Ontwerpresolutie - B7-0346/2012Ontwerpresolutie
B7-0346/2012

ONTWERPRESOLUTIE over de voorbereiding van het werkprogramma van de Commissie voor 2013

27.6.2012 - (2012/2688(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 35, lid 3, van het Reglement en het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie

József Szájer, Joseph Daul namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0346/2012

Procedure : 2012/2688(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0346/2012
Ingediende teksten :
B7-0346/2012
Aangenomen teksten :

B7‑0346/2012

Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van het werkprogramma van de Commissie voor 2013

(2012/2688(RSP))

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie over het werkprogramma van de Commissie voor 2012 (COM(2011)777),

–   gezien het laatste kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, met name bijlage 4 daarvan,

–   gezien artikel 35, lid 3, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de politieke prioriteiten in overeenstemming moeten zijn met de beschikbare financiële middelen;

B.  overwegende dat het Europees beleid, samen met het beleid van de lidstaten, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, een werkelijke invloed kan en moet hebben door burgers te helpen zich voor te bereiden en te reageren op een snel veranderende samenleving;

C. overwegende dat Europa zich moet verbinden tot het model van de sociale markteconomie, dat zorgt voor duurzame groei om de volgende generatie banen te verschaffen in plaats van schulden;

1.  is van mening dat dit een cruciale tijd is voor de EU en dat zij voor belangrijke beslissingen staat, en verzoekt de Commissie bij de planning van haar wetgevingswerk blijk te geven van meer reactief vermogen en flexibiliteit om sneller te reageren op de ernstige gevolgen van de crisis waarmee de EU-burgers te maken hebben in hun dagelijks leven;

2.  is ervan overtuigd dat de EU fiscale stabiliteit voor groei nodig heeft, en groei voor stabiliteit en welvaart, en dus dat de crisis alleen kan worden aangepakt als de Commissie ten volle werkt aan beide kanten van deze medaille om de geloofwaardigheid te herstellen, investeringen te stimuleren en groei te genereren;

3.  onderstreept dat structurele hervormingen in de lidstaten van essentieel belang zijn en onvermijdelijk om het concurrentievermogen en innovatie te vergroten, de bureaucratie te verminderen voor zowel burgers als bedrijven, in het bijzonder het MKB, en de sociale convergentie te bevorderen op basis van een loyale dialoog tussen de sociale partners;

4.  verzoekt de Commissie een gedetailleerd overzicht te geven van de "Europese groei-verbintenissen" in de Europese semester en de noodzakelijke structurele hervormingen; is van oordeel dat het Europees semester voor elke lidstaat de aanleiding moet zijn om rekenschap af te leggen over de eigen verbintenissen met betrekking tot de EU2020-strategie, het Euro Plus-pact, en andere belangrijke EU-doelstellingen;

5.  verzoekt de Commissie alle instrumenten en bevoegdheden van het nieuwe kader ("six pack") ten volle te benutten om het vertrouwen in de EU-economie te herstellen; acht op dit moment verdere wetgevingsvoorstellen op dit gebied overbodig; herhaalt echter zijn oproep om één enkel extern vertegenwoordigend kader voor de eurozone op te zetten;

6.  dringt opnieuw aan op een sterk cohesiebeleid voor de hele EU na 2013 en vraagt dat bij de voorbereiding van het toekomstige cohesiebeleid de bestaande fondsen en programma's worden gestroomlijnd, er voor adequate financiële middelen wordt gezorgd en het beleid aansluit bij de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, terwijl er toegevoegde waarde wordt gecreëerd door middel van synergieën met andere interne beleidsterreinen ten behoeve van de groei en het concurrentievermogen; verwacht van de Commissie dat zij voor de volledige duur van de procedures voor de aanneming van verordeningen met betrekking tot het cohesiebeleid een constructieve bemiddelingsrol speelt, met inachtneming van het medebeslissingsbeginsel, met als doel tijdens de wetgevingsprocedure zo vroeg mogelijk tot een overeenkomst te komen, zodat jammerlijke vertragingen voorkomen worden en de onvermijdelijke moeilijkheden die zich bij de uitvoering van de operationele programma's inzake het cohesiebeleid voor de volgende programmeringsperiode aanvankelijk kunnen voordoen, efficiënt overwonnen worden;

