ONTWERPRESOLUTIE over het toezichtprogramma van de National Security Agency in de VS en toezichthoudende instanties in verschillende lidstaten
1.7.2013 - (2013/2682(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Timothy Kirkhope namens de ECR-Fractie
B7‑0338/2013
Resolutie van het Europees Parlement over het toezichtprogramma van de National Security Agency in de VS en toezichthoudende instanties in verschillende lidstaten
Het Europees Parlement,
– gezien de bepalingen van de Europese Unie inzake fundamentele waarden en vrijheden en inzake gegevensbescherming, en gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de verklaring van 30 juni 2013 van de hoge vertegenwoordiger van de EU, Catherine Ashton, over de veronderstelde bespionering van EU-gebouwen,
– gezien de verklaring van 14 juni 2013 van Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie en commissaris voor justitie, over het PRISM-programma,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat een voormalige technische medewerker van de CIA en de National Secuity Agency (NSA), Edward Snowden, heeft beweerd dat Amerikaanse agentschappen met de hulp van grote internetbedrijven persoonsgegevens hebben verzameld, en dat de NSA en de FBI informatie hebben uitgewisseld met internetbedrijven en deze informatie met lidstaten van de EU hebben gedeeld;
B. overwegende dat de Verenigde Staten, internetbedrijven en van betrokkenheid verdachte lidstaten stellig hebben ontkend dat ze buiten de geijkte controlemechanismen om of zonder wettelijk toezicht hebben gehandeld; overwegende dat de VS met name hebben verwezen naar afdeling 702 van de Foreign Intelligence Surveillance Act, die onder de bevoegdheid van het Foreign Intelligence Surveillance Court, de uitvoerende macht en het Congres valt;
C. overwegende dat de Commissie en het Parlement hun bezorgdheid met betrekking tot de rechten van de Europese burgers hebben geuit, en de garantie vragen dat de rechten van de EU-burgers in juridisch en administratief opzicht worden geëerbiedigd;
D. overwegende dat de Amerikaanse minister van Justitie, Eric Holder, heeft voorgesteld deskundigen uit de VS en de EU bijeen te roepen om de situatie uit te klaren;
E. overwegende dat de hoge vertegenwoordiger van de EU, Catherine Ashton, heeft verklaard dat de EDEO geen verdere uitspraken zal doen tot er meer duidelijkheid bestaat over de situatie;
1. onderstreept dat de Commissie de hoeder van de Verdragen is; benadrukt ook dat conclusies en oordelen moeten steunen op feiten en een billijk onderzoek;
2. wijst erop dat het de taak van de Commissie is om te waarborgen dat de lidstaten de Europese wetten inzake gegevensbescherming en fundamentele rechten naleven en handelen in overeenstemming met haar toepassing van de Verdragen en de gemeenschappelijke democratische grondwaarden van de EU;
3. merkt voorts op dat nationale veiligheid een bevoegdheid van de lidstaten is;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de president en het Congres van de Verenigde Staten.