ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Oekraïne
5.12.2012 - (2012/2889(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Johannes Cornelis van Baalen, Graham Watson, Alexander Graf Lambsdorff namens de ALDE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0544/2012
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne,
– gezien de gezamenlijke verklaring met eerste bevindingen en conclusies van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie, uitgebracht door de Parlementaire Assemblee van de OVSE, de OVSE/ODIHR, de Parlementaire Vergadering van de NAVO, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE) en het Europees Parlement,
– gezien de gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de EU, Catherine Ashton, en commissaris Štefan Füle over de parlementsverkiezingen in Oekraïne van 3 en 12 november 2012,
– gezien het definitieve verslag over de waarneming van de verkiezingen, dat de PACE op 29 november 2012 heeft gepubliceerd,
– gezien de verslagen van ngo's, onder meer OPORA, over de parlementsverkiezingen,
– gezien de waarnemingsverslagen van de missie van de OVSE/ODIHR en haar tussentijds postelectoraal verslag, dat op 9 november 2012 is gepubliceerd,
– gezien de lopende werkzaamheden van de waarnemingsmissie van gewezen EP-Voorzitter Pat Cox en voormalig president Aleksander Kwasniewski, waartoe de aanzet werd gegeven door voorzitter Martin Schulz en premier Mikola Azarov,
– gezien de verklaring die premier Azarov op 8 november 2012 heeft afgelegd over de verdere uitwerking van de kieswet,
– gezien het feit dat Joelia Timosjenko en Joeri Loetsenko, vooraanstaande Oekraïense oppositieleiders, nog altijd opgesloten zitten,
– gezien de goedkeuring en ondertekening van de wet inzake referenda op 27 november 2012,
– gezien het voortgangsverslag betreffende de uitvoering van het Europees nabuurschapsbeleid in Oekraïne, dat op 14 mei 2012 is gepubliceerd,
– gezien de verklaring van de Topontmoeting EU-Oekraïne van 19 december 2011,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de parlementsverkiezingen die op 28 oktober 2012 in Oekraïne hebben plaatsgevonden, door een groot aantal internationale waarnemers werden gadegeslagen;
B. overwegende dat internationale verkiezingswaarnemers benadrukten dat er bij de Oekraïense verkiezingen van 28 oktober 2012 geen sprake was van gelijke kansen, doorzichtige campagne- en partijfinanciering noch evenwichtige berichtgeving in de media;
C. overwegende dat de OVSE weliswaar enkele belangrijke verbeteringen heeft vastgesteld, met name wat de registratie van kiezers en kandidaten betreft, maar wijst op ernstige tekortkomingen bij de stemopneming;
D. overwegende dat volgens de verslagen van de OVSE/ODIHR het verloop van het postelectoraal proces verstoord werd door onregelmatigheden, vertragingen bij het tellen van de stemmen en een gebrek aan transparantie in de verkiezingscommissies;
E. overwegende dat op 30 maart 2012 het politieke deel en op 19 juli 2012 het economische deel van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne werd geparafeerd;
F. overwegende dat de ondertekening van de nieuwe overeenkomst is uitgesteld en afhankelijk is gesteld van de politieke vooruitgang in Oekraïne op het vlak van de rechtsstaat en de hervorming van het rechtsstelsel;
G. overwegende dat de Oekraïense parlementsverkiezingen van 28 oktober jl. als een belangrijke test werden beschouwd waaruit moest blijken of het land zich onomkeerbaar inzet voor de ontwikkeling van een volwaardig democratisch bestel, de consolidatie van de rechtsstaat en verdere politieke hervormingen;
H. overwegende dat de oppositieleiders Joelia Timosjenko en Joeri Loetsenko nog altijd opgesloten zitten en niet aan het verkiezingsproces konden deelnemen;
I. overwegende dat het toezichtcomité van de PACE besloten heeft het advies van de Commissie van Venetië in te winnen over de wet inzake referenda;
J. overwegende dat de wet betreffende biometrische paspoorten door het Oekraïense parlement is goedgekeurd en op 29 november 2012 door de president ondertekend werd;
K. overwegende dat op 6 november 2012 in het Oekraïense parlement een tijdelijke onderzoekscommissie naar verkiezingsfraude in een aantal éénmandaatsdistricten werd opgericht;
L. overwegende dat in vijf éénmandaatsdistricten de stemming zal worden overgedaan;
M. overwegende dat president Janoekovitsj op 3 december 2012 het ontslag van de regering-Azarov heeft aanvaard,
1. stelt met bezorgdheid vast dat de Oekraïense parlementsverkiezingen van 28 oktober 2012 voor de democratie in het land een stap achteruit betekenen, zoals door tal van internationale waarnemersmissies werd geconcludeerd;
2. betreurt de gedocumenteerde schendingen van de verkiezingsregels die door de OVSE/ODIHR aan de orde worden gesteld in de beoordeling van het verkiezingsproces en het verloop van het postelectoraal proces; is verbijsterd over de invloed die de gerapporteerde schendingen op het resultaat van de vrije meningsuiting van de Oekraïners hebben gehad;