7.  is overtuigd van de mogelijkheid om op passende wijze een gemeenschappelijke basis te vinden voor de EU-cohesie en het onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid, die gericht moeten zijn op groei en concurrentievermogen, gebaseerd op zowel de principes van economische, sociale en territoriale samenhang alsook topkwaliteit ("ladder naar topkwaliteit")

BOUWEN AAN EEN EUROPA VAN STABILITEIT EN VERANTWOORDELIJKHEID

Hervorming van de financiële sector

8.  wijst op de noodzaak om entiteiten die nauw verbonden zijn met de bancaire systemen en vergelijkbare functies vervullen, maar niet onderworpen zijn aan dezelfde regelgeving ("shadow banking") te reguleren;

9.  is ervan overtuigd dat er dringend een geïntegreerd Europees bankenstelsel moet worden ingevoerd om de voordelen van een EU-brede financiële markt volledig te benutten, in het voordeel van consumenten en gebruikers;

10. wijst op het toenemende belang van de maatregelen van niveau 2 bij de invoering van hervormingen van de regelgeving voor financiële diensten; verlangt van de Commissie volledig respect en loyaliteit bij de vaststelling van maatregelen van niveau 2 van de richtlijnen en verordeningen die via de gewone wetgevingsprocedure worden vastgesteld;

De toekomst financieren: zorgen voor duurzame overheidsinkomsten

11. dringt er bij de Commissie op aan de feitelijke behoefte aan betalingskredieten tijdens de uitvoering van de begroting 2013 voortdurend te volgen; deze betalingsbehoeften vloeien niet allen voort uit vastleggingen in het verleden, maar ook uit de feitelijke uitvoering van programma's die naar verwachting in 2013, het laatste jaar van het huidige MFK, op kruissnelheid komen; waarschuwt op de mogelijk nadelige gevolgen voor de groei, het concurrentievermogen, het onderzoek en de cohesie in het geval van een gebrek aan betalingskredieten; moedigt de Commissie aan alle opkomende problemen met betalingskredieten tijdig aan te pakken door een voorstel van een gewijzigde begroting in te dienen;

12. dringt er bij de Commissie, in afwachting van een succesvolle afsluiting van de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader tegen het einde van 2012, op aan de nodige maatregelen voor de wettelijke goedkeuring en inwerkingtreding van het nieuwe MFK 2014-2020 te nemen; legt bijzondere nadruk op de kwestie van de eigen middelen en verzoekt de Commissie prioriteit te leggen bij het gevolg dat moet worden gegeven aan de aanstaande politieke overeenkomst van de Raad over de hervorming van het stelsel van eigen middelen, die een noodzakelijke voorwaarde vormt voor een algemene overeenstemming over het MFK, rekening houdend met de duidelijke en sterke betrokkenheid van het Europees Parlement bij dit onderwerp; dringt er bovendien bij de Commissie op aan dat zij haar uiterste best doen om de snelle goedkeuring van de meerjarenprogramma's van 2014-2020 te vergemakkelijken, zodat de nodige voorbereidingen kunnen worden getroffen om de daadwerkelijke uitvoering zo snel mogelijk in de volgende programmeringsperiode te verzekeren;

BOUWEN AAN EEN UNIE VAN DUURZAME GROEI EN SOLIDARITEIT

Een eengemaakte markt voor groei

13. dringt aan op een bindend tijdschema voor de handhaving van de internemarktwetgeving en de opheffing van belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal;

14. wijst op het belang van intellectuele eigendomsrechten voor de economische groei en het creatieve potentieel van Europa; is verheugd over de voorgenomen mededeling waarin de toekomstige prioriteiten op het gebied van het Europese vennootschapsrecht uiteen worden gezet, en verwacht een codificatie die een transparanter en efficiënter gebruik van dit deel van het acquis mogelijk maakt;

15. onderstreept dat een goed functionerende digitale interne markt het groei- en werkgelegenheidspotentieel van Europa, vooral voor jongeren, kan ontsluiten; dringt aan op "lichte" procedures in de digitale markt, die een snelle aanpassing aan de technologische ontwikkelingen en innovatie mogelijk maken; wijst op de noodzaak om een ​​veilig en slim systeem te hebben om het vertrouwen tussen consumenten en bedrijven te verbeteren, met het oog op de consolidering en bevordering van de e-commerce; dringt aan op ​​bijzondere aandacht voor het MKB en micro-ondernemingen, waardoor ervoor gezorgd wordt dat de belemmeringen voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende commerciële activiteiten grondig worden aangepakt; is ingenomen met de initiatieven van de Commissie inzake alternatieve mechanismen voor regeling van geschillen die zullen zorgen voor een veilige handelsbetrekkingen, vooral online;

16. onderstreept het belang van beter bestuur van de interne markt en verzoekt de Commissie om het interinstitutionele engagement voor verbetering van de wetgeving af te dwingen; verzoekt de Commissie om niet alleen haar doelstellingen voor administratieve vereenvoudiging te vernieuwen, maar ook de tweede versie van de Single Market Act te richten op het aanscherpen van de instrumenten om de uitvoering en handhaving van de bestaande internemarktacquis te verzekeren; herinnert eraan dat de Commissie de mogelijkheid moet krijgen snelle inbreukprocedures te gebruiken om het internemarktacquis te handhaven;

17. verzoekt de Commissie een uitgebreid vierde spoorwegpakket op te stellen, zoals begin 2011 aangekondigd, dat voorziet in een aanpak van de ontvlechting, de opening van de interne spoorwegmarkt, corridorkwesties en de interoperabiliteit door versterking van de rol van het Europees Spoorwegbureau en een sterkere coördinatie op EU-niveau van de nationale regelgevende instanties om uiteindelijk de Gemeenschappelijke Europese Spoorwegruimte te verwezenlijken; verzoekt de Commissie er bij de lidstaten op aan te dringen om vaart te zetten achter de uitvoering van de functionele luchtruimblokken en hun nationale prestatieplannen voor de eerste referentieperiode (2012-2014) te herzien om te voldoen aan de EU-doelstellingen op de cruciale prestatiegebieden;

Kansen bieden in een inclusieve samenleving

18. geeft uiting aan zijn onvrede met de overkoepelende mededeling over het werkgelegenheidspakket, maar verwacht concrete maatregelen op Europees niveau door herstructurering van de begroting om de groei en de werkgelegenheid te bevorderen; dringt aan op bindende streefcijfers en tijdschema's op het gebied van mobiliteit van jongeren, talenkennis en ondernemerschap van jongeren, ter bestrijding van de hoge jeugdwerkloosheid en verwacht concrete maatregelen voor de hervorming van de arbeidsmarkt en de invoering van sociale normen, zodat de "flexiezekerheid"-aanpak concreet kan worden geïmplementeerd in de lidstaten;

De weg effenen voor een duurzame toekomst

19. is verheugd over de plannen van de Commissie om concrete beleidsvoorstellen te doen voor de energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030; herinnert eraan dat een meer ambitieuze doelstelling inzake duurzame energie alleen haalbaar is als de verwezenlijking gepaard gaat met een radicale modernisering van de netwerkinfrastructuur en de ontwikkeling van opslagfaciliteiten en basisproductie-eenheden; benadrukt in dit verband dat het van het grootste belang de interne energiemarkt in 2014 te voltooien;

20. is verheugd over het voorstel voor Horizon 2020-pakket, dat het toekomstige kader geeft voor onderzoek en innovatie voor de EU op basis van topkwaliteit; meent dat prioriteit moet worden gegeven aan de verbreding van de deelname van de bedrijfssector, met name de KMO's ten behoeve van het concurrentievermogen van de EU; wijst op de noodzaak om meer synergie en complementariteit tussen de Horizon 2020 en de structuurfondsen te bewerkstelligen om de deelname van alle lidstaten, die op een cruciaal moment komt, te verbeteren en benadrukt dat de begroting voor dit beleid, dat de sleutel is tot groei in de EU, moet worden verhoogd;

21. dringt er bij de Commissie op aan om, na de mededeling over dit onderwerp, de resultaten van de publieke discussie over een toekomstige voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese Solidariteitsfonds te presenteren en actie te ondernemen om de efficiëntie en reactiviteit te verbeteren ten behoeve van de burgers;

22. verzoekt de Commissie haar voorstellen te presenteren met betrekking tot de kredieten van het huidige cohesiebeleid binnen het MFK 2007-2013, die volgens de Commissie nog niet zijn uitgegeven; stelt voor dat deze eventueel een verdere oriëntatie ervan op de behoeften van KMO's kunnen inhouden[1];

