ONTWERPRESOLUTIE over de situatie van Syrische vluchtelingen in buurlanden
20.5.2013 - (2013/2611(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Marietje Schaake, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Ivo Vajgl, Izaskun Bilbao Barandica, Marielle de Sarnez, Nathalie Griesbeck, Robert Rochefort, Louis Michel, Johannes Cornelis van Baalen, Sarah Ludford, Kristiina Ojuland, Sonia Alfano namens de ALDE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0199/2013
B7‑0228/2013
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van Syrische vluchtelingen in buurlanden
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Syrië, met name die van 16 februari en 13 september 2012[1] en 13 september 2012[2],
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 maart, 23 april, 14 mei, 25 juni, 23 juli, 15 oktober, 19 november en 10 december 2012 en 23 januari, 18 februari, 11 maart en 22 april 2013; gezien de conclusies van de Europese Raad over Libië van 2 maart, 29 juni en 14 december 2012 en 8 februari 2013,
– gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Catherine Ashton, over de Syrische vluchtelingen, en met name de opmerkingen die zij op 13 maart 2013 heeft geformuleerd tijdens de plenaire vergadering in Straatsburg en haar verklaring van 8 mei 2013; gezien de verklaringen van het Commissielid voor internationale samenwerking, humanitaire hulp en crisisbestrijding, Kristalina Georgieva, over de Syrische vluchtelingen en de reactie van de EU, en met name die van 12 mei 2013, en gezien de situatieverslagen en informatiebladen van ECHO over Syrië,
– gezien de briefings van de Veiligheidsraad over Syrië van de adjunct-secretaris-generaal voor humanitaire zaken en noodhulpcoördinator, Valerie Amos, en met name die van 18 april 2013,
– gezien de opmerkingen van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, António Guterres, voor de VN-Veiligheidsraad, en met name die van 18 april 2013,
– gezien het recentste regionale reactieplan (Regional Response Plan, RRP) voor Syrië voor januari tot juni 2013 en alle RRP's van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen sinds het eerste van maart 2012,
– gezien het reactieplan voor humanitaire hulp in Syrië 2013 (Syria Humanitarian Assistance Response Plan, SHARP) van 19 december 2012, dat door de regering van de Arabische Republiek Syrië is opgesteld in samenwerking met systeem van de Verenigde Naties,
– gezien de humanitaire rapporten over Syrië van het Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden (Office for Coordination of Humanitarian Affairs, OCHA) van de Verenigde Naties,
– gezien resolutie 46/182 van de Algemene Vergadering van de VN met als titel "Versterking van de coördinatie van de humanitaire noodhulp van de Verenigde Naties" ("Strengthening of the Coordination of Humanitarian Emergency Assistance of the United Nations") en de hieraan gehechte richtsnoeren,
– gezien het syntheseverslag van de internationale humanitaire toezeggingsconferentie op hoog niveau voor Syrië, die heeft plaatsgehad in Koeweit op 30 januari 2013,
– gezien het slotcommuniqué van de actiegroep voor Syrië (het "communiqué van Genève") van 30 juni 2012,
– gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,
– gezien de Verdragen van Genève van 1949 en de aanvullende protocollen hierbij,
– gezien het Verdrag inzake de rechten van het kind en het bijbehorende Facultatief Protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten, waarbij Syrië partij is,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het Hoge Commissariaat van de VN voor de Vluchtelingen in de periode tot 16 mei 2013 in totaal 1.523.626 Syrische vluchtelingen in de buurlanden en in Noord-Afrika heeft geregistreerd; overwegende dat het totale aantal vluchtelingen, inclusief ongeregistreerde, hoger wordt geraamd; overwegende dat volgens het Hoge Commissariaat van de VN voor de Vluchtelingen door de oorlog in Syrië 7 miljoen Syriërs aangewezen zijn op hulp en 3,1 miljoen kinderen in nood zijn en het aantal binnenlandse ontheemden op 6 mei 2013 4,25 miljoen bedroeg, op een totale Syrische bevolking van 21,4 miljoen;
