Ontwerpresolutie - B7-0132/2013Ontwerpresolutie
B7-0132/2013

ONTWERPRESOLUTIE over nucleaire dreigingen en mensenrechten in Noord-Korea

11.3.2013 - (2013/2565(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Jelko Kacin, Leonidas Donskis, Ramon Tremosa i Balcells, Louis Michel, Marielle de Sarnez, Robert Rochefort, Edward McMillan-Scott, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Marietje Schaake namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0132/2013

Procedure : 2013/2565(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0132/2013
Ingediende teksten :
B7-0132/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0132/2013

Resolutie van het Europees Parlement over nucleaire dreigingen en mensenrechten in Noord-Korea

(2013/2565(RSP))

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over het Koreaanse schiereiland,

–   gezien Resolutie 2087 van de VN-Veiligheidsraad, die op 22 januari 2013 bij unanimiteit is aangenomen,

–   gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2013 over de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK),

–   gezien het Verdrag van 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing,

–   gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad 1718, van 14 oktober 2006, en 1874, van 12 juni 2009,

–   gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (op basis van het verslag van de Derde Commissie) over de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea, die op 19 november 2009 tijdens de 64e zitting werd aangenomen,

–   gezien het verslag van de VN-Mensenrechtenraad van de hand van Vitit Muntarbhorn, bijzonder rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Noord-Korea[1], en het verslag van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de hand van Marzuki Darusman, bijzonder rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Noord-Korea[2],

–   gezien het VN-Handvest, de Universele verklaring van de rechten van de mens, de internationale verdragen over mensenrechten en andere mensenrechteninstrumenten,

–   gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de kernproef die de DVK op 12 februari 2013 heeft uitgevoerd, een ernstige bedreiging voor de regionale en internationale vrede en veiligheid vormt en bovendien de beginselen van het Alomvattend Kernstopverdrag (Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty (CTBT)) geheel met voeten treedt;

B.  overwegende dat het doorzetten van de onwettige nucleaire en ballistische programma's een uitdaging is voor het internationale non-proliferatiestelsel, en regionale spanningen dreigt te vergroten; overwegende dat deze programma's niet bevorderlijk zijn voor het doel dat de DVK zegt na te streven, namelijk het verbeteren van haar veiligheid;

C. overwegende dat de EU een krachtig voorstander is van het idee van een kernvrij Koreaans schiereiland;

D. overwegende dat de DVK onlangs is teruggekomen op alle vredesovereenkomsten met de Republiek Korea en de hotline tussen Pyongyang en Seoul heeft verbroken;

Mensenrechten

E.  overwegende dat de mensenrechtensituatie en de humanitaire toestand in de DVK betreurenswaardig en uiterst zorgwekkend blijven, terwijl de machtswisseling geen tekenen van positieve ontwikkelingen ter zake met zich mee heeft gebracht;

F.  overwegende dat de regering van de DVK straffeloos de mensenrechten van haar burgers schendt door het ontzeggen van voedsel aan grote delen van de bevolking, collectieve straffen, dwangarbeiderskampen en de opsluiting van meer dan 200 000 mensen in kampen voor politieke gevangenen; overwegende dat de overheidsautoriteiten stelselmatig overgaan tot buitengerechtelijke executies, foltering, willekeurige opsluiting en verdwijningen;

G. overwegende dat volgens de bijzondere rapporteurs over Noord-Korea bepaalde door de regering van de DVK begane mensenrechtenschendingen wellicht neerkomen op misdaden tegen de menselijkheid;

H. overwegende dat de regering van de DVK ook de rechten van duizenden buitenlanders heeft geschonden, die ontvoerd en "verdwenen" zijn, maar alle betrokkenheid bij deze zaken van de hand wijst en weigert samen te werken met de regeringen van derde landen om hierin klaarheid te brengen;

I.   overwegende dat het regime van de DVK niet heeft samengewerkt met de VN en alle resoluties van de VN-Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake de mensenrechten in Noord-Korea heeft verworpen; overwegende dat het regime evenmin heeft samengewerkt met de bijzondere rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in het land, en alle hulp van de Hoge VN-commissaris voor de rechten van de mens heeft afgewezen;

J.   overwegende dat het gerechtelijk apparaat ondergeschikt is aan de staat, terwijl de doodstraf geldt voor een breed scala misdaden tegen de staat en in het strafwetboek periodiek wordt uitgebreid, waarbij burgers, met inbegrip van kinderen, worden gedwongen openbare executies bij te wonen;