23. Landbouw- en visserijbeleid

–   is verheugd over de bereidheid van de Commissie met het oog op de lopende hervorming van het GLB om een sterk, duurzaam, concurrerend en eerlijk gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te stimuleren; herinnert daarmee aan zijn standpunt inzake een evenwichtige en integrale aanpak tussen de invoering van extra milieumaatregelen en de belangrijke rol van het GLB in de waarborging van een efficiënte productie om een aanbod van betaalbaar voedsel van hoge kwaliteit voor EU-burgers te verzekeren; onderstreept het grote belang van behoud van de multifunctionele rol van de landbouw door te voorzien in een sterke begroting;

–   is ingenomen met het initiatief van de Commissie om passende maatregelen voor te stellen voor een samenhangend, efficiënt en, met betrekking tot de eisen van de markt sterk EU-beleid ter bevordering van het concurrentievermogen van de landbouwsector en vergroting van het bewustzijn, in de EU en wereldwijd, van de hoge kwaliteit van Europese landbouwproducten; dringt aan, vooral in de context van een meer geliberaliseerde en gemondialiseerde markt, op een GLB dat de hoge normen van de Europese landbouwsector garandeert en tegelijkertijd concurrerend is op internationaal vlak;

–   is verheugd over de vernieuwing van de Europese bosbouwstrategie, die gericht is op het creëren van EU-breed kader met het oog op een betere coördinatie van de vele bosbouwgerelateerde beleidsinitiatieven, waarbij tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de individuele behoeften van de lidstaten;

–   roept de Commissie op aan nauw samen te werken met het Europees Parlement voor het hervormingspakket van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) (en alle daaraan gerelateerde wetgeving, met inbegrip van het kader voor de technische maatregelen) dat op snelle en efficiënte wijze voor het einde van het jaar moet worden vastgesteld, en herinnert eraan dat er voldoende financiële middelen moeten worden toegewezen; en verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat artikel 43, lid 2 VWEU de rechtsgrond is van al haar voorstellen voor maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB en dat artikel 43, lid 3 VWEU strikt wordt geïnterpreteerd en niet gebruikt voor andere onderwerpen dan de loutere vaststelling van de toekenning van de vangstmogelijkheden, met name in het kader van de jaarlijkse TAC- en quotaverordeningen;

Een open Europa voor de burgers

24. uit zijn voldoening over de recente mededeling van de Commissie over de uitvoering van de EU-strategie voor interne veiligheid, en pleit voor een juridisch en technisch kader voor een nieuwe Europese aanpak ter bestrijding van het terrorisme en de financiering ervan door middel van gecentraliseerde verzameling en analyse van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer;

25. herinnert aan het belang voor de lidstaten om hun inspanningen op EU-niveau te bundelen om een gemeenschappelijk aanpak van cybercriminaliteit in te voeren; herinnert aan de toezegging van de Commissie om alle regelingen te treffen voor de opzet van het Europees centrum inzake cybercriminaliteit dat in 2013 wordt opgericht, en samenwerking te initiëren met andere internationale partners dan de Verenigde Staten, en tegelijk capaciteit voor opsporing en vervolging van cybercriminaliteit te ontwikkelen;

26. geeft uiting aan zijn voldoening over de recente initiatieven van de Commissie op het gebied van het burgerlijk recht, zoals alternatieve instrumenten voor geschillenbeslechting en gemeenschappelijk Europees kooprecht; moedigt de Commissie aan haar inspanningen bij de opbouw van een Europese justitiële cultuur voort te zetten door bevordering van justitiële-opleidingsactiviteiten in heel Europa;

27. wijst op het belang van maatregelen om soepele grensovergangen en gemakkelijkere binnenkomst van bonafide reizigers mogelijk te maken en tegelijk de veiligheid te verhogen; moedigt de Commissie aan met haar doel inzake een ​​verdere alomvattende ontwikkeling van de strategie voor geïntegreerd grensbeheer en verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk het voorstel voor een verordening tot het instellen van een systeem voor in- en uitreis (EES) in te dienen, waarin de verantwoordelijkheden van de EES duidelijk worden vastgelegd en de voorwaarden, opslag en raadpleging van de inreis/uitreis-gegevens van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de EU overschrijden worden vastgesteld;

