ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Oekraïne
25.2.2014 - (2014/2595(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Helmut Scholz, Nikola Vuljanić, Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee, Jaromír Kohlíček namens de GUE/NGL-Fractie
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat sinds november 2013 – aangewakkerd door de weigering van de Oekraïense regering om een associatieovereenkomst met de EU te sluiten – het protest tegen het beleid van de regering onafgebroken voortduurt en aan beide zijden steeds gewelddadiger wordt, en dat ook extreem-nationalistische groeperingen zich bij het protest hebben aangesloten; overwegende dat het feit dat de politieke krachten, zowel de regering als de oppositie, niet in staat waren een compromis te sluiten, heeft geleid tot de gewelddadige escalatie van de situatie, waarbij tientallen mensen van beide kampen om het leven zijn gekomen en honderden mensen gewond zijn geraakt;
B. overwegende dat de protesten begonnen als pro-EU-demonstraties, maar dat de nadruk daarvan is verlegd naar meer binnenlandse aangelegenheden en dat de protesten vanuit Kiev zijn overgewaaid naar andere steden; overwegende dat de demonstranten het aftreden van de regering en het organiseren van nieuwe parlements- en presidentsverkiezingen hebben geëist;
C. overwegende dat de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en Polen tot een akkoord zijn gekomen over het bezweren van de crisis in Oekraïne, dat was ondertekend door de president van Oekraïne, Viktor Janoekovitsj, en vertegenwoordigers van de oppositie Vitali Klitsjko (UDAR), Oleg Tjagnibok (Svoboda) en Arseni Jatsenjoek (Batkivsjtsjina);
D. overwegende dat de demonstranten in de straten van Kiev niet achter dit compromis stonden, en dat de akkoorden die erop waren gericht om de politieke en staatscrisis op te lossen en die waren gesloten door de ministers van Buitenlandse Zaken van een aantal EU-lidstaten, zijn verbroken door de oppositie;
E. overwegende dat Viktor Janoekovitsj Kiev heeft verlaten met onbekende bestemming, zonder officieel te zijn afgetreden;
F. overwegende dat het Oekraïense parlement (Verchovna Rada) het initiatief heeft genomen en heeft besloten om:
– president Janoekovitsj af te zetten;
– op 25 mei 2014 presidentsverkiezingen te houden;
– een interim-president te benoemen die tevens voorzitter van het parlement en coördinator van de regering wordt;
– de grondwet van 2004 in ere te herstellen op grond waarvan Oekraïne opnieuw een parlementaire-presidentiële regeringsvorm zal hebben;
– voormalig premier Joelia Timosjenko vrij te laten;
– een interim procureur-generaal en diverse ministers te benoemen;
G. overwegende dat de leider van de extreemrechtse partij Svoboda, Oleg Tjagnibok, als directe reactie op de machtswisseling in Kiev pleitte voor de uitbanning van politiek en democratisch pluralisme in Oekraïne, voor etnische zuivering van het hele land, en voor het herstel van de status van Oekraïne als nucleaire grootmacht;
H. overwegende dat het hoofdkantoor van de communistische partij van Oekraïne verwoest is door radicale rechtse krachten en dat de communistische partij in bepaalde regio's van Oekraïne verboden is; overwegende dat Tweede Wereldoorlog- en andere monumenten vernietigd zijn;
I. overwegende dat antisemitische aanvallen tegen Joodse burgers in Kiev hand over hand toenemen, en dat de rabbi van Kiev de Joodse burgers heeft geadviseerd de stad te verlaten; overwegende dat de synagoge in Zaporizjia aangevallen en beschadigd is;
J. overwegende dat 3 477 gemeenteraadsleden in het zuidoosten van Oekraïne en de regio Sebastopol van de Autonome Republiek van de Krim bijeengekomen zijn in Charkov, de besluiten van de Verchovna Rada hebben bekritiseerd, en maatregelen hebben aangenomen waarvan ze vinden dat lokale autoriteiten ze zouden moeten treffen als reactie op de ontwikkelingen in Kiev;
K. overwegende dat er nog altijd geen consensus is onder de bevolking van Oekraïne over de beoordeling van deze ontwikkelingen en de toekomst van het land; overwegende dat de politieke problemen van Oekraïne alleen kunnen worden opgelost met een nationaal debat en een democratisch en transparant besluitvormingsproces over de toekomst van het land, constitutionele en andere hervormingen, en de betrekkingen met internationale partners;
1. betreurt het ten zeerste dat de politieke crisis in Oekraïne niet op tijd was opgelost om het verlies van levens onder Oekraïense burgers te voorkomen; uit zijn medeleven en steun aan alle families van gesneuvelden of gewonden; verzoekt de EU en haar lidstaten de reikwijdte van medische hulp uit te breiden naar alle slachtoffers van geweld in Oekraïne;
2. pleit voor een onafhankelijk en transparant onderzoek naar alle recente gewelddadigheden en alle mensenrechtenschendingen die plaats hebben gevonden sinds het begin van de demonstraties, en pleit voor de vervolging van de verantwoordelijken aan beide kanten;
