ONTWERPRESOLUTIE over de bestrijding van tuberculose met het oog op de verwezenlijking van MOD 6
26.1.2011
ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement
Gabriele Zimmer, Marisa Matias, João Ferreira, Nikolaos Chountis namens de GUE/NGL-Fractie
B7‑0086/2011
Resolutie van het Europees Parlement over de bestrijding van tuberculose met het oog op de verwezenlijking van MOD 6
Het Europees Parlement,
– gezien het feit dat toegang tot gezondheidszorg als recht erkend is in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en dat de regeringen moeten voldoen aan hun verplichting om gezondheidsdiensten beschikbaar te stellen aan hun bevolking,
– gezien het WHO-programma "Stop tuberculose", dat zich ten doel stelt de prevalentie van tuberculose en de mortaliteit erdoor tot 2015 met 50% te verminderen ten opzichte van 1990,
– gezien de millenniumontwikkelingsdoelstelling (MOD) van de Verenigde Naties om de toename van tuberculose uiterlijk in 2015 tot staan te brengen en deze ziekte steeds verder terug te dringen,
– gezien de doelstelling om tuberculose in 2050 te hebben uitgeroeid,
– gezien de prioriteiten van de Europese Unie als gedefinieerd in december 2005 in "De Europese consensus voor ontwikkeling",
– gezien de vergadering van het Wereldfonds voor de bestrijding van aids, tbc en malaria die in oktober 2010 in New York is gehouden,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 oktober 2010 over de gezondheidsstelsels in de landen van Afrika bezuiden de Sahara en de volksgezondheid in de wereld (2010/2070(INI)),
– gelet op artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het aantal gevallen van tuberculose in de wereld vier jaar vóór het verstrijken van de termijn voor het bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD's), ondanks de geboekte vooruitgang nog steeds zorgwekkend is,
B. overwegende dat ook de vermindering van de kindersterfte en de verbetering van de gezondheidssituatie voor moeders tot de MOD's behoren,
C. overwegende dat tuberculose nog steeds een van de voornaamste doodsoorzaken in de wereld is, daar deze aandoening verantwoordelijk is voor de dood van bijna 2 miljoen mensen per jaar,
D. overwegende dat de WHO in het kader van haar DOTS-strategie (korte behandeling onder rechtstreeks toezicht) alle mensen wil behandelen die daaraan behoefte hebben, onder wie de armsten en meest kwetsbaren, en de behandeling wil uitbreiden naar de meest afgelegen gebieden,
E. overwegende dat de epidemie van meervoudig resistente en zelfs extreem medicijnresistente tuberculose een ernstig probleem vormt,
F. overwegende dat tuberculose, als ze in combinatie met HIV/aids optreedt, een dodelijke ziekte is,
G. overwegende dat tbc een schrijnend voorbeeld is van de ongelijke situatie van volkeren, gezien het feit dat deze ziekte in de geïndustrialiseerde landen vrijwel uitgeroeid is,
H. overwegende dat het personeelstekort in de gezondheidssector van de ontwikkelingslanden en de onderfinanciering van de gezondheidszorg het voor de bevolking nog moeilijker maken toegang tot de gezondheidszorg te krijgen,
1. onderstreept dat de toegang tot gezondheidszorg een universeel recht is en dat de regeringen daarom zorg moeten dragen voor gezondheidsdiensten die voor de gehele bevolking toegankelijk zijn, ook in plattelandsgebieden;
2. onderstreept dat de gezondheidsstelsels, uitgaande van de eerstelijnsgezondheidszorg, moeten worden verbeterd;
3. onderstreept dat de Europese Commissie met 49 miljard euro de belangrijkste donor van overheidssteun voor ontwikkeling blijft;
4. is van mening dat met spoed innoverende financieringsmethoden moeten worden verkend, en verzoekt de Europese Unie tevens het voortouw te nemen met adequate, globale maatregelen op het gebied van openbaar onderzoek en preventie, om de strijd tegen tuberculose te kunnen winnen;
5. verzoekt de Commissie en de lidstaten hun financieringstoezeggingen na te komen en het nodige te doen om te verzekeren dat de middelen voor gezondheidszorg ook de armsten in de ontwikkelingslanden bereiken; herinnert eraan dat het dringend noodzakelijk is dat ook de meest afgelegen gebieden over gezondheidsdiensten beschikken;
6. wijst erop dat elk kind het recht heeft op toegang tot vaccinatie- en immunisatieprogramma's; wijst er voorts op dat nog steeds 8,8 miljoen kinderen onder de vijf jaar (de helft hiervan in de landen van Afrika bezuiden de Sahara) jaarlijks sterven aan ziekten die te voorkomen en te genezen zijn; vraagt daarom om grotere inspanningen om middelen vrij te maken voor preventie en onderzoek;
7. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten en de Wereldgezondheidsorganisatie.