Ontwerpresolutie - B7-0480/2011Ontwerpresolutie
B7-0480/2011

ONTWERPRESOLUTIE over het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de Wereldradiocommunicatieconferentie 2012 van de ITU (WRC-12)

7.9.2011

naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7‑0480/2011
ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement

Herbert Reul namens de Commissie industrie, onderzoek en energie

Procedure : 2011/2755(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0480/2011
Ingediende teksten :
B7-0480/2011
Aangenomen teksten :

B7‑0480/2011

Resolutie van het Europees Parlement over het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de Wereldradiocommunicatieconferentie 2012 van de ITU (WRC-12)

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie COM (2011) 180 definitief van 6 april 2011 over het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de ITU-Wereldradioconferentie 2012 (WRC-12),

–   gezien de agenda van de WRC-12 van de ITU,

–   gezien de in de EU 2020-strategie opgenomen digitale agenda;

–   gezien het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum over gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen voor de WRC-12,

–   gezien zijn standpunt over het programma voor het radiospectrumbeleid dat op 11 mei 2011 werd aangenomen (verslag van de heer Hökmark A7‑0151/2011),

–   gezien de conclusies van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 27 mei 2011 over de WRC-12,

–   gezien artikel 8 bis, lid 4, en artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2009/140/EG van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten,

–   gezien artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de conferentie van 2012 zal worden afgerond met de goedkeuring van de wijzigingen op de voorschriften van de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU);

B.  overwegende dat de EU-lidstaten ervoor moeten zorgen dat de internationale overeenkomsten waarbij zij in het kader van de ITU partij zijn in overeenstemming zijn met bestaande EU-wetgeving, met name met de desbetreffende regels en beginselen van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatie;

C. overwegende dat het spectrum een schaars openbaar goed vormt dat voor een groeiend aantal sectoren van cruciaal belang is;

D. overwegende dat met name draadloze breedband- en communicatiediensten belangrijke stimulansen vormen voor groei en Europese concurrentiekracht op mondiaal niveau, zoals ook wordt benadrukt in de digitale agenda voor Europa;

E.  overwegende dat Europa alleen in staat zal zijn om het potentieel van een digitale economie volledig te benutten door een goed functionerende interne digitale markt te creëren met gelijke voorwaarden in de gehele Unie;

F.  overwegende dat het op geharmoniseerde wijze vrijmaken van extra spectrumruimte op mondiaal en Europees niveau een belangrijke manier is om capaciteitsproblemen van mobiele netwerken te verhelpen en om nieuwe diensten en economische groei te bevorderen;

G. overwegende dat een belangrijk onderwerp van deze conferentie de beschikbaarheid van radiospectrum betreft en met name het digitale dividend in de 800 MHz-band;

H. overwegende dat diverse andere onderwerpen van belang zijn voor EU-beleid (informatiemaatschappij, vervoer, ruimtevaartbeleid, Galileo, internationale markt, milieu, audiovisueel beleid, onderzoek);

I.   overwegende dat op elke Wereldradiocommunictieconferentie de agenda voor de volgende conferentie wordt vastgesteld;

1.  verwelkomt de mededeling van de Commissie en schaart zich achter de analyse inzake de grote effecten van de WRC-12 op het beleid van de EU;

2.  is van mening dat de EU in multilaterale onderhandelingen met één stem moet spreken, teneinde haar belangen te verdedigen en mondiale synergieën en schaalvoordelen te creëren ten aanzien van spectrumgebruik; dringt er in dit verband met klem bij de lidstaten op aan deze beleidsoriëntaties volledig te ondersteunen en op de WRC-12 actief te bevorderen en verdedigen; is voorts van mening dat de lidstaten, zolang de Commissie niet gerechtigd is binnen de ITU uit naam van de EU te spreken, nauw moeten samenwerken om, samen met de Commissie, tot een gemeenschappelijk Uniestandpunt te komen op basis van het programma voor het radiospectrumbeleid;

3.  wijst op de 25 afzonderlijke agendaonderwerpen van de WRC-12 en het mogelijke effect hiervan op het beleid en de doelstellingen van de EU;

