ONTWERPRESOLUTIE over de gezamenlijke strategie Afrika-EU vóór de derde topontmoeting Afrika-EU
8.12.2010
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Judith Sargentini namens de Verts/ALEFractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0693/2010
B7‑0693/2010
Resolutie van het Europees Parlement over de gezamenlijke strategie Afrika-EU vóór de derde topontmoeting Afrika-EU
Het Europees Parlement,
– gezien de gezamenlijke strategie Afrika-EU ("gezamenlijke strategie") en het eerste actieplan (2008-2010) voor de tenuitvoerlegging van het strategisch partnerschap Afrika-EU, aangenomen tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders van Afrika en de EU in Lissabon op 8 en 9 december 2007,
– gezien de conclusies van de op 29 en 30 november 2010 in Tripoli gehouden derde topontmoeting Afrika-EU,
– gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de verklaarde ambities van de gezamenlijke strategie Afrika-EU enkel kunnen worden gerealiseerd indien cruciale kwesties die aan de basis van de ontwikkeling van Afrika liggen adequaat worden aangepakt,
B. overwegende dat in het kader van de gezamenlijke strategie Afrika-EU geen lessen getrokken zijn uit de afgelopen decennia van samenwerking tussen de twee continenten, die voornamelijk gericht was op de Europese economische belangen, zoals het handelsstrategiedocument van de EU met als titel "Europa als wereldspeler: wereldwijd concurreren" aantoont,
C. overwegende dat de handelsstrategie van de EU erop gericht is te voorzien in toegang voor de EU tot de grondstoffen van de ontwikkelingslanden, met inbegrip van landbouwproducten, door de markt van ontwikkelingslanden open te stellen voor grote Europese bedrijven, ten koste van de ontwikkelingslanden,
D. overwegende dat de toegang tot de EU-markt voor ontwikkelingslanden in de praktijk beperkt blijft tot de uitvoer van grondstoffen, die minder worden belast dan verwerkte goederen, en overwegende dat dit beleid ervoor zorgt dat de ontwikkelingslanden vast blijven zitten in de rol van permanente leverancier van grondstoffen aan de Europese industrie,
E. overwegende dat ongeoorloofde kapitaalvlucht en belastingsontduiking ervoor blijven zorgen dat Afrikaanse landen de financiële middelen ontberen die ze hard nodig hebben om hun sociale en economische infrastructuren te ontwikkelen op het gebied van onder meer gezondheid, onderwijs en werkgelegenheid,
F. overwegende dat de strategie Afrika-EU gebaseerd moet zijn op een billijke overeenkomst en beleidssamenhang, om zo de vicieuze cirkel van armoede en afhankelijkheid waarin de Afrikaanse landen zich bevinden te doorbreken,
1. betreurt dat er in het kader van de gezamenlijke strategie Afrika-EU geen lessen getrokken zijn uit de afgelopen decennia van samenwerking tussen de twee continenten en dat de strategie niet heeft kunnen zorgen voor een nieuwe soort betrekkingen, op basis van een ontwikkelingsvisie op lange termijn, die gepaard moet gaan met een eerlijk, billijk en samenhangend beleid dat gekenmerkt wordt door participatie en dat vanuit sociaal en milieuoogpunt verantwoord is;
2. benadrukt dat de fundamentele beginselen van de gezamenlijke strategie Afrika-EU zodanig moeten worden ontworpen dat op duurzame wijze in de behoeften van ontwikkelingslanden wordt voorzien, teneinde de armoede te bestrijden, een behoorlijk inkomen en werk te waarborgen en fundamentele mensenrechten te eerbiedigen, met inbegrip van sociale, economische en milieurechten;
3. betreurt dat de huidige aankoop van landbouwgrond in Afrika door buitenlandse investeerders, met steun van de overheid, die, indien niet in goede banen geleid, de lokale voedselzekerheid dreigt te ondermijnen en ernstige en verstrekkende gevolgen kan hebben, niet werd besproken tijdens de topontmoeting;
4. wijst erop dat eerlijke handel tussen de EU en de ontwikkelingslanden inhoudt dat een eerlijke prijs wordt betaald voor de hulpbronnen en landbouwproducten van de ontwikkelingslanden, met andere woorden een prijs die de interne en externe kosten weerspiegelt, terwijl ervoor wordt gezorgd dat de belangrijkste arbeidsnormen van de IAO op het vlak van arbeidsomstandigheden gewaarborgd zijn en er wordt gezorgd voor de bescherming van het milieu;
5. is van mening dat de Afrikaanse en EU-leiders blijk moeten geven van hun oprechte engagement om een mechanisme in te stellen om illegale kapitaalvlucht en belastingontduiking te bestrijden, volledige transparantie en rapportage per land te bevorderen en de internationale druk op alle jurisdicties op te voeren die misschien belastingvermijding of -ontduiking in Afrika toestaan;
6. is van mening dat conflictpreventie een noodzakelijke voorwaarde voor blijvende vrede is en dat de structurele oorzaken van conflicten aangepakt moeten worden door een beleid voor duurzame ontwikkeling in te voeren, om te voorzien in de elementaire behoeften van de Afrikaanse bevolking en om werkloosheid en sociale en economische ongerechtigheid te bestrijden;
7. is van oordeel dat de goedkeuring van de nieuwe Amerikaanse wet betreffende "conflictmineralen" een enorme stap vooruit betekent in de bestrijding van de illegale exploitatie van mineralen in Afrika, die burgeroorlogen en conflicten in de hand werkt; is van mening dat de Commissie en de Raad gelijkaardige voorstellen moeten indienen om ervoor te zorgen dat mineralen die ingevoerd worden in de EU traceerbaar zijn;
8. dringt er bij de Afrikaanse en EU-leiders op aan de fiscale aspecten van ontwikkeling te bespreken door effectieve en uitvoerbare belastingsystemen in Afrika in te voeren om een duurzame bron van financiële middelen voor ontwikkeling te scheppen, met als doelstelling op lange termijn de afhankelijkheid van buitenlandse hulp hierdoor te vervangen;
9. stelt tot zijn spijt vast dat de EU blijft aandringen op de goedkeuring van economische partnerschapsovereenkomsten, zonder rekening te houden met de terughoudendheid van de Afrikaanse landen;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, het Europees Economisch en Sociaal Comité, de Economische, Sociale en Culturele Raad van de Afrikaanse Unie, de Commissie en de Uitvoerende Raad van de Afrikaanse Unie, het Pan-Afrikaanse parlement, de Raad van ACS-ministers en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU.