ONTWERPRESOLUTIE over de invasie van Oekraïne door Rusland
11.3.2014 - (2014/2627(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Elmar Brok, Mairead McGuinness, Jacek Saryusz-Wolski, Laima Liucija Andrikienė, Roberta Angelilli, Sophie Auconie, Elena Băsescu, Ivo Belet, Jerzy Buzek, Arnaud Danjean, Mário David, Anne Delvaux, Michael Gahler, Andrzej Grzyb, Gunnar Hökmark, Anna Ibrisagic, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Jan Kozłowski, Eduard Kukan, Krzysztof Lisek, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Monica Luisa Macovei, Ria Oomen-Ruijten, Alojz Peterle, Andrej Plenković, Bernd Posselt, Cristian Dan Preda, György Schöpflin, Davor Ivo Stier, Dubravka Šuica, Inese Vaidere, Philippe Juvin namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0263/2014
B7‑0264/2014
Resolutie van het Europees Parlement over de invasie van Oekraïne door Rusland
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over het Europees Nabuurschapsbeleid, het Oostelijk Partnerschap en Oekraïne, en met name zijn resolutie van 27 februari 2014 over de situatie in Oekraïne[1],
– gezien zijn resolutie van 12 december 2013 over de resultaten van de top van Vilnius en de toekomst van het Oostelijk Partnerschap, in het bijzonder wat Oekraïne betreft[2],
– gezien zijn resolutie van 6 februari 2014 over de top EU-Rusland[3],
– gezien de conclusies van de buitengewone vergadering van de Raad Buitenlandse Zaken op 3 maart 2014 over Oekraïne,
– gezien de verklaring van de Noord-Atlantische Raad van 4 maart 2014,
– gezien de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders over Oekraïne na de buitengewone vergadering van de Europese Raad op 6 maart 2014 over Oekraïne,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat strijdkrachten van de Russische Federatie de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne hebben geschonden;
B. overwegende dat de onwettige autoriteiten van de Krim op 6 maart 2014 een besluit hebben genomen ten gunste van aansluiting bij de Russische Federatie en op 16 maart 2014 een referendum over de onafhankelijkheid van de Krim willen houden, hetgeen een schending van de grondwet van Oekraïne is, die alleen referenda over lokale aangelegenheden toestaat;
C. overwegende dat Rusland, naast het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, partij is bij het Memorandum van Boedapest uit 1994 betreffende veiligheidsgaranties voor Oekraïne, waarmee de eerbiediging van de territoriale integriteit en de soevereiniteit van Oekraïne werd gewaarborgd;
D. overwegende dat de Federatieraad van de Russische Federatie op 1 maart 2014 toestemming heeft verleend voor het inzetten van strijdkrachten van de Russische Federatie in Oekraïne;
E. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad in drie dagen tweemaal over Oekraïne heeft vergaderd; overwegende dat de plaatsvervangend secretaris-generaal van de VN, Jan Eliasson, op 2 maart 2014 naar Kiev is gezonden om de secretaris-generaal te informeren over mogelijke verdere stappen van de VN met het oog op de de-escalatie van de situatie;
1. veroordeelt in de scherpst mogelijke bewoordingen de invasie en het zonder aanleiding schenden van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne door de Russische Federatie; eist de onmiddellijke terugtrekking van de Russische strijdkrachten naar de gebieden waar deze permanent gelegerd zijn; herinnert eraan dat deze acties duidelijk in strijd zijn met het Handvest van de VN, de Slotakte van Helsinki van de OVSE, het Memorandum van Boedapest uit 1994 betreffende veiligheidsgaranties, de Bilaterale Overeenkomst uit 1997 inzake vriendschap, samenwerking en partnerschap, de Overeenkomst uit 1997 over de status en de voorwaarden voor de aanwezigheid van de Russische Zwarte-Zeevloot op het grondgebied van Oekraïne en de internationale verplichtingen van Rusland; is van mening dat de door Rusland uitgevoerde handelingen een bedreiging vormen voor de veiligheid van de EU;
2. spreekt zijn volledige steun uit voor de territoriale integriteit, de eenheid en de soevereiniteit van Oekraïne; is verheugd over de verantwoordelijke rol die de Verchovna Rada heeft gespeeld door zijn grondwettelijke taken volledig te vervullen en het politieke en institutionele vacuüm op te vullen dat ontstaan was als gevolg van het aftreden van de regering en het ontslag van de president, die zijn kantoor heeft verlaten en later het land; prijst de verantwoordelijke, gematigde en ingetogen wijze waarop de regering in Kiev met deze ernstige crisis is omgegaan, waarin de territoriale integriteit en de soevereiniteit van het land op het spel staan; verzoekt de internationale gemeenschap met één krachtige stem te spreken en Oekraïne stevige steun en bijstand te verlenen;