4.  dringt er bij de lidstaten op aan deze doelstellingen veilig te stellen en zich te verzetten tegen eventuele wijzigingen van de radiovoorschriften van de ITU die het toepassingsgebied en de essentie ervan zouden beïnvloeden; verzoekt de Commissie in dit verband te waarborgen dat de in het EU-verdrag en het acquis communautaire vastgelegde beginselen worden geëerbiedigd;

5.  is van mening dat de Commissie de lidstaten met technische en politieke steun moet bijstaan in hun bilaterale en multilaterale besprekingen met derde landen en met de lidstaten moet samenwerken wanneer over internationale overeenkomsten wordt onderhandeld, met name wanneer het overeenkomsten met aangrenzende derde landen betreft, aangezien zich hierbij problemen kunnen voordoen als gevolg van verschillende toewijzingsplannen;

6.  wijst nogmaals op zijn standpunt over het programma voor het radiospectrumbeleid en - in het bijzonder gelet op de studie van de ITU zelf naar behoeften op het gebied van geavanceerde internationale mobiele telecommunicatie (IMT) - op de noodzaak om voldoende en adequate spectrumruimte vrij te maken voor mobiel dataverkeer, oplopend tot ten minste 1200 MHz in het totaal in 2015, teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken en zo goed mogelijk te voorzien in de groeiende vraag naar mobiel dataverkeer; benadrukt dat eventuele nieuwe maatregelen transparant dienen te zijn, de concurrentie niet mogen verstoren noch nadelen mogen opleveren voor nieuwkomers op de telecommunicatiemarkt;

7.  dringt er bij de lidstaten op aan de inspanningen van de Commissie om dit belangrijke onderwerp op de agenda voor de volgende Wereldradiocommunicatieconferentie in 2016 te plaatsen, te ondersteunen; benadrukt in dit verband nogmaals dat de EU een inventaris moet opstellen van haar bestaande spectrumgebruik en de efficiëntie hiervan, zoals wordt voorgesteld in het programma voor het radiospectrumbeleid;

8.  dringt er nogmaals bij de lidstaten en de Commissie op aan te streven naar een ambitieuze harmonisatieagenda, overeenkomstig de conclusies van de ITU, en verzoekt de Commissie de noodzaak om extra spectrumband vrij te maken te evalueren en te herzien, daarbij rekening houdend met de ontwikkeling van spectrumtechnologieën, marktervaringen met nieuwe diensten, de mogelijke toekomstige behoeften op het gebied van terrestrische radio- en televisie-uitzendingen, en het tekort aan spectrum in andere bandbreedten die geschikt zijn voor draadloze breedbanddekking teneinde dit mogelijk te maken, afhankelijk van de noodzakelijke beslissingen die in 2012 en 2016 worden genomen;

9.  benadrukt dat draadloze breedbanddiensten aanzienlijk bijdragen aan economisch herstel en economische groei; wijst erop dat voldoende en op efficiënte wijze beheerd spectrum noodzakelijk is om in de groeiende vraag van consumenten te voorzien, zowel wat capaciteit als dekking betreft;

10. is van mening dat een krachtigere Europese rol op het gebied van spectrumbeleid een sterkere formele positie van de EU binnen de ITU vergt en is er derhalve een warm voorstander van de status van de EU te heroverwegen tijdens de volgende plenipotentiaire conferentie van de ITU in 2014;

11. onderstreept de noodzaak van samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten om ervoor te zorgen dat de EU het potentieel van innovatiemogelijkheden op het gebied van radiospectrumtechnologieën ten volle kan benutten;

12. acht het van groot belang dat de EU een leidende rol op zich neemt op het gebied van radiospectrumtechnologie en daarmee voor de rest van de wereld een voorbeeld van optimale werkwijze en cohesie vormt;

13. onderstreept dat apparatuur die gebruik maakt van radiosprectrum kwetsbaar is voor cyberaanvallen en benadrukt de noodzaak van een gecoördineerde mondiale benadering om de cyberbeveiliging te versterken;

14. verzoekt de Commissie om verslag uit te brengen over de resultaten van de WRC-12;

15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, alsmede de regeringen en de parlementen van de lidstaten.