Ontwerpresolutie - B7-0199/2013Ontwerpresolutie
B7-0199/2013

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie van Syrische vluchtelingen in buurlanden

20.5.2013 - (2013/2611(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Charles Tannock, Geoffrey Van Orden namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0199/2013

Procedure : 2013/2611(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0199/2013
Ingediende teksten :
B7-0199/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0199/2013

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van Syrische vluchtelingen in buurlanden

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over Syrië,

–   gezien zijn eerdere resoluties over vluchtelingen die gewapende conflicten ontvluchten,

–   gezien de verklaring van 18 april 2013 van de adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor humanitaire zaken en noodhulpcoördinator,

–   gezien de eerdere verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over Syrië,

–   gezien de eerdere conclusies van de Raad over de huidige situatie in Syrië,

–   gezien de gezamenlijke mededeling van 25 mei 2011 met als titel "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden" van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's,

–   gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 3 augustus 2012 over de situatie in Syrië,

–   gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 22 november 2011 over mensenrechten in Syrië,

–   gezien de resoluties 2042(2012) van 14 april en 2043(2012) van 21 april van de VN-Veiligheidsraad,

–   gezien de resolutie van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (United Nations High Commissioner for Refugees, UNHCR) van 2 december 2011 over de mensenrechtensituatie in de Arabische Republiek Syrië,

–   gezien het rapport van de onafhankelijke internationale onderzoekscommissie voor de Arabische Republiek Syrië, dat op 23 november 2011 aan de UNHCR is voorgelegd,

–   gezien de verklaring van de Raad van 22 april 2013 over sancties tegen Syrië,

–   gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

–   gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, waarbij Syrië partij is,

–   gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de onrust en het bloedvergieten in Syrië nu het derde jaar zijn ingegaan;

B.  overwegende dat het totaalaantal geregistreerde Syrische vluchtelingen nu meer dan 1,2 miljoen is;

C. overwegende dat ongeveer 212 000 Syrische vluchtelingen nog wachten op hun registratie bij de agentschappen van de Verenigde Naties;

D. overwegende dat er tegen eind 2013 naar schatting 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen zullen zijn en 6,5 miljoen mensen in het land zelf behoefte zullen hebben aan humanitaire steun;

E.  overwegende dat president Assad geen gehoor heeft gegeven aan talloze oproepen van de internationale gemeenschap om een eind te maken aan het vreselijke geweld in Syrië;

F.  overwegende dat de Hoge Commissaris heeft beweerd dat het Syrische conflict veel meer is dan een humanitaire crisis en dat het risico bestaat dat het zich zal verspreiden over de regio en zal escaleren tot een politieke, veiligheids- en humanitaire ramp die de internationale reactiecapaciteit volledig zou overrompelen;

G. overwegende dat de drie landen die de meeste gevolgen dragen van het conflict en de vluchtelingenstroom Jordanië, Libanon en Turkije zijn;

H. overwegende dat Turkije voor 750 miljoen USD directe steun heeft verstrekt aan meer dan 300 000 vluchtelingen;

I.   overwegende dat Libanon het grootste aantal Syrische vluchtelingen heeft opgevangen en dat zij weldra bijna een kwart van de bevolking zullen uitmaken;

J.   overwegende dat de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten heeft geschat dat meer dan 600 000 kinderen in de subregio vluchteling zijn;

K. overwegende dat dagelijks duizenden Syriërs naar de buurlanden vluchten op zoek naar veiligheid en bescherming, maar in vluchtelingenkampen kwetsbaar blijven;

L.  overwegende dat de maatschappelijke onrust en de gewelddadige onderdrukking van de Syrische bevolking door de nationale autoriteiten het land in een staat van bijna complete burgeroorlog heeft gestort, hetgeen op zijn beurt tot een breder regionaal conflict zou kunnen leiden;

1.  drukt zijn diepe bezorgdheid uit over de voortdurende humanitaire crisis in Syrië en de gevolgen ervan voor de buurlanden; is bezorgd dat de exodus van vluchtelingen uit Syrië blijft versnellen;

