Ontwerpresolutie - B7-0580/2010Ontwerpresolutie
B7-0580/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in de Republiek Moldavië

18.10.2010

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Tatjana Ždanoka, Werner Schulz namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0572/2010

Procedure : 2010/2915(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0580/2010
Ingediende teksten :
B7-0580/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0580/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Republiek Moldavië

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de Republiek Moldavië en de regio Transnistrië, in het bijzonder die van 26 oktober 2006, 12 juli 2007 en 5 mei 2009,

–   gezien de slotverklaring en de aanbevelingen die de Parlementaire Samenwerkingscommissie EU-Moldavië op 17 februari 2010 heeft goedgekeurd,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van de Samenwerkingsraad EU-Moldavië van 21 december 2009,

–   gelet op de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Moldavië en de Europese Gemeenschappen, die in 1998 in werking is getreden,

–   gelet op het besluit van de Raad van 27 september 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de Republiek Moldavië sinds 2004 deel uitmaakt van het Europees nabuurschapsbeleid, en dat haar streven naar nauwere en intensievere betrekkingen met de EU reëler gestalte heeft gekregen door de lancering van het Oostelijk Partnerschap in 2009; overwegende dat inzet voor democratische waarden, eerbiediging van de mensenrechten, goed bestuur en stabiliteit essentiële elementen van dit partnerschap vormen,

B.  overwegende dat de associatieovereenkomst waarover momenteel door de EU en de Republiek Moldavië wordt onderhandeld naar verwachting zal leiden tot een duidelijke versteviging van hun gemeenschappelijk institutioneel kader, tot een verdere verdieping van de betrekkingen op alle gebieden, en tot een versterking van de politieke samenwerking en de economische integratie, die gepaard gaan met wederkerige rechten en verplichtingen,

C. overwegende dat de Commissie in haar voortgangsverslag over het Europees nabuurschapsbeleid van mei 2010 haar waardering heeft uitgesproken voor de vooruitgang die Moldavië heeft geboekt op de meeste terreinen die door het in februari 2005 aangenomen actieplan worden bestreken,

D. overwegende dat het Moldavische parlement op 10 september 2010 het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof heeft geratificeerd,

E.  overwegende dat Moldavië sinds 1 januari 2008 in aanmerking komt voor de visumfaciliteringsregeling; voorts overwegende dat in juni 2010 een visumdialoog op gang is gebracht ter bespreking van de voorafgaande voorwaarden waaraan Moldavische burgers moeten voldoen om voor visumvrij reizen naar de EU in aanmerking te komen;

F.  overwegende dat de onderhandelingen over de status van Transnistrië in het kader van het zogenoemde “5+2 formaat”, waaraan wordt deelgenomen door Moldavië, het Transnistrische deel van Moldavië, Rusland, Oekraïne en de OVSE, en waarbij de EU en de VS als waarnemers zijn betrokken, tot dusver nog geen concrete resultaten hebben opgeleverd; overwegende dat het sturen van een missie van de EU voor bijstandverlening inzake grensbeheer naar Moldavië en Oekraïne een concrete bijdrage levert aan de oplossing van het conflict over Transnistrië;

G. overwegende dat Moldavië sinds april 2009 in een politieke impasse is beland; overwegende dat het op 5 september 2010 gehouden referendum over de hervorming van de grondwet, dat ertoe strekte rechtstreekse presidentsverkiezingen te introduceren, is mislukt, ondanks het feit dat het vereiste deelnemerspercentage tot een derde van het aantal kiezers was verlaagd; overwegende dat er voor 28 november 2010 nieuwe vervroegde parlementsverkiezingen gepland zijn;

1.  spreekt zijn bezorgdheid uit over het onvermogen van de politieke krachten in Moldavië om een akkoord te bereiken over een constitutionele hervorming die het land in staat stelt de heersende politieke impasse te doorbreken;

2.  betreurt in dit verband de mislukking van het referendum van 5 september en onderstreept de noodzaak om een echte dialoog op gang te brengen tussen alle componenten van het Moldavische politieke landschap met het oog op de vaststelling van een pakket van gemeenschappelijke constitutionele hervormingen dat gericht is op het creëren van stabiliteit, een beter bestuur en intensivering van het proces van integratie in Europa;

