ONTWERPRESOLUTIE over Sudan en Zuid-Sudan – de situatie na het referendum van 2011
6.6.2011
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Gabriele Zimmer, Helmut Scholz namens de GUE/NGL-Fractie
B7‑0352/2011
Resolutie van het Europees Parlement over Sudan en Zuid-Sudan – de situatie na het referendum van 2011
Het Europees Parlement,
– gezien zijn voorgaande resoluties over Sudan,
– gezien de alomvattende vredesovereenkomst (CPA) voor Sudan van 2005,
– gezien resolutie 1978 van de VN-Veiligheidsraad van 2011,
– gezien de verklaring van de Afrikaanse Unie van 31 januari 2011,
– gezien Besluit 9953/11 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2011,
– gezien de verklaring van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat van 9 tot 15 januari 2011 in Zuid-Sudan het referendum over onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden, en dat meer dan 98% van de kiezers in Zuid-Sudan zich vóór afscheiding van Noord-Sudan heeft uitgesproken,
B. overwegende dat Zuid-Sudan naar verwachting op 9 juli 2011 officieel zijn onafhankelijkheid zal uitroepen,
C. overwegende dat Zuid-Sudan één van de armste en minst ontwikkelde landen in de wereld zal zijn, met één van de hoogste kindersterftecijfers en de laagste onderwijsparticipatie-indicatoren in de wereld,
D. overwegende dat een aantal aspecten van de alomvattende vredesovereenkomst (CPA) niet op tijd of helemaal niet is geïmplementeerd, waaronder de volksraadplegingen in Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl, en het referendum in Abyei,
E. overwegende dat een aantal belangrijke kwesties nog niet is geregeld, zoals de grensafbakening, burgerschap (waarbij in het bijzonder de grote aantallen zuiderlingen die uit het noorden terugkeren, in het oog springen), de verdeling van de olie-inkomsten, het gebruik van oliepijpleidingen en de overheidsschuld,
F. overwegende dat er nog steeds spanningen zijn met betrekking tot de conflictregio Abyei en de zuidelijke gebieden met olievelden van Sudan; overwegende dat tienduizenden uit de regio Abyei ontheemd zijn en onder de blote hemel leven, zonder voedsel en het strikt noodzakelijke; overwegende dat de noodvoedselhulp en het onderdak van internationale hulpagentschappen niet volstaan voor de hoeveelheid toestromende vluchtelingen,
G. overwegende dat het einde van het UNMIS-mandaat was bepaald op 9 juli, het moment waarop Zuid-Sudan officieel onafhankelijk zou worden verklaard,
H. overwegende dat de regering van Zuid-Sudan de VN heeft gevraagd om te zorgen voor een follow-up-missie na afloop van het huidige mandaat; overwegende dat VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon een nieuwe VN-missie voor Zuid-Sudan heeft voorgesteld, waarbij hij vraagt om 7 000 militairen om burgers te beschermen en een mandaat om de nieuwe regering te helpen nieuwe conflicten te voorkomen en de vrede te handhaven,
1. is verheugd over de vreedzame en geloofwaardige opstelling van zowel Sudan, als Zuid-Sudan tijdens het referendum van 2011 in Zuid-Sudan; beschouwt dit als een essentiële stap voor de tenuitvoerlegging van de algemene vredesovereenkomst (Comprehensive Peace Agreement, CPA) en voor de vreedzame co-existentie van beide landen;
2. herhaalt de belofte van de EU de wensen van de bevolking van Zuid-Sudan te eerbiedigen en is verheugd over de toezegging van de regering van Sudan hetzelfde te zullen doen;