B. overwegende dat volgens een in maart uitgevoerde raming van de VN ongeveer 80 000 mensen, vooral burgers, door het geweld in Syrië zijn omgekomen en dat dit aantal sindsdien waarschijnlijk aanzienlijk is toegenomen;
C. overwegende dat de nood van de Syrische burgers snel toeneemt en het ernstigst is in de conflictgebieden en de gebieden die worden gecontroleerd door de oppositie; overwegende dat de belangrijkste Syrische steden door het conflict zijn verwoest; overwegende dat aanzienlijke delen van Deir Az Zor, Hama, Homs en Idlib zijn herleid teruggebracht tot puin;
D. overwegende dat de vernietiging van essentiële infrastructuur, inclusief scholen en ziekenhuizen, de devaluatie van de munt, de stijgende voedselprijzen, het brandstof- en elektriciteitstekort en het gebrek aan water, voedsel en geneesmiddelen gevolgen heeft voor het merendeel van de Syriërs;
E. overwegende dat de fysieke toegang tot personen die behoefte hebben aan humanitaire hulp in Syrië ernstig beperkt blijft en afhangt van de medewerking van de Syrische regering;
F. overwegende dat alle partijen in het conflict de verplichting hebben het internationale humanitaire recht te eerbiedigen en burgers te beschermen;
G. overwegende dat VN-agentschappen hebben gemeld vooruitgang te boeken met de organisatie van hulpkonvooien van meer dan één agentschap over de conflictgrenzen heen, naar door de regering gecontroleerde, naar door de oppositie gecontroleerde en naar omstreden gebieden; overwegende dat bureaucratische belemmeringen en controleposten in het hele land (zowel van de regering als van de oppositie) een doeltreffende humanitaire reactie in heel Syrië bemoeilijken;
H. overwegende dat volgens het Hoge Commissariaat van de VN voor de Vluchtelingen het aantal vluchtelingen in gastlanden op 16 mei 2013 als volgt was (inclusief personen die nog niet geregistreerd waren): Turkije – 347 815; Libanon – 474 461; Jordanië – 474 405; Irak – 148 028; Egypte – 68 865; Marokko, Algerije en Libië – 10 052 (geregistreerde); overwegende dat het reële aantal Syrische vluchtelingen veel hoger ligt, doordat velen zich niet hebben laten registreren;
I. overwegende dat registratie het centrale mechanisme blijft om personen die in het bijzonder bezorgdheid wekken, worden geïdentificeerd, beschermd en bijgestaan, met name nieuwkomers met specifieke behoeften, inclusief personen met een handicap, ouderen, onbegeleide minderjarigen en gescheiden kinderen, om deze bij wijze van prioriteit te helpen;
J. overwegende dat het aantal behoeftigen snel is toegenomen en dit zal blijven doen; overwegende dat het aantal Syrische vluchtelingen volgens ramingen van het Hoge Commissariaat van de VN voor de Vluchtelingen kan oplopen tot 3,5 miljoen tegen eind 2013, als het geweld in Syrië niet ophoudt; overwegende dat sinds februari 2013 dagelijks 8 000 personen de Syrische grenzen oversteken;
K. overwegende dat ongeveer drie vierden van de Syrische vluchtelingen die zich bevinden in de buurlanden, wonen buiten de kampen, in een stedelijke omgeving;
L. overwegende dat de gemeenschappen en buurlanden die als gastheer optreden, in het bijzonder Libanon, Jordanië, Turkije en Irak, de hele crisis lang al een beleid voeren van open grenzen; overwegende dat hun vermogen en capaciteit om de toenemende stroom Syrische vluchtelingen op te nemen en onder te brengen op zijn grenzen stoot en dat deze landen dringend hulp nodig hebben om hun grenzen open te houden en vluchtelingen te blijven helpen, inclusief hulp op het gebied van infrastructuur;