3.  is wat dit betreft ingenomen met de vooruitgang die de Republiek Moldavië vorig jaar heeft geboekt en spreekt de hoop uit dat het verkiezingsproces de democratische instellingen en de eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten in Moldavië verder zal kunnen consolideren; onderstreept dat het in weerwil van de uiteenlopende verkiezingsplatforms van het allergrootste belang is dat er een partijoverschrijdende consensus kan worden gevonden omtrent de samenwerking van Moldavië met en zijn integratie in Europa als langetermijndoelstelling;

4.  wijst erop dat de politieke crisis van 2009 een rem heeft gezet op de aanneming van een adequaat responsprogramma om de mondiale financiële crisis, die het land zwaar heeft getroffen, te lijf te gaan; spreekt de hoop uit dat de macrofinanciële bijstand die de EU over een periode van twee jaar heeft verleend en het leningenprogramma van het IMF het vertrouwen zullen ondersteunen en de budgettaire en economische situatie zullen helpen stabiliseren; verwacht dat de toekomstige regering de voorwaarden zal creëren voor een duurzame ontwikkeling van het land en investeringen zal faciliteren, met name via overmakingen van de zijde van Moldavische emigranten;

5.  spreekt de verwachting uit dat de visumdialoog met de EU zal worden gevolgd door een routekaart, zodat de Moldavische autoriteiten met technische ondersteuning van de EU duidelijke stappen kunnen ondernemen op weg naar een visumvrijstellingsregeling;

6.  merkt op dat Moldavië bij de bestrijding van corruptie wel degelijk vooruitgang heeft geboekt, zoals ook is aangetoond door Transparency International en andere organisaties; wijst in dit verband met nadruk op de betekenis van het in oktober 2009 gelanceerde actieplan voor justitiële hervorming en dringt aan op verdere inspanningen om corruptie en georganiseerde misdaad te bestrijden;

7.  is ingenomen met het informele overleg dat sinds juni 2009 volgens de "5+2"-formule plaatsvindt met het oog op het vinden van een oplossing voor het geschil over Transnistrië; spreekt zijn vertrouwen uit dat de 5+2-formule het geschikte formaat is om een stabiele oplossing voor het conflict over Transnistrië te vinden en dringt er bij de partijen op aan zo spoedig mogelijk volgens hetzelfde stramien formele onderhandelingen te beginnen; dringt er bij de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken op aan alles in het werk stellen om Europa nauwer te betrekken bij het vinden van een oplossing;

8.  wijst erop dat het vinden van een oplossing voor de kwestie-Transnistrië essentieel is voor de bevordering van de politieke stabiliteit en de welvaart in de Republiek Moldavië en in de gehele regio; betuigt opnieuw zijn steun voor de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië; is ingenomen met de recente verklaringen van de Russische president Medvedev en de Oekraïense president Janoekovitsj, en verwacht een constructievere houding van de Russische autoriteiten met het oog op het bereiken van een alomvattende regeling die in overeenstemming is met het internationale recht;

9.  onderstreept dat de bevolking meer vertrouwen moet krijgen in de staatsinstellingen en justitiële autoriteiten, vooral sinds er een aantal politieofficieren betrokken blijken te zijn geweest bij de gewelddadige interventies tijdens de manifestaties in april 2009, en verwacht dat degenen die voor deze gewelddaden verantwoordelijk waren zullen worden berecht;

10. neemt kennis van het besluit van de regering van de Republiek Moldavië om op 28 november 2010 vervroegde parlementsverkiezingen te houden en verwacht dat het nodige zal worden gedaan om de uitoefening van het stemrecht door in het buitenland woonachtige Moldavische burgers te faciliteren; verzoekt de feitelijke autoriteiten van de afgescheiden regio Transnistrië om Moldavische burgers niet te beletten aan het verkiezingsproces deel te nemen;

11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de regering en het parlement van Moldavië.