Ontwerpresolutie - B7-0581/2010Ontwerpresolutie
B7-0581/2010

ONTWERPRESOLUTIE over implemented reforms and developments in the Republic of Moldova

18.10.2010

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Adrian Severin namens de S&D-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0572/2010

Procedure : 2010/2915(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0581/2010
Ingediende teksten :
B7-0581/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0581/2010

Resolutie van het Europees Parlement over uitgevoerde hervormingen en ontwikkelingen in de Republiek Moldavië

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de Republiek Moldavië, met name die van 30 april 2009 over de situatie in de Republiek Moldavië na de parlementsverkiezingen van 5 april 2009,

–   gezien de slotverklaring en de aanbevelingen die het Parlementaire Samenwerkingscomité EU-Moldavië op 16 en 17 februari 2010 heeft goedgekeurd,

–   gezien de lopende onderhandelingen over de nieuwe associatieovereenkomst tussen de EU en and de Republiek Moldavië, die op 12 januari 2010 van start gingen en die moeten leiden tot vervanging van de huidige associatieovereenkomst die op 28 november 1994 werd ondertekend en op 1 juli 1998 in werking trad,

–   gezien de aanneming door het Europees Parlement van het besluit tot goedkeuring van macrofinanciële bijstand aan Moldavië ten belope van 90 miljoen EUR,

–   gelet op de verklaringen van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 17 mei 2010 over Moldavië/Transnistrië, van 27 September 2010 over de beperkende maatregelen tegen het leiderschap in de regio Transnistrië, en van 14 oktober 2010 over de ratificatie van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof door de Republiek Moldavië,

–   gelet op het ENB-actieplan EU-Moldavië dat op 22 februari 2005 door de Samenwerkingsraad EU-Moldavië werd goedgekeurd, en de tussentijdse evaluatie van de uitvoering van het actieplan in november 2006,

–   gezien de van 7 mei 2009 daterende gezamenlijke verklaring van de top van het oostelijk partnerschap in Praag,

–   gezien het feit dat de Republiek Moldavië de rechtsmacht van het Internationale Strafhof heeft erkend, door ondertekening van het oprichtingsstatuut van Rome, welke erkenning per 1 januari 2011 ingaat,

–   gezien de verklaring over de voorlopige bevindingen en conclusies van de internationale waarnemingsmissie bij de vervroegde parlementsverkiezingen van 29 juli 2009 in de Republiek Moldavië,

–   gezien het missierapport van 13-15 september 2010 ter beoordeling van de behoeften van het Bureau voor de democratische instellingen en mensenrechten (ODIHR) van de OVSE met het oog op de vervroegde parlementsverkiezingen in Moldavië in 2010,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat het Europese nabuurschapsbeleid oog heeft voor de Europese aspiraties van de Republiek Moldavië en het belang van de nauwe historische, culturele en economische banden van dat land met de lidstaten van de Europese Unie,

B.  overwegende dat het actieplan EU-Moldavië tot doel heeft politieke en institutionele hervormingen in de Republiek Moldavië aan te moedigen, onder meer op het gebied van de democratie en de mensenrechten, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de vrijheid van de media, alsook goede nabuurschaprelaties,

C. overwegende dat de Republiek Moldavië lid is van de Raad van Europa en van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en zich daarmee heeft verplicht tot werkelijke bevordering van democratie en eerbiediging van de mensenrechten,

D. overwegende dat de regering van de Republiek Moldavië zich nogmaals bereid heeft verklaard om met alle partners te blijven ijveren voor een werkbare en blijvende oplossing voor de kwestie-Transnistrië, mede met hulp van de EU,

E.  overwegende dat na de parlementsverkiezingen die op 29 juli in de Republiek Moldavië plaatsvonden, alle pogingen om een nieuwe President te kiezen zijn mislukt, ondanks het op 5 september 2010 gehouden referendum over grondwetsherziening, waarvoor de opkomst te laag was om de 33% te halen die voor geldigheid van het referendum was vereist,

F.  overwegende dat de vervroegde parlementsverkiezingen die voor 28 november 2010 zijn gepland, het gevolg zijn van de langdurige politieke crisis die is ontstaan nadat twee parlementen er niet in geslaagd zijn een nieuw staatshoofd te kiezen,

G. overwegende dat het wetgevingskader voor het houden van verkiezingen sinds de laatste parlementsverkiezingen een aantal wijzigingen heeft ondergaan, waarbij in veel gevallen eerdere aanbevelingen van OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië van de Raad van Europa werden overgenomen,