M. overwegende dat de toegang tot Syrië voor de verlening van humanitaire hulp afhangt van de buurlanden;
N. overwegende dat de instroom van Syrische vluchtelingen uitdagingen creëert in de buurlanden, inclusief door de effecten van economische neergang, inflatie en werkloosheid;
O. overwegende dat vele Syrische vluchtelingen het steeds moeilijker hebben om de huur te betalen, doordat de overbevolking en de concurrentie voor huisvesting toenemen en de prijzen stijgen; overwegende dat de vluchtelingen te maken krijgen met een aanzienlijke kloof tussen hun inkomsten en hun uitgaven, met beperkte arbeidsmogelijkheden, met het opraken van hun spaartegoeden en met stijgende schulden;
Q. overwegende dat de concurrentie voor banen en de stijgende voedselprijzen factoren zijn die de spanningen tussen de plaatselijke bevolking en de vluchtelingen opdrijven, met name in Libanon en Jordanië, die samen meer dan 1 miljoen vluchtelingen huisvesten;
R. overwegende dat voortdurende inspanningen nodig zijn om de hulp aan de gastgemeenschappen te verhogen, teneinde de spanningen te verminderen en de last voor deze gemeenschappen op te heffen;
S. overwegende dat het International Rescue Committee (IRC) momenteel een reactie op de situatie van de Syrische vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Irak organiseert, met focus in de eerste plaats op vrouwen en kinderen, die bijzondere behoeften hebben, maar in stedelijke vluchtelingengemeenschappen vaak onvoldoende geholpen worden;
T. overwegende dat de buurlanden hebben gekozen voor verschillende opvangmethoden; overwegende dat Libanon een "geen kampen"-beleid voert en de vluchtelingen in het algemeen opneemt in de lokale gemeenschappen (in meer dan 1 200 dorpen); overwegende dat de spreiding van de vluchtelingen over het platteland een ingewikkeld stedelijk registratieprogramma vereist;
U. overwegende dat de Syrische crisis een kritieke bedreiging is geworden voor Libanon, waarvan de bevolking is toegenomen met meer dan 10% (geregistreerde Syrische vluchtelingen) of 25% (geschat aantal Syrische vluchtelingen dat feitelijk in het land is);
V. overwegende dat ongeveer 350 000 Syriërs verblijven in 23 vluchtelingenkampen in Turkije, Jordanië en Irak; overwegende dat nog eens zes vluchtelingenkampen in aanbouw zijn: vier in Turkije en telkens één in Jordanië en Irak;
W. overwegende dat financiële beperkingen een belemmering blijven vormen voor de snelle en efficiënte verlening van humanitaire basishulp; overwegende dat voor het SHARP in totaal 563 miljoen USD aan middelen nodig is om in de behoeften van de mensen in Syrië te voorzien; overwegende dat het reactieplan op 6 mei 2013 maar voor 61% was gefinancierd;
X. overwegende dat het huidige RRP van de VN (RRP 4) wordt herzien voor de periode tot december 2013; overwegende dat de VN een nieuwe financieringsoproep zullen doen op 7 juni 2013, om rekening te houden met het toenemende aantal vluchtelingen uit Syrië en met de voortdurende behoeften van deze mensen en om te zorgen voor meer steun voor de regeringen en gemeenschappen die optreden als gastheer, waarschijnlijk voor een bedrag van 3 miljard USD;
Y. overwegende dat volgens rapporten van hulporganisaties slechts 30 tot 40% van de totale hoeveelheid middelen die tot dusver door de internationale gemeenschap is toegezegd, daadwerkelijk is verstrekt;
Z. overwegende dat de benodigde hoeveelheid humanitaire hulp waarschijnlijk onhoudbaar zal worden; overwegende dat alle betrokken humanitaire spelers een hoeveelheid financiële ondersteuning nodig hebben die niet in verhouding staat tot de bestaande budgetten voor humanitaire hulp van de traditionele donors; overwegende dat buitengewone financieringsmechanismen moeten worden ingesteld om te voorzien in de basisbehoeften die als gevolg van de Syrische crisis ontstaan;