DE STEM VAN DE EU LATEN DOORKLINKEN IN DE REST VAN DE WERELD

28. Buitenlandse Zaken

–   pleit voor een nieuwe alomvattende aanpak van het buitenlands beleid van de EU om een nieuwe impuls te creëren die voldoet aan de ambities van het Verdrag van Lissabon en het externe optreden van de EU aanpast aan de huidige en toekomstige mondiale uitdagingen; is verheugd over de wetsvoorstellen tot herziening van de rechtsgrond voor de instrumenten voor externe financiële bijstand 2014-2020; onderstreept de noodzaak om de programmering van de instrumenten te baseren op gedelegeerde handelingen, zodat het Europees Parlement zijn rol volledig, op gelijke voet met de Raad, kan spelen;

–   roept op tot een verdere versterking van de betrekkingen tussen de EDEO, de Commissie en de lidstaten om synergieën te bereiken en zo een meer doeltreffende en coherente uitvoering van het externe optreden;

–   herhaalt zijn steun voor de uitbreiding; benadrukt dat een volledige en strikte naleving van alle criteria van Kopenhagen en de integratiecapaciteit van de EU de basis blijven voor toetreding tot de EU; herinnert aan het engagement van het EP voor de Europese toekomst van de Westelijke Balkanlanden;

–   is verheugd over het "meer voor meer" principe en de "partnerschap met de samenleving"-aanpak in het nieuwe Europese nabuurschapsbeleid en de tot dusver genomen initiatieven ter ondersteuning van de consolidatie van een democratische ontwikkeling in de landen van de "Arabische lente" en dringt erop aan dat verdere ondersteuning voldoende flexibel is om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen in de regio; dringt aan op tijdige en effectieve ondersteuning van de politieke en sociale ontwikkeling van de oostelijke buurlanden, met name om de doelstellingen van het Oostelijk Partnerschap te bereiken;

29. Internationale handel

–   onderstreept dat een modern handelsbeleid rekening moet houden met andere beleidsterreinen, van de mensenrechten tot het industriebeleid, voor een geïntegreerde aanpak van het handels-, buitenlands, ontwikkelings-, sociaal en milieubeleid en moet worden gebaseerd op wederzijdse toegang tot de markten; benadrukt met name de rol die een passend gebruik van handelsbeleid kan spelen in de bestrijding van de armoede buiten de EU en, in de specifieke gevallen van naburige landen, in de waarborging van de stabiliteit aan de EU-grenzen; meent dan ook dat een solide internationale handel, investeringen en integratie van de markt de belangrijkste motoren zijn van een sterke, duurzame en evenwichtige groei; benadrukt het belang van open markten en een eerlijk, sterk, op regels gebaseerd handelssysteem; dringt aan op een wereldwijde onthouding van protectionistische maatregelen, hetgeen een fundamentele voorwaarde is voor een eerlijke concurrentie; onderstreept in dit verband het belang van bilaterale, plurilaterale en multilaterale inspanningen, die overeenstemmen met het WTO-kader en dit ondersteunen;

–   steunt de inspanningen van de Commissie in alle lopende bilaterale en regionale handelsbesprekingen met het oog op een positief resultaat voor omvattende en evenwichtige handelsovereenkomsten in 2013, waarin systematisch een juridisch bindende clausule inzake duurzame ontwikkeling wordt opgenomen, hetgeen de EU-handelsperspectieven en kansen voor EU-bedrijven over ter wereld belangrijk zou vergroten; is van mening dat de EU haar handelsbetrekkingen met de andere grote economische en politieke spelers in de wereld, met name de VS, China en Japan, moet versterken door gebruik te maken van de bestaande middelen en instrumenten voor samenwerking en door deze waar mogelijk uit te breiden;

30. Ontwikkelingsbeleid

–   betreurt het dat naar schatting 2,6 miljoen kinderen per jaar door ondervoeding sterven en in de komende 15 jaar bijna een half miljard kinderen het gevaar lopen op blijvende schade, als er geen controle is; betreurt het dat slechts ongeveer 410 miljoen of circa 3,4% van de totale begroting voor ontwikkelingshulp van de Commissie van 12 miljard euro per jaar momenteel wordt toegewezen aan directe voedingsmaatregelen; is van mening dat inspanningen om ondervoeding te bestrijden multidisciplinair moeten zijn en dat daarbij meerdere belanghebbenden moeten worden betrokken in overeenstemming met de nationale prioriteiten van de getroffen landen;