H. overwegende dat de Centrale Kiescommissie maatregelen blijft nemen om de kwaliteit van de kieslijsten te verbeteren en het afgeven van meerdere stemmen te verhinderen: dit is in recente verkiezingen steeds een strijdpunt gebleven, en het wantrouwen over de kwaliteit ervan blijft bestaan,

I.   overwegende dat anders dan bij eerdere verkiezingen, het mediaklimaat is verbeterd en naar algemene indruk het publiek in de Republiek Moldavië een verscheidenheid van meningen en informatie biedt, ook de openbare nieuwszender die in het verleden werd gewraakt wegens zijn partijdige verslaggeving,

1.  is verheugd over de ondertekening, in september 2010 , van het protocol inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan programma’s van de EU die het nodig, beduidend en van prioritair belang acht voor realisering van de doelen die voor de verdere Europese integratie zijn gesteld; beschouwt dit als goede blijk van de dynamische betrekkingen tussen de Republiek Moldavië en de Europese Unie, die zich het afgelopen jaar in een ongekend tempo hebben ontwikkeld;

2.  verwelkomt het officiële besluit, genomen in de VIIIe vergadering van de ministerraad van de Energiegemeenschap over Zuid-Oost-Europa, die op 24 september 2010 werd gehouden in Skopje, waarbij het voorzitterschap van de Energiegemeenschap aan de Republiek Moldavië werd toevertrouwd; stelt zich achter de prioriteiten van de Republiek Moldavië, namelijk het uitwerken van algemene kaders voor stimulering van investeringen in modernisering en uitbouw van een energie-infrastructuur, waarmaken van energie-efficiëntie en ontwikkeling van onderzoek op oliegebied;

3.  waardeert de moeite die de Republiek Moldavië en Roemenië zich geven om na de komende verkiezingen in Moldavië de grensovereenkomst te sluiten en te ondertekenen; vraagt de regeringen van de Oekraïne en de Republiek Moldavië de zaak tot een oplossing te brengen en uitvoering te geven aan de in 1998 tussen beide landen gesloten overeenkomst over de staatsgrenzen;

4.  verwelkomt de verlening van macrofinanciële bijstand in de vorm van een gift ten belope van ten hoogste 90 miljoen EUR aan de Republiek Moldavië om de economische stabilisatie te ondersteunen en in het kader van het lopende IMF-programma vastgestelde budgettaire en betalingsbalansbehoefte te lenigen; onderstreept dat de Republiek Moldavië haar inspanningen moet opvoeren om daadwerkelijk uitvoering te geven aan structurele hervormingen, onder meer waar het gaat om rechtsstatelijkheid, bestrijding van corruptie, en het zaken- en investeringsklimaat;

5.  staat achter het initiatief van de ´Vrienden van Moldavië´, waartoe ministers van buitenlandse zaken van verschillende lidstaten en de EU-commissaris Uitbreiding en Nabuurschapsbeleid Stefan Füle behoren, die namens de EU de Republiek Moldavië hun steun en solidariteit willen betuigen en duidelijk blijk willen geven van hun vaste voornemen het land te helpen de enorme opgaven waar het zich voor gesteld ziet, te overmeesteren; gelooft dat dit initiatief de Republiek Moldavië werkelijk zal helpen interne hervormingen door te voeren en het land dichter bij de Europese Unie te brengen;

6.  onderstreept de noodzaak van grotere inzet van de zijde van de EU voor de regeling van het geschil over Transnistrië, mede door voortzetting van de steun voor EUBAM en door vertrouwenscheppende maatregelen, onder volledige eerbiediging van de territoriale integriteit en soevereiniteit van de Republiek Moldavië, wat van vitaal belang is voor een grotere stabiliteit in het land;

7.  merkt op dat Litouwen het voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in 2011 zal overnemen; spoort Litouwen aan de kwestie Transnistrië bovenaan op de prioriteitenagenda te plaatsen en de initiatieven voor de regeling van deze kwestie te blijven steunen volgens beginselen van redelijkheid en transparantie;

8.  steunt de aspiraties en vaste wil waarmee de Republiek Moldavië vasthoudt aan het bereiken van de doelen van de associatie en economische integratie met de EU; herhaalt zijn wens naar verdere concrete maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de hervormingen in de Republiek Moldavië kunnen worden doorgezet, met bijzondere aandacht voor onderhandelingen over de toekomstige Associatieovereenkomst, voortgang naar economische integratie en visumdialoog;