3. beschouwt het besluit van de onwettige autoriteiten van de Krim om een referendum te houden over de toekomstige status van het gebied als een schending van de Oekraïense grondwet en daarmee onrechtmatig; spreekt zijn scherpe veroordeling uit over het besluit van de Hoge Raad van de Autonome Republiek van de Krim ten gunste van aansluiting bij de Russische Federatie;
4. doet een oproep om een vreedzame oplossing voor de huidige crisis te zoeken en de beginselen van en de verplichtingen uit hoofde van het internationale recht volledig in acht te nemen; is van mening dat de situatie moet worden beheerst en verder gede-escaleerd om een gewapend conflict te voorkomen; onderstreept dat internationale waarneming en bemiddeling van het grootste belang zijn; verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten blijk te geven van de bereidheid om alle mogelijke diplomatieke en politieke middelen uit te putten en onvermoeibaar met alle relevante internationale organisaties, zoals de VN, de OVSE en de Raad van Europa, samen te werken met het oog op een vreedzame oplossing, die moet berusten op de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne; wijst erop dat het geweld waarmee de speciale vertegenwoordiger van de VN, Robert Serry, en de OVSE-waarnemers op de Krim van de kant van pro-Russische groeperingen zijn geconfronteerd, niet bevorderlijk is voor het bereiken van een vreedzame oplossing voor het conflict; dringt er bij de Russische autoriteiten op aan de dialoog met de nieuwe Oekraïense regering aan te gaan om de Russische punten van zorg en de politieke en economische betrekkingen te bespreken;
5. is verheugd over het feit dat de Oekraïense regering zich geëngageerd wil inzetten voor een ambitieuze hervormingsagenda die politieke, economische en maatschappelijke veranderingen behelst; is daarom verheugd over het besluit van de Commissie om aan Oekraïne een steunpakket voor de korte en middellange termijn ten bedrage van 11 miljard euro te verlenen, om het land economisch en financieel te helpen stabiliseren; dringt aan op internationale inspanningen onder Europese leiding om de situatie in Oekraïne op de lange termijn te stabiliseren, de verslechterende sociaaleconomische situatie aan te pakken, de macro-economische stabiliteit te bevorderen en met de noodzakelijke diepgaande en omvattende hervormingen van de economie te beginnen; is een sterk voorstander van een internationaal mechanisme voor donorcoördinatie dat moet worden opgezet en gecoördineerd door de Commissie en dat de EU-lidstaten, het IMF, de Wereldbank, de EBWO en de EIB alsmede andere landen bij elkaar brengt om een internationaal financieringspakket in elkaar te zetten; verzoekt de Commissie en de lidstaten om samen met de Raad van Europa en de Venetiëcommissie, naast financiële steun, ook technische bijstand te verlenen met het oog op een grondwetsherziening, de versterking van de rechtsstaat en de corruptiebestrijding in Oekraïne;
6. moedigt de Oekraïense autoriteiten ertoe aan om te zorgen voor vrije en eerlijke verkiezingen die volledig voldoen aan de internationale normen, de herziening van de grondwet en de rechtspraak naar voren te halen, krachtig op te treden om een einde te maken aan de corruptie, en alle gewelddaden te onderzoeken die tijdens de drie maanden betogingen op de EuroMaidan zijn gepleegd; herhaalt dat het van belang is een inclusief beleid te voeren waarbij de hand wordt uitgestrekt naar alle Oekraïense regio's en minderheden en gewaarborgd wordt dat de rechten van mensen die tot een nationale minderheid behoren, overeenkomstig de internationale normen volledig worden beschermd; verzoekt de Oekraïense autoriteiten nieuwe wetgeving aan te nemen die aansluit bij de verplichtingen die Oekraïne uit hoofde van het Europese Handvest voor regionale en minderheidstalen heeft, om zo te garanderen dat de rechten van de burgers in het land worden geëerbiedigd en het Russisch en andere minderheidstalen kunnen worden gebruikt;