–   verzoekt de Commissie om een speciaal trustfonds op te zetten om het probleem van ondervoeding in ontwikkelingslanden aan te pakken en de nodige middelen te mobiliseren voor de basisinterventies die de overgrote meerderheid van gevallen van ondervoeding kunnen voorkomen, vooral in de kritieke periode van 1000 dagen tussen conceptie en de leeftijd van twee jaar, met inbegrip van stimulering van borstvoeding ter voorkoming van gebruik van vervuild water, een adequate introductie van gevarieerde voeding voor zuigelingen, versterking van de basisvoedingsmiddelen en aanvullende vitamines; is van mening dat een dergelijk trustfonds de hefboomwerking en bundeling van middelen van de Commissie en de lidstaten en mogelijk andere donoren mogelijk zal maken, en een betere zichtbaarheid aan het EU-optreden bij het redden van levens kan geven;

SLIMME REGELGEVING EN DOELTREFFENDE UITVOERING

Samen slimmer besteden

31. onderstreept het belang van gezondheidstests in de agenda voor slimme regelgeving en stelt de Commissie voor strengere maatstaven vast te stellen die opgenomen worden in een jaarlijks controlesysteem voor een betere implementatie;

32. vraagt de Commissie

het gebruikt van financieringsinstrumenten (FI's) nauwlettend te controleren door:

–   de ervaringen met FI's in het cohesiebeleid voor de programmeringsperiode 2007-2013 te evalueren;

–   een risico-evaluatie met betrekking tot verschillende FI's te verstrekken;

–   mechanismen te ontwikkelen om de rapportageverplichtingen van de lidstaten af te dwingen;

en om een effectief sanctiemechanisme in te stellen, zodat de Commissie haar verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting, waar nodig, ten volle kan nemen; dit moet de volgende elementen omvatten:

–   netto verminderingen moeten de regel worden voor door de Commissie opgelegde financiële correcties;

–   niet-subsidiabele uitgaven worden voor zover mogelijk van de eindbegunstigden teruggevorderd, zodat de eindbegunstigden de gevolgen dragen van niet-subsidiabele uitgaven en niet de nationale belastingbetaler;

–   er wordt gezorgd dat een volledige reeks van sancties (onderbrekingen, opschortingen, financiële correcties en boetes) beschikbaar is, met inbegrip van juridische procedures indien de lidstaten bij voortduring niet aan hun verplichtingen uit hoofde van artikel 258 VWEU voldoen;

Slimme regelgeving

33. pleit voor vermindering van de bureaucratische lasten met 25% tot 2015; herinnert eraan dat de lidstaten een belangrijke verantwoordelijkheid hebben, omdat ze de EU-wetgeving vaak verkeerd uitvoeren of "vergulden", voor een bedrag van 40 miljard euro[2]; is van oordeel dat toekomstige wetgeving grondig moet worden onderzocht voordat deze in werking treedt, zowel op Europees als op nationaal niveau, om de impact vast te stellen op nieuwe banen en ondernemerschap voor KMO's, en dat de MKB-toets veel strenger moet zijn en volledig moet worden toegepast op zowel Europees als nationaal niveau;

34. verzoekt de Commissie dringend het acquis zo snel mogelijk aan te passen aan de bepalingen van de artikelen 290 en 291 VWEU en dringt aan op een consistent gebruik van de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, in overeenstemming met het Verdrag; verzoekt de Commissie aanzienlijke vorderingen te maken in de prelegislatieve fase door verbetering van de effectbeoordelingen;

35. verzoekt derhalve de Commissie de volgende, reeds in het werkprogramma voor 2012 genoemde voorstellen in te dienen, en de overige te integreren in haar werkprogramma voor 2013:

–   hangende voorstellen in het werkprogramma voor 2012, in het bijzonder met betrekking tot het crisismechanisme voor banken en kredietinstellingen;

–   voorstellen tot integratie van particuliere bankdiensten;