9.  acht het spijtig dat door de interne politieke instabiliteit in de Republiek of Moldavië de regerende coalitie niet de tijd werd gegund om haar pro-Europese beleidskeuzes waar te maken die voor de noodzakelijke vooruitgang in het land nodig waren geweest; spoort alle partijen aan zich te verenigen en samen te werken aan de totstandbrenging van interne politieke stabiliteit; is van mening dat de aanstaande verkiezingen de gelegenheid zullen bieden tussen een pro-Europese visie of een progressieve optimistische toekomst voor het land;

10. spoort alle deelnemers aan het politieke krachtenspel aan onnodige confrontaties te vermijden en zich te concentreren op ontwikkeling van een brede visie voor de Republiek Moldavië met steun van linker en rechter zijde van het politieke spectrum en de etno-culturele gemeenschap, om het land tot realisering van zijn Europese doelstellingen te brengen;

11. betreurt dat bij de vervroegde parlementsverkiezingen van 29 juli 2009 weliswaar aan veel van de OVSE-afspraken was voldaan, maar aan het campagneklimaat niettemin afbreuk werd gedaan door subtiele drukuitoefening, intimidatie, misbruik van administratieve middelen en partijdige media-aandacht; hoopt dat dergelijke gedragingen bij de aanstaande verkiezingen op 28 november 2010 achterwege zullen blijven, zodat men zeker kan zijn van een democratisch gekozen regering die voor stabiliteit in het land kan zorgen;

12. stelt vast dat er sinds de parlementsverkiezingen van juli 2009 verbetering is gebracht in de klachtenbehandelings- en beroepsprocedures rond de verkiezingen, op basis van de aanbevelingen van OVSE/ODIHR en de Venetië-commissie, en dat de beperkingen op het stemrecht van gevangenen verder zijn verscherpt, naar aanleiding van eerdere aanbevelingen;

13. wijst op de aloude kwestie van de kiezerslijsten en verneemt met spijt dat verkiezingsdeelnemers en binnenlandse waarnemers beweren dat onvolledige gegevens van kiezers, fouten, en identiteitsgegevens van overleden personen in combinatie met gebruik van aanvullende lijsten, bij eerdere verkiezingen ruimte hebben gelaten voor verkiezingsfraude; verneemt dat sinds 2008 gewerkt wordt aan een centraal elektronisch kiezersregister, en vraagt de Centrale Kiescommissie dan ook om erop toe te zien dat dergelijke praktijken bij de komende verkiezingen achterwege blijven;

14. gelooft dat het er bij de verkiezingen van 28 november om zal spannen, met duidelijke alternatieven voor de kiezers, en vraagt alle deelnemers met klem te zorgen voor een kalm en democratisch proces; doet een beroep op de overheidsfunctionarissen die het verkiezingsproces begeleiden, om onpartijdig op te treden om het vertrouwen van alle deelnemers de winnen;

15. is ingenomen met het feit dat sommige partijen hebben aangekondigd dat zij interne quota willen hanteren om de plaatsing van vrouwen op hun kandidatenlijst te stimuleren om zo voor agendeerevenwicht te zorgen; doet een beroep op alle partijen om een formele methode te hanteren om te zorgen dat er ook vertegenwoordigers van nationale minderheden op hun kandidatenlijst komen;

16. constateert dat de pluriformiteit onder de media in the Republiek Moldavië is verbeterd, dat de persvrijheid is toegenomen en dat allerlei mediakanalen, waaronder ook de openbare omroep, het publiek voorzien van een pluriform aanbod van meningen en informatie; vraagt alle omroepen om zich te houden aan de Omroepcode die hen verplicht om de rivaliserende verkiezingsrivalen gelijke voorwaarden te bieden en te zorgen voor eerlijke en onpartijdige berichtgeving;

17. merkt op dat de verantwoordelijkheid voor de behandeling van klachten in verband met de omroepmedia van de Centrale Kiescommissie is overgegaan naar de Coördinerende Raad voor Audiovisuele Zaken van Moldavië (CCA) en betreurt het dat vertegenwoordigers van alle kanten van het politieke spectrum nog steeds twijfelen aan effectiviteit en de neutraliteit van dat orgaan; vraagt de CCA om eventuele klachten die overeenkomstig de Omroepcode worden ingediend, onpartijdig en efficiënt af te handelen;

18 verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de Raad van Europa, de OVSE, de interim-regering van de Republiek Moldavië, en de regeringen van de lidstaten.