ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Hongarije (2012/2511(RSP))
8.2.2012
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Timothy Kirkhope, Anthea McIntyre namens de ECR-Fractie
B7‑0053/2012
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Hongarije (2012/2511(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien de bepalingen van de Europese Unie inzake fundamentele waarden en fundamentele vrijheden, en met name de artikelen 2, 3 en 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 130 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het Hongaarse parlement op 18 april 2011 de nieuwe grondwet van Hongarije heeft goedgekeurd, die op 1 januari 2012 in werking is getreden;
B. overwegende dat de Europese Commissie zich zorgen maakt over bepaalde aspecten van de Hongaarse wet, waaronder de onafhankelijkheid van de nationale centrale bank, het bureau voor gegevensbescherming en justitie;
C. overwegende dat de Hongaarse regering zich bereid heeft verklaard met de Europese Commissie samen te werken;
1. benadrukt dat het belangrijk is dat de Europese Commissie en het Europees Parlement bij het beoordelen en analyseren van de toestand in Hongarije uitgaan van feiten en zich genuanceerd opstellen;
2. ondersteunt in dit verband de rol van de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat de Hongaarse nationale wetgeving in overeenstemming is met de EU-Verdragen en met gemeenschappelijke fundamentele democratische waarden, en staat achter haar huidige beoordeling van de situatie in Hongarije;
3. roept de Hongaarse regering op nauw en volledig samen te werken met de Europese Commissie als hoedster van de Verdragen, de toestand op te lossen en de bewuste wetgeving zo nodig aan te passen;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de president van de Republiek Hongarije.