2.  roept de internationale gemeenschap op zich te verenigen om alle mogelijke bijstand te verlenen aan personen die door het voortdurende conflict in Syrië zijn ontheemd en aan de buurlanden, ngo's en andere organisaties die dergelijke steun verlenen;

3.  veroordeelt in krachtige bewoordingen het gebruik van geweld door alle betrokkenen in Syrië;

4.  betreurt elk gebruik van geweld, intimidatie en foltering door eender welke partij tegen mannen, vrouwen en kinderen in Syrië en tegen professionele verleners van humanitaire en medische hulp;

5.  roept de internationale gemeenschap op haar inspanningen te verdubbelen om bij te dragen aan de humanitaire reactie op de vluchtelingencrisis, met inbegrip van de verstrekking van voedsel, water en medische voorzieningen;

6.  uit zijn bezorgdheid over de gevolgen van het voortdurende conflict in Syrië en de humanitaire en vluchtelingencrisis voor de grotere regio op het vlak van veiligheid en stabiliteit;

7.  roept alle partijen in Syrië op de beginselen van mensenrechten en democratie te onderschrijven en zich ertoe te verbinden het conflict tot een vredig einde te brengen;

8.  looft de reactie van de regeringen van de buurlanden die humanitaire steun verlenen aan Syrische vluchtelingen; erkent dat de verstrekking van deze steun in die landen bijkomende druk heeft gelegd op bestaande diensten en begrotingen; roept de internationale gemeenschap op deze landen te steunen;

9.  merkt op dat president Assad als het constitutionele en wettelijke hoofd van de Syrische staat de ultieme verantwoordelijkheid draagt voor alle acties van de strijdkrachten; vraagt president Assad met aandrang om, in het belang van Syrië en de eenheid van het Syrische volk, de verwerping van zijn bewind door de Syrische bevolking te erkennen en af te treden;

10. deelt de door de adjunct-secretaris-generaal voor humanitaire zaken en noodhulpcoördinator geuite bezorgdheid dat het gewone volk de prijs betaalt voor de mislukking om een einde te maken aan het conflict;

11. uit zijn grote bezorgdheid over het feit dat het vechten, het geweld, de invallen en andere veiligheidsincidenten de Syrische grenzen zijn overgestroomd naar de buurlanden en over de gevolgen hiervan voor de personen die het conflict in Syrië zijn ontvlucht en voor de inwoners van die buurlanden;

12. looft Jordanië, Libanon, Turkije en Irak voor hun vrijgevigheid bij het bieden van vitale bescherming aan personen die Syrië ontvluchten; erkent de druk die dit legt op hun middelen, maar dringt er bij de buurlanden op aan hun grenzen open te blijven houden;

13. roept alle partijen in Syrië op ervoor te zorgen dat humanitaire agentschappen op doeltreffende en veilige wijze, volledig en zonder belemmering levensreddende hulp kunnen verstrekken overeenkomstig hun verplichtingen krachtens het internationaal humanitair recht; erkent dat dit de druk kan verminderen op die buurlanden waar Syrische vluchtelingen naartoe vluchten om het conflict te ontvluchten;

14. neemt kennis van de inspanningen van de gezamenlijke speciale vertegenwoordiger Brahimi om tot een vreedzame regeling van het Syrische conflict te komen;

15. erkent dat er dringend moet worden gefocust op internationale en regionale inspanningen om de Syrische crisis op te lossen; blijft er bij alle leden van de VN-Veiligheidsraad op aandringen hun verantwoordelijkheden op te nemen met betrekking tot de Syrische crisis; roept alle landen die ijveren voor een oplossing van de crisis, op om deze inspanningen te ondersteunen; is ervan overtuigd dat dit proces moet zijn gebaseerd op de beginselen van het communiqué van Genève van 30 juni 2012 en op Resolutie 2042 van de VN-Veiligheidsraad;

16. is verheugd over het feit dat de EU bijna 800 miljoen EUR heeft uitgetrokken voor humanitaire en niet-humanitaire steun aan Syriërs in en buiten Syrië; stelt vast dat de EU de grootste humanitaire donor is voor de Syrische crisis;

17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Arabische Liga, de regering en het parlement van de Arabische Republiek Syrië en de regeringen en parlementen van de buurlanden van Syrië.