke verloop van de verkiezingen van essentieel belang is voor hun democratische karakter, en roept de autoriteiten op te zorgen voor een evenwichtige samenstelling van de verkiezingsadministraties op alle niveaus, met inbegrip van de hoogste posities; beveelt de autoriteiten aan aanvullende maatregelen te nemen voor het vergroten van het vertrouwen van passieve en actieve kiezers, zoals de toelating tot de verkiezingen van gevestigde politieke bewegingen onder hun eigen naam, en te zorgen voor een duidelijk onderscheid tussen de kandidatenlijsten;
11. maakt zich zorgen over het toenemende aantal beschuldigingen en geloofwaardige meldingen van schendingen van democratische vrijheden en rechten, zoals de vrijheid van vergadering, de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid, gedurende de voorbije maanden; is van oordeel dat de inmenging van overheidsorganen, zoals politie- en veiligheidsdiensten, in het werk van journalisten en mediaorganisaties onverenigbaar is met een democratische samenleving; dringt er bij de autoriteiten op aan alle meldingen van inbreuken op rechten en vrijheden diepgaand te onderzoeken en overtredingen aan te pakken;
12. dringt er daarnaast bij de autoriteiten op aan ervoor te zorgen dat rechtszaken niet resulteren in de selectieve intrekking van uitzendfrequenties en alle besluiten of benoemingen die tot belangenverstrengelingen zouden kunnen leiden, met name op het niveau van politie en justitie, opnieuw tegen het licht te houden; maakt zich in dit verband zorgen over recente ontwikkelingen die mediavrijheid en pluralisme, twee hoekstenen van de democratie, zouden kunnen ondermijnen; verzoekt de autoriteiten met klem al het nodige te doen om mediavrijheid en pluralisme in Oekraïne te verdedigen en af te zien van pogingen om direct of indirect invloed uit te oefenen op de inhoud van de berichtgeving in de nationale media;
13. maakt zich zorgen over de gevallen van geweld tegen en intimidatie van journalisten, en de verdwijning van verslaggever Vasyl Klymentiev van Novy Styl op 11 augustus 2010; verzoekt de autoriteiten met klem al het nodige te doen om mediavrijheid en pluralisme in Oekraïne te verdedigen en af te zien van pogingen om direct of indirect invloed uit te oefenen op de inhoud van de berichtgeving in de nationale media, en alles te doen wat zij kunnen om licht te werpen op de zaak-Vasyl Klementiev; verzoekt de regering van Oekraïne de wetgeving inzake mediavrijheid aan te passen aan de OVSE-normen;
14. wijst op het feit dat een aantal ngo's uit Oekraïne heeft geklaagd over het gewelddadig ontbinden van demonstraties waaraan zij hebben deelgenomen en over de intimidatie van activisten door de politie en andere wetshandhavingsdiensten;
15. onderstreept het belang van het benutten van de mogelijkheden die het oostelijk partnerschap biedt voor het versterken van de betrekkingen van Oekraïne met de EU en de andere landen van het oostelijk partnerschap;
16. verzoekt de Raad en de Commissie met klem hun bezorgdheid uit te spreken over de rechtstaat en de gelijkheid van kansen voor de oppositie in Oekraïne;
17. benadrukt dat tijdens de aanstaande top EU-Oekraïne op 22 november 2010 ook onderwerpen als gemeenschappelijke waarden, democratie en mensenrechten, goed bestuur en de bestrijding van corruptie hoog op de agenda zouden moeten staan (juiste naam van versterkte associatieovereenkomst);
18. verzoekt de top een aantal kortetermijnprioriteiten in kaart te brengen die, op basis van conditionaliteit, op de middellange termijn iets opleveren, en een monitoringmechanisme te ontwikkelen voor het uitoefenen van toezicht op de implementatie van de agenda en op de stand van zaken in de onderhandelingen over de associatieovereenkomst;
19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regering en het parlement van Oekraïne en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de OVSE.