3. spoort beide partijen bij de alomvattende vredesovereenkomst aan de veiligheid en zekerheid van alle bevolkingsgroepen in Sudan, in het bijzonder in de regio Abyei, te blijven waarborgen; veroordeelt het recente geweld en de recente schendingen van de mensenrechten in deze regio en betreurt het verlies van levens; roept de legers van zowel Sudan, als Zuid-Sudan op zich uit Abyei terug te trekken, en verzoekt beide partijen zich terughoudend op te stellen en in het kader van de alomvattende vredesovereenkomst een constructieve dialoog met elkaar te voeren over een vreedzame oplossing van de kwestie van de status van Abyei; roept ertoe op alle wapenleveringen aan Sudan, met name de regio Abyei, onmiddellijk stop te zetten;
4. vraagt dat in geval van een nieuwe, follow-up-missie van de VN lessen worden getrokken uit de missie in de DR Congo, waar ernstige schendingen van de mensenrechten zijn begaan; dringt erop aan dat elke civiel-militaire samenwerking wordt stopgezet;
5. onderstreept zijn steun voor de inspanningen van het implementatiepanel op hoog niveau voor Sudan van de Afrikaanse Unie onder voorzitterschap van Thabo Mbeki gericht op het faciliteren van onderhandelingen tussen de partijen bij de alomvattende vredesovereenkomst; is tevreden met de eerste resultaten van de onderhandelingen, met name de overeenkomst over een gedemilitariseerde zone aan de toekomstige grens tussen Noord- en Zuid-Sudan;
6. vraagt de Commissie humanitaire noodhulp toe te wijzen, om in de behoeften van de vluchtelingen uit de regio Abyei te voorzien;
7. is verheugd over het besluit van de Raad van 17 mei 2011 om Zuid-Sudan EUR 200 miljoen te geven, naast de EUR 150 miljoen die vorig jaar is toegewezen voor hulp aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in heel Sudan; onderstreept dat dit nieuwe geld bedoeld is voor steun voor basisdiensten, in het bijzonder op de gebieden onderwijs, volksgezondheid, landbouw, voedselveiligheid en opbouw van institutionele capaciteit; onderstreept het feit dat bijzondere inspanningen nodig zijn om in deze bijzonder arme regio vooruitgang in de richting van de uitvoering van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te realiseren; dringt erop aan dat de hulp op gelijke en eerlijke wijze wordt verdeeld zonder dat regio's of partners bevoordeeld of verwaarloosd worden, om niet voor nieuwe rivaliteiten en spanningen te zorgen;
8. verzoekt de EU en haar lidstaten zich bij hun hulp aan de regio te concentreren op civiele ontwikkelingsprojecten in plaats van op militaire hulp en dringt erop aan dat de missie inzake militaire opleiding wordt stopgezet;
9. verzoekt de internationale schuldeisers onmiddellijk alle terugbetalingen van schulden door Sudan en Zuid-Sudan op te schorten, de rentetarieven van de schulden te bevriezen en een audit van de schulden uit te voeren, om vast te stellen welk deel ervan illegitiem is;
10. dringt erop aan dat de soevereiniteit van de bevolking van Noord- en Zuid-Sudan met betrekking tot hun natuurlijke hulpbronnen wordt geëerbiedigd; benadrukt het feit dat governance en een rechtvaardige toegang tot de natuurlijke hulpbronnen essentieel zal zijn voor de voorspoed van de regio; benadrukt het feit dat voor de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen overheidsregulering en transparantie nodig zijn, met name wat olie betreft;
11. verzoekt de regering van Zuid-Sudan met klem in het proces van herziening van de grondwet te kiezen voor een transparante, controleerbare en inclusieve benadering van governance; onderstreept het belang van samenwerking tussen alle politieke partijen om alle bevolkingsgroepen van het land te vertegenwoordigen en te helpen bij de opbouw van stabiele, democratische politieke instellingen;
12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de EU en de speciale afgezant van de EU voor Zuid-Sudan, de regering van Sudan, de regering van Zuid-Sudan, de instellingen van de Afrikaanse Unie en de voorzitter van het panel op hoog niveau voor Sudan van de Afrikaanse Unie.