–   wetgevingsvoorstel over de zogenaamde PRIPs (Pakketproducten voor retailbeleggingen);

–   voorstellen voor de integratie van particuliere bankdiensten, om de voordelen van een EU-brede financiële markt in het belang van consumenten en gebruikers volledig te benutten;

–   voorstellen om belastingontduiking en fraude aan te pakken, met de nadruk op de BTW, maar ook op maatregelen om de fiscale fraude aan te pakken in de directe belastingen;

–   voorstel betreffende het collectief beheer van auteursrechten;

–   herziening van de verordening inzake het gemeenschapsmerk en van de richtlijn tot onderlinge aanpassing van nationale merkenwetgevingen;

–   actie op korte termijn met betrekking tot de veertiende richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels, het insolventierecht, corporate governance en het statuut voor een Europese onderlinge maatschappij;

–   actie op de middellange termijn inzake de negende richtlijn vennootschapsrecht betreffende groepen van vennootschappen - codificatie van het Europese vennootschapsrecht;

–   wetgevingsvoorstel over basisbankdiensten;

–   wetgevingsvoorstel inzake het vierde spoorwegpakket;

–   herziening van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim;

–   herziening van de richtlijn gelijke betaling;

–   voorstellen voor werkgerelateerde aandoeningen aan het bewegingsapparaat, blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk, voedsel voor de meest achtergestelde personen, portabiliteit van aanvullende pensioenrechten;

–   herziening van de arbeidstijdenrichtlijn;

–   wetgevingsvoorstel tot invoering van een actie van de Europese Unie voor de Culturele Hoofdsteden van Europa na 2019;

–   voorstel voor consumentenvoorlichting over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's: voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 1999/94/EG betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's;

–   voorstel voor wetgevingsmaatregelen voor een omvattende aanpassingsstrategie voor de toekomstige gevolgen van klimaatverandering, met als doel om een ​​passend kader voor het EU-aanpassingsbeleid te ontwikkelen;

–   herziening van de richtlijn inzake tabaksproducten betreffende de productie, presentatie en de verkoop;

–   herschikking van de richtlijn voor geavanceerde therapie;

–   zo snel mogelijke herziening van de richtlijn inzake nucleaire veiligheid, op basis van een adequate analyse van de stresstests;

–   voorstellen inzake het gemeenschappelijk strategisch kader, dat betrekking heeft op het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF) als bijlage bij het voorstel voor een verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen betreffende het EFRO, het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het ELFPO en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, en tot vaststelling van algemene bepalingen inzake het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006;

–   de resultaten van de openbare discussie over een toekomstige voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en elke actie gericht op verbetering van efficiency en reactiviteit in de praktijk;

–   voorstellen met betrekking tot de kredieten voor het cohesiebeleid van het huidige MFK 2007-2013 die volgens de Commissie nog niet zijn uitgegeven;

–   voorstel voor een juridisch en technisch kader voor een EU-systeem voor het traceren van terrorismefinanciering (TFTS)

–   voorstel voor een verordening tot het instellen van een systeem voor in- en uitreis (EES);

–   voorstellen betreffende de wederzijdse erkenning van de gevolgen van bepaalde documenten van de burgerlijke stand, wijzigingsvoorstel van de Rome II-verordening met betrekking tot de wet die van toepassing is op de rechten van de persoon/laster;

–   voorstel inzake grensoverschrijdende verkeersongevallen;

–   voorstel inzake gemeenschappelijk EU-bestuursrecht;

–   wetgevingsmaatregelen ter versterking van de Europese industriële en technologische defensiebasis (EDTIB), en ter waarborging van de Europese voorzieningszekerheid voor de capaciteiten in dienst van GVDB-missies;

–   voorstel voor een speciaal trustfonds om het probleem van ondervoeding in ontwikkelingslanden aan te pakken en de nodige middelen te mobiliseren voor de basisinterventies die de overgrote meerderheid van gevallen van ondervoeding kunnen voorkomen;

–   voorstel voor een wijziging van Verordening 2004/2003 om politieke partijen op EU-niveau rechtspersoonlijkheid krachtens de EU-wetgeving te geven en een nieuwe titel in het Financieel Reglement in te voegen, uitsluitend over en specifiek aangepast aan de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen;

36. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de regeringen en parlementen van de lidstaten.