ONTWERPRESOLUTIE over Russische druk op de landen van het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder de destabilisatie van Oost-Oekraïne
15.4.2014 - (2014/2699(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Guy Verhofstadt, Johannes Cornelis van Baalen, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Graham Watson, Louis Michel, Sarah Ludford, Kristiina Ojuland, Leonidas Donskis, Gerben-Jan Gerbrandy, Hannu Takkula, Marietje Schaake, Jelko Kacin, Marielle de Sarnez, Robert Rochefort, Alexander Graf Lambsdorff, Adina-Ioana Vălean namens de ALDE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0436/2014
B7‑0437/2014
Resolutie van het Europees Parlement over Russische druk op de landen van het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder de destabilisatie van Oost-Oekraïne
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over het Europees Nabuurschapsbeleid, het Oostelijk Partnerschap en Oekraïne, en met name zijn resoluties van 27 februari 2014 over de situatie in Oekraïne[1] en van 13 maart 2014 over de invasie van Oekraïne door Rusland[2],
– gezien de ondertekening van de politieke gedeelten van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne op 21 maart 2014,
– gezien de verklaring van de staatshoofden en de regeringsleiders van de EU over Oekraïne na de buitengewone vergadering van de Europese Raad op 6 maart 2014 over Oekraïne, en gezien de conclusies van de Europese Raad van 20 maart 2014 over Oekraïne,
– gezien de resolutie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa van 9 april 2014 over "recente ontwikkelingen in Oekraïne: gevaren voor het functioneren van democratische instellingen",
– gezien artikel 2, lid 4, van het VN-Verdrag,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Russische daad van agressie, te weten de invasie en annexatie van de Krim, een schending vormt van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne, strijdig is met het internationaal recht, en een inbreuk vormt op de verplichtingen die Rusland is aangegaan als ondertekenaar van het memorandum van Boedapest betreffende veiligheidsgaranties voor Oekraïne, in het kader waarvan Rusland heeft toegezegd de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne te zullen eerbiedigen;
B. overwegende dat er aanwijzingen zijn dat Rusland de protesten in de regio's Loehansk, Donetsk en Charkov actief aanmoedigt en sponsort, en direct of indirect verantwoordelijk is voor de recente bezetting van openbare gebouwen in deze regio's en steden;
C. overwegende dat Rusland nog altijd grote aantallen direct inzetbare troepen langs de Oekraïens-Russische grens heeft klaarstaan, ondanks zijn belofte deze troepen terug te trekken om de spanningen te verminderen;
D. overwegende dat Rusland vasthoudt aan zijn besluit de Oekraïense regering en waarnemend president niet te erkennen, en Russische officiële verklaringen en nieuwsverslaggeving vijandig, ongegrond en niet-waarheidsgetrouw blijven;
E. overwegende dat de Russische politieke leiders een harde en vijandige retoriek bezigen ten opzichte van andere buurlanden, met name Moldavië, nadat de feitelijke autoriteiten van Transnistrië hebben verzocht zich officieel bij de Russische Federatie te mogen aansluiten;
F. overwegende dat op alle niveaus krachtige diplomatieke maatregelen moeten worden genomen en een onderhandelingsproces moet worden gestart om de situatie te de-escaleren, spanningen te verminderen, te voorkomen dat de crisis in een neerwaartse spiraal terechtkomt en onbeheersbaar wordt, en een vreedzame uitkomst veilig te stellen; overwegende dat de EU doeltreffend moet reageren om Oekraïne en alle andere landen van het Oostelijk Partnerschap in staat te stellen hun soevereiniteit volledig uit te oefenen en te handhaven zonder ongepaste en vijandige druk van Rusland;
G. overwegende dat de sancties die de Europese Unie en de Verenigde Staten aan een aantal Russische functionarissen hebben opgelegd Rusland er niet van hebben weerhouden de situatie verder te laten escaleren, en daarom door aanvullende maatregelen moeten worden opgevolgd;
1. herhaalt zijn scherpe veroordeling van de Russische invasie en annexatie van de Krim, die duidelijk in strijd zijn met het Handvest van de VN, de Slotakte van Helsinki van de OVSE, het statuut van de Raad van Europa, het memorandum van Boedapest uit 1994 betreffende veiligheidsgaranties, de bilaterale overeenkomst uit 1997 inzake vriendschap, samenwerking en partnerschap en de overeenkomst uit 1997 over de status en de voorwaarden voor de aanwezigheid van de Russische Zwarte Zeevloot op het grondgebied van Oekraïne; is van oordeel dat de door Rusland genomen acties de veiligheid en stabiliteit van het gehele Europese continent in gevaar brengen;
2 verwerpt ten stelligste de aanhoudende Russische verklaringen dat de nieuwe Oekraïense regering onrechtmatig en onwettig is en dat de Oekraïense burgers in de oostelijke regio's door rechtse extremisten worden bedreigd;
3. spoort de Oekraïense regering en de Verchovna Rada aan een grondwetshervormingsproces op te starten om de hoogste niveaus van bescherming van minderheden te waarborgen, samen met bepalingen over het gebruik van talen en andere dringende kwesties, in overeenstemming met de hoogste internationale en Europese normen;
4. verzoekt Rusland zijn militaire eenheden langs de Oekraïens-Russische grens terug te trekken en een einde te maken aan zijn betrokkenheid bij en steun voor de separatistische groepen in oostelijk Oekraïne; neemt kennis van de aanhoudende steun van een grote meerderheid van de burgers in deze regio voor het behoud van de eenheid van Oekraïne; verzoekt de pro-Russische demonstranten vreedzaam een einde te maken aan de bezetting van openbare gebouwen en zich te weerhouden van verdere acties waardoor de situatie zou kunnen escaleren;
5. merkt op dat de betogingen tegen de Russische bezetting die op 15 maart en 13 april 2014 in Moskou en in andere steden werden gehouden erop wijzen dat een aanzienlijk deel van de Russische burgers tegen een vijandige militaire actie tegen Oekraïne is;
6. is ingenomen met de beslissing van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2014 een GVDB-politiemissie voor recht en orde naar Oekraïne te zenden, en hoopt dat deze missie onverwijld kan worden uitgevoerd; onderschrijft de tijdens deze crisis door de NAVO en de Verenigde Staten genomen maatregelen en afgegeven verklaringen, en juicht ook toe dat de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa op 10 april 2014 heeft besloten de Russische delegatie het stemrecht te ontnemen en de delegatieleden uit te sluiten