AA. overwegende dat de EU de grootste donor is, die in totaal 600 miljoen EUR aan humanitaire hulp verleent (265 miljoen EUR van ECHO en meer dan 400 miljoen EUR van de lidstaten); overwegende dat de humanitaire hulp die wordt gefinancierd door de Commissie, wordt verleend via gemandateerde professionele internationale organisaties, overeenkomstig de humanitaire principes;
AB. overwegende dat 400 000 Palestijnse vluchtelingen zijn getroffen binnen Syrië; overwegende dat bijna 50 000 Palestijnse vluchtelingen door het VN-Agentschap voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UN Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East, UNRWA) zijn geregistreerd in Libanon; overwegende dat Jordanië in 2012 zijn grens voor Palestijnen die op de vlucht zijn voor het conflict in Syrië, heeft gesloten;
AC. overwegende dat de veiligheidssituatie in het Jordaanse Zaatari-kamp is ontaard, met gevallen van diefstal en brand; overwegende dat Zaatari Jordaniës op drie na grootste stad is geworden, met meer dan 170 000 mensen; overwegende dat de rellen en gewelddadige protesten in de vluchtelingenkampen het gevolg zijn van de erbarmelijke leefomstandigheden en van de vertraging waarmee de hulp ter plaatse komt;
AD. overwegende dat het algemene gebrek aan veiligheid in de kampen levensbedreigend blijft, met gevolgen voor de humanitairehulpverleners; overwegende dat humanitairehulpverleners bij de verdeling van hulp zijn aangevallen, in het ziekenhuis opgenomen en zelfs vermoord en dat journalisten zijn mishandeld;
AE. overwegende dat vrouwen en meisjes in vluchtelingenkampen volgens internationale organisaties het slachtoffer zijn van seksueel geweld en verkrachting, die ook worden gehanteerd als oorlogswapen; overwegende dat er geen adequate medische hulp is voor Syrische vluchtelingen die seksueel geweld overleven; overwegende dat dit ontbreken van toegang tot snelle opvang door begane zorgverleners een schending is van de mensenrechten;
AF. overwegende dat volgens diverse bronnen genots- of mut'ahhuwelijken (islamitische tijdelijke huwelijken) in de kampen met Syrische vluchtelingen floreren, doordat mannen naar de kampen gaan om vrouwen en meisjes uit te buiten en te misbruiken;
AG. overwegende dat het risico dat de Syrische oorlog overslaat naar de buurlanden, waarschijnlijk structureel zal worden in plaats van incidenteel; overwegende dat de EU en de internationale gemeenschap zich geen bijkomende catastrofe kunnen veroorloven; overwegende dat een regionale politieke, veiligheids- en humanitaire ramp de internationale responscapaciteit zou overstijgen;
AH. overwegende dat de stijgende temperatuur zorgt voor een toename van het aantal uitbraken van epidemies;
1. herinnert eraan dat de Syrische regering de hoofdverantwoordelijkheid draagt voor het zorgen voor het welzijn van haar bevolking en het verlenen van toegang voor de verstrekking van humanitaire hulp aan alle Syriërs overeenkomstig het internationale humanitaire recht;
2. dringt er bij alle partijen in het conflict op aan de basisregels van het internationale humanitaire recht te handhaven en te eerbiedigen;
3. looft de gastgemeenschappen en de buurlanden van Syrië, met name Jordanië, Libanon, Turkije en Irak, voor de vernuftige manier waarop zij zorgen voor onderkomen en humanitaire hulp voor de gezinnen die de oorlog in Syrië ontvluchten;
4. is buitengewoon bezorgd door het feit dat deze gastlanden en -gemeenschappen een kritiek punt naderen, door de binnenlandse uitdagingen waarmee de gastlanden en hun bevolking te maken krijgen en door de contaminatie-effecten van de oorlog in Syrië en van de instroom van Syrische vluchtelingen, die kunnen leiden tot een ongeziene regionale instabiliteit;