3. constateert dat de Verchovna Rada zeer uiteenlopende besluiten heeft genomen, maar toont zich bezorgd over het feit dat niet alle parlementsleden aanwezig waren, want als dat wel het geval was geweest, daarmee deze besluiten meer democratische legitimiteit hadden gekregen; merkt op dat de protesten in Kiev voortduren en dat de demonstranten eisen dat er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat oligarchen en personen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen of betrokken zijn bij corruptiepraktijken deel kunnen uitmaken van de regering;
4. wijst erop dat het Oekraïens parlement eindelijk het initiatief heeft genomen om de weg vrij te maken voor vervroegde verkiezingen; verzoekt de Verchovna Rada ruim vóór de verkiezingen een nieuwe kieswet aan te nemen die voldoet aan de regels van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Commissie van Venetië, en toe te zien op het vrije en eerlijke verloop van de verkiezingen; verwacht van alle politieke partijen en instellingen dat zij tijdens de overgangsperiode tot aan de verkiezingen hun programma's publiceren met een duurzame oplossing voor de diepe sociale en economische crisis; onderstreept dat dit een essentieel bestanddeel vormt van een democratisch debat over de toekomstige ontwikkeling van Oekraïne;
5. benadrukt dat het aan het Oekraïense volk is – en aan hen alleen – om vrij, zonder buitenlandse inmenging te beslissen over hun eigen toekomst, over de geopolitieke oriëntatie van hun land en over de vraag tot welke internationale overeenkomsten en gemeenschappen Oekraïne moet toetreden; verzoekt de EU, de VS en Rusland met klem af te zien van inmenging in de interne aangelegenheden van Oekraïne en elke vorm van financiële, economische of politieke druk;
6. dringt er bij alle politieke krachten op aan elk toekomstig gebruik van geweld te voorkomen; toont zich zeer bezorgd over de proliferatie van wapens en munitie in het land; verzoekt alle politieke krachten toe te zien op de overdracht van alle illegale wapens en munitie aan de minister van Binnenlandse Zaken;
7. verzoekt alle politieke krachten in de Oekraïne en alle betrokken internationale actoren zich in te zetten voor de territoriale integriteit en de nationale eenheid van Oekraïne, waarbij rekening wordt gehouden met de culturele en taalkundige samenstelling van het land en zijn geschiedenis;
8. herhaalt zijn bezwaren over de corruptie in het land; verlangt dat activa transparant worden gemaakt, met inbegrip van alle internationale kapitaalstromen in en uit Oekraïne die toebehoren aan bepaalde politici in het huidige bestel, voormalige politici naar wie een onderzoek is ingesteld, en alle politieke partijen en hun leiders; wijst erop dat de nauwe banden tussen de bestuurlijke en politieke instellingen en de oligarchen het grootste deel van de afgelopen twee decennia een van de voornaamste obstakels is geweest in het democratiseringsproces in Oekraïne; verzoekt de EU en haar lidstaten zich meer in te spannen om het witwassen van geld en belastingontduiking door Oekraïense bedrijven en zakenmensen bij Europese banken een halt toe te roepen;
9. verzoekt de EU Oekraïne de financiële steun te verlenen die het land zo hard nodig heeft om de huidige economische en sociale crisis te boven te komen; benadrukt dat deze steun niet afhankelijk moet worden gemaakt van bezuinigingsmaatregelen;
10. toont zich diep bezorgd over de samenwerking tussen de democratische krachten en de openlijk nationalistische en antisemitische krachten die naar verluidt rechtstreekse politieke en financiële steun uit het buitenland ontvangen, onder andere van partners in EU-lidstaten; verzoekt de politieke krachten en het maatschappelijk middenveld dan ook met klem om nationalistisch en antisemitisch beleid te verwerpen;
11. veroordeelt de aanvallen tegen de communistische partij van Oekraïne en de pogingen om de partij te verbieden; verzoekt de interim-autoriteiten om democratische rechten en vrijheid te garanderen voor alle democratische politieke krachten en alle eventuele aanvallen af te wenden;
12. veroordeelt de antisemitische acties van extreemrechtse groeperingen ten zeerste en maakt zich daar grote zorgen over;
13. verzoekt de overgangsinstellingen van Oekraïne met klem om de internationale verplichtingen van het land na te komen, vooral in zijn hoedanigheid als partij bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens en als lid van de Raad van Europa, en toe te zien op de strikte eerbiediging van democratische rechten en vrijheden, mensenrechten, de bescherming van minderheden, persvrijheid, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting; verzoekt alle EU-instellingen en de lidstaten, evenals andere buitenlandse politieke actoren, niet alleen oproepen in dit verband te doen, maar de naleving van deze normen en verplichtingen als voorwaarde te stellen voor financiële steun aan Oekraïne;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het parlement en de regering van Oekraïne en de parlementaire vergaderingen van de OVSE en de Raad van Europa.