K. overwegende dat de regering van de DVK politieke oppositie, vrije en eerlijke verkiezingen, vrije media, religieuze vrijheid, vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsovereenkomsten verbiedt;

1.  veroordeelt de kernproef die de DVK op 12 februari 2013 heeft verricht en die in strijd was met de internationale verplichtingen van de DVK uit hoofde van de Resoluties 1718, 1874 en 2087 van de VN-Veiligheidsraad, en eist dat de DVK van verdere proeven afziet; vraagt de DVK het CTBT onverwijld te ondertekenen en te bekrachtigen;

2.  is ingenomen met de stemming in de VN-Veiligheidsraad van 7 maart 2013, waarbij de sancties tegen de DVK zijn aangescherpt naar aanleiding van de recentste kernproef; veroordeelt ook krachtig de door de DVK bekendgemaakte opzegging van haar niet-aanvalspact met de Republiek Korea;

3.  betreurt dat de DVK het pad van provocatie en isolatie is ingeslagen en daarmee de eensgezinde veroordeling door de internationale gemeenschap van het gebruik door de DVK van ballistische-rakettechnologie op 12 december 2012 naast zich neerlegt; is van mening dat het feit dat de DVK doorgaat met haar onwettige nucleaire en ballistische programma's, een aanfluiting vormt van het internationale stelsel inzake niet-verspreiding van kernwapens en de spanningen in de regio kan doen toenemen;

4.  roept de DVK ertoe op opnieuw op constructieve wijze met de internationale gemeenschap te gaan praten, en in het bijzonder met de leden van het zespartijenoverleg, en wel met het oog op duurzame vrede en veiligheid op een kernwapenvrij Koreaans schiereiland, als de beste wijze om een welvarender en stabielere toekomst voor de DVK te verzekeren;

Mensenrechten

5.  verzoekt de DVK onmiddellijk een einde te maken aan de aanhoudende ernstige, wijdverspreide en stelselmatige schendingen van de mensenrechten tegen haar eigen bevolking, die de proportie van misdaden tegen de menselijkheid kunnen aannemen en bijgevolg onder het internationaal strafrecht vallen;

6.  roept de DVK ertoe op: 1) te stoppen met openbare terechtstellingen en de doodstraf af te schaffen; 2) een einde te maken aan buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen; 3) op te houden met het gebruik van foltering en dwangarbeid; 4) de praktijk van collectieve bestraffing stop te zetten; 5) de politieke gevangenen vrij te laten; en 6) haar burgers toe te staan vrij te reizen;

7.  verzoekt de autoriteiten van de DVK te waarborgen dat alle behoeftige burgers toegang krijgen tot voedsel- en humanitaire hulp;

8.  verzoekt de DVK vrije meningsuiting en persvrijheid toe te staan, alsook ongecensureerde toegang tot het internet voor al haar burgers;

9.  verzoekt de regering van de DVK alle informatie te verstrekken over EU-burgers en onderdanen van derde landen waarvan wordt vermoed dat ze de afgelopen decennia door staatsagenten van de DVK zijn ontvoerd, ervoor te zorgen dat een alomvattend onderzoek wordt verricht en tot een transparant en bevredigend resultaat leidt, en onmiddellijk alle ontvoerden vrij te laten die nog in het land worden vastgehouden;

10. verzoekt de VN een commissie in te stellen die dringend onderzoek moet gaan doen naar de stelselmatige mensenrechtenschendingen door de regering van de DVK, zowel in het verleden als nu, en in het bijzonder wat betreft de interneringskampen, en moet bepalen in hoeverre de schendingen en de met deze misbruiken gepaard gaande straffeloosheid misdaden tegen de menselijkheid kunnen vormen; benadrukt voorts dat er concrete maatregelen moeten worden aanbevolen om de mensenrechtenschendingen op nationaal en internationaal niveau aan te pakken;

11. verzoekt de EU, gezien de ernst van de situatie, een bijzondere vertegenwoordiger voor de DVK aan te stellen, die moet zorgen voor de nodige aandacht en coördinatie, zowel binnen de Unie als met cruciale partners zoals de Verenigde Staten en de Republiek Korea;

12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de lidstaten, de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen van de Democratische Volksrepubliek Korea, de Republiek Korea en de Volksrepubliek China, en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.