5. is tevreden met de immense humanitairehulpoperatie waaraan internationale en lokale organisaties bijdragen onder de auspiciën van het OCHA en het Hoge Commissariaat van de VN voor de Vluchtelingen en looft alle humanitairehulpverleners en gezondheidswerkers, internationale en lokale, voor hun moed en doorzettingsvermogen;
6. steunt de aanzienlijke bijdrage van de Commissie en de lidstaten aan de internationale hulpprogramma's, alsmede het politieke leiderschap waarvan blijk is gegeven door Commissielid Georgieva, en spreekt hierover zijn tevredenheid uit;
7. dringt er bij de Commissie op aan een alomvattend hulppakket voor te stellen – dat als voorbeeld kan dienen voor andere grote donors – om de humanitaire crisis in Syrië en de buurlanden aan te pakken, met de volgende drie peilers: i) meer humanitaire hulp (via ECHO), ii) steun om de gastlanden te helpen de lokale gemeenschappen te versterken en de capaciteit en de infrastructuur uit te breiden (via DEVCO) en iii) een snelle invoering van macrofinanciëlehulppakketten voor Libanon en Jordanië;
8. benadrukt het feit dat de EU een bijzondere verantwoordelijkheid draagt voor de stabiliteit en de veiligheid in haar nabuurschap en verzoekt de VV/HV en het Commissielid voor Uitbreiding en het Europees Nabuurschapsbeleid om ervoor te zorgen dat de EU een voortrekkersrol speelt met betrekking tot het voorkomen van het overslaan van de oorlog in Syrië naar de buurlanden;
9. verzoekt de VV/HV om in nauwe samenwerking met de EU-lidstaten in de VN-Veiligheidsraad te ijveren voor een resolutie van de Veiligheidsraad om ervoor te zorgen dat humanitaire hulp overal in Syrië kan worden bezorgd en dat de humanitairehulpverleners worden beschermd;
10. verzoekt alle landen, en met name de EU-lidstaten, snel de toezeggingen na te komen die zij hebben gedaan tijdens de donorconferentie van 30 januari 2013 in Koeweit; verzoekt de EU en de internationale gemeenschap mechanismen in te stellen voor het afleggen van verantwoording, om ervoor te zorgen dat alle toegezegde middelen de aangewezen begunstigden ervan bereiken;
11. dringt er bij alle regeringen in de regio die optreden als gastheer, op aan de principes van niet-terugwijzing en gelijke behandeling van vluchtelingen te eerbiedigen; dringt er bij de VN op aan om in nauwe samenwerking met de donors een oplossing te vinden voor het constante gebrek aan veiligheid en de permanente problemen met de openbare orde in vluchtelingenkampen;
12. stelt het feit aan de kaak dat in de Syrische oorlog gebruik wordt gemaakt van seksueel geweld, inclusief als oorlogswapen, dringt er bij de EU en de internationale gemeenschap op aan specifieke middelen toe te wijzen om het seksuele geweld te beëindigen en verzoekt de gastgemeenschappen te zorgen voor een behoorlijke medische behandeling van wie het slachtoffer van seksueel geweld is geworden;
13. verzoekt de UNRWA, gelet op de toenemende behoeften van de Palestijnse vluchtelingen in Syrië en de buurlanden, royaal de inspanningen te ondersteunen die aan de gang zijn om de weerbaarheid van deze vluchtelingen te versterken en hun lijden en ontheemding zo gering mogelijk te maken;
14. spreekt nogmaals zijn steun uit voor een politieke oplossing voor het Syrische conflict; is van mening dat de sleutel voor de oplossing van het conflict ligt in het faciliteren van een door Syrië geleid politiek proces ter bevordering van een geloofwaardige en effectieve politieke oplossing, samen met diegenen die werkelijk op een overgang zijn gesteld;
15. bevestigt nogmaals dat het een prioriteit is om het humanitaire en het politieke spoor uit elkaar te houden, om toegang tot de behoeftigen te faciliteren;
16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de parlementen en regeringen van de lidstaten en alle partijen in het Syrische conflict.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0057.
- [2] Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0351.