7. spreekt zijn voldoening uit over de beslissing van de Europese Raad om de politieke hoofdstukken van de associatieovereenkomst te ondertekenen vóór de presidentsverkiezingen in Oekraïne; is verheugd over het engagement van de Europese Raad, die ervoor wil zorgen dat de EU eenzijdig maatregelen neemt waardoor Oekraïne in aanzienlijke mate kan profiteren van de voordelen van de vergaande en alomvattende vrijhandelsruimte (DCFTA), zoals de toepassing van bepalingen in verband met de invoer van goederen tegen lagere tarieven en de inrichting van tariefquota; herhaalt dat de resterende onderdelen van de AA/DCFTA-overeenkomst zo spoedig mogelijk moeten worden ondertekend; wijst op de behoefte aan duidelijke signalen die Rusland laten zien dat niets in deze overeenkomst de toekomstige, op samenwerking gebaseerde bilaterale politieke en economische betrekkingen tussen Oekraïne en Rusland in gevaar brengt of schaadt; is tevreden met de recente erkenning door de Raad van het feit dat de associatieovereenkomst, met inbegrip van een overeenkomst voor een vergaande en alomvattende vrijhandelsruimte, niet het einddoel is van de samenwerking tussen de EU en Oekraïne; onderstreept voorts dat in artikel 49 VEU sprake is van alle Europese staten, dus ook Oekraïne, dat een Europees perspectief heeft en het EU-lidmaatschap kan aanvragen, mits het de democratische beginselen in acht neemt, de fundamentele vrijheden, de mensenrechten en de rechten van minderheden eerbiedigt en het functioneren van de rechtsstaat garandeert;
8. is ingenomen met het besluit van de Europese Raad van 6 maart 2014 over een eerste reeks gerichte maatregelen, zoals de opschorting van de bilaterale gesprekken over visa-aangelegenheden en de nieuwe overeenkomst, alsmede het besluit van de lidstaten en de EU-instellingen om hun voorbereidingen voor de G8-top in Sotsji op te schorten; wijst erop dat, mocht dit onvoldoende de-escalatie in het conflict opleveren, de EU zich dient voor te bereiden op nieuwe maatregelen en sancties, zoals het inleiden van de procedures om Rusland uit de G8, de Raad van Europa en de OVSE te verwijderen, de opschorting van het Russische toetredingsverzoek tot de OESO, de invoering van een reisverbod, de bevriezing van tegoeden en de toepassing van antiwitwaswetgeving op vooraanstaande Russische politici die betrokken zijn bij de besluitvorming en de uitvoering van besluiten om de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne te schenden, maatregelen om Russische bedrijven en hun dochterondernemingen te dwingen tot volledige naleving van de internemarktwetgeving en het mededingingsrecht van de EU, met name in de energiesector, en een verbod op de handel in wapens en voor tweeledig gebruik geschikte technologie;
9. is verheugd over het besluit van de Raad om sancties goed te keuren die zich richten op het bevriezen en terugvorderen van verduisterde Oekraïense gelden, waarbij 18 personen in het middelpunt staan;
10. benadrukt het belang van veilige, gediversifieerde en betaalbare energieleveringen voor Oekraïne; onderstreept in dit verband de strategische rol van de Energiegemeenschap, waarvan Oekraïne in 2014 voorzitter is, en hoe belangrijk het is dat Oekraïne weerstand opbouwt tegen dreigementen vanuit Rusland met betrekking tot energie; herinnert aan de noodzaak van uitbreiding van de opslagcapaciteiten in de EU en van voorzieningen voor een omgekeerde gasstroom van de EU-lidstaten naar Oekraïne; is verheugd over het voorstel van de Commissie om het Oekraïense gasdoorvoersysteem te moderniseren en Oekraïne bij de betaling van zijn schulden aan Gazprom bij te staan;
11. verzoekt de Raad om de Commissie onmiddellijk toestemming te verlenen voor een snellere visumdialoog met Oekraïne, om toe te werken naar invoering van een visumvrije regeling, naar het voorbeeld van Moldavië; dringt in afwachting hiervan aan op de onmiddellijke invoering van tijdelijke, zeer eenvoudige en goedkope visumprocedures op het niveau van de EU en de lidstaten;
12. onderstreept dat het belangrijk is dat de EU er actief aan werkt om de mensen in Oekraïne, en op dit moment met name op de Krim, voor zich te winnen om de valse propagandistische boodschappen van Russische kant onderuit te halen; wijst de Russische beweringen over discriminatie van Russischtalige burgers in Oekraïne en de lasterlijke verwijzing naar vreedzame betogers als fascisten faliekant van de hand;
13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de waarnemend president, de regering en het parlement van Oekraïne, de Raad van Europa, en de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0170.
- [2] Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0595.
- [3] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0101.