3. stelt nogmaals dat het feit dat Joelia Timosjenko en Joeri Loetsenko nog altijd opgesloten zitten, een onaanvaardbaar voorbeeld is van hoe de justitie selectief wordt gebruikt en de rechtsgang tot een politiek instrument wordt gemaakt ten voordele van het heersende bewind;
4. vindt dat de Oekraïense kieswet die in november 2011 werd aangenomen, heel wat belangrijke verbeteringen inhoudt, met name wat de registratie van kiezers en kandidaten betreft; is echter van oordeel dat deze wet nog altijd onnodig ingewikkeld is en dat er nog een aantal tekortkomingen aangepakt en verholpen dienen te worden wat betreft het recht op kandidaatstelling, passende bepalingen omtrent campagnefinanciering, het ontbreken van duidelijke criteria voor de afbakening van éénmandaatskiesdistricten en het gebrek aan doeltreffende sancties voor ernstige schendingen van de wet;
5. veroordeelt de electorale schendingen die tijdens het tellen en opnemen van de stemmen in éénmandaatsdistricten werden opgetekend; beschouwt dit als een flagrante poging om de verkiezingsresultaten te vervalsen en meent dat het vertrouwen van de Oekraïners in het verkiezingsproces hiermee een zware slag is toegebracht;
6. neemt nota van de verklaring van premier Azarov dat de kieswet in Oekraïne verder moet worden uitgewerkt; roept het nieuw samengestelde Oekraïense parlement op een kieswet uit te werken in samenspraak met alle parlementaire politieke krachten in het land; gaat ervan uit dat het Oekraïense parlement kan voortbouwen op de bestaande voorstellen die door het scheidende parlement zijn opgesteld met de volle steun van de Europese Unie en de Commissie van Venetië;
7. is ingenomen met het besluit om een tijdelijke onderzoekscommissie naar verkiezingsfraude in een aantal éénmandaatsdistricten op te richten; hoopt dat dit een echte kamerbrede dialoog tussen de regering en de oppositie mogelijk zal maken waarbij geregistreerde schendingen van het verkiezingsproces worden aangepakt, teneinde gehoor te geven aan alle aanbevelingen van de OVSE/ODIHR die in het definitieve verslag zullen voorkomen;
8. steunt ten volle de voortgaande werkzaamheden van de waarnemingsmissie Cox-Kwasniewski; erkent dat premier Azarov openstaat voor de waarnemingsmissie en bereid is ze bij haar werk te steunen; meent dat een soortgelijke vorm van dialoog en samenwerking te overwegen valt om de algemenere bezorgdheid over het verslechterende ondernemingsklimaat, de mediavrijheid en de rechtsstaat in Oekraïne aan te kaarten;
9. spreekt zijn aanhoudende steun uit voor de Europese ambities van het Oekraïense volk; betreurt dat de recente parlementsverkiezingen in dit opzicht niet bepaald zoden aan de dijk hebben gezet; benadrukt dat de EU zich blijft inzetten voor samenwerking met Oekraïne om de democratische instellingen te verbeteren, de rechtsstaat te versterken, de mediavrijheid te waarborgen en essentiële economische hervormingen door te voeren;
10. bevestigt het engagement van de EU om de betrekkingen met Oekraïne te intensiveren via de ratificatie van de associatieovereenkomst; merkt op dat vooruitgang inzake politieke associatie en economische integratie afhangt van de tastbare gehechtheid van Oekraïne aan de democratische beginselen, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de vrijheid van de media;
11. verzoekt de Raad en de Commissie werk te maken van de ondertekening van de associatieovereenkomst met Oekraïne maar het tijdstip van de ondertekening te laten afhangen van de mate waarin de Oekraïense autoriteiten gehoor geven aan alle aanbevelingen van de OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië, het aangaan van een functionerende politieke dialoog met de parlementaire oppositie bij het uitwerken van de kieswet en tastbare vooruitgang van de regering inzake de hervorming van het gerechtelijke apparaat;
12. neemt nota van de goedkeuring en ondertekening van de wet inzake referenda in Oekraïne; verwacht van de Oekraïense autoriteiten dat zij de aanbevelingen van de Commissie van Venetië, zodra die beschikbaar zijn, strikt in acht nemen om speculaties over mogelijk misbruik van deze wetgeving te ontkrachten;
13. is verheugd over de ondertekening van de gewijzigde visumversoepelingsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, die het in vergelijking met de huidige overeenkomst voor Oekraïense burgers duidelijk makkelijker maakt om een visum te krijgen; verzoekt de Raad de dialoog tussen de EU en Oekraïne over visumliberalisering te bevorderen in het vooruitzicht van de top van het oostelijk partnerschap in november 2013;
14. vraagt het Oekraïense parlement Wet 8711 te verwerpen, die de vrijheid van meningsuiting met betrekking tot seksuele geaardheid en genderidentiteit beperkt en die in oktober in eerste lezing is aangenomen; wijst erop dat deze wet een duidelijke inbreuk vormt op het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, die beide door het Oekraïense parlement zijn geratificeerd;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de EDEO, de Raad, de Commissie, de lidstaten, de president, de regering en het parlement van Oekraïne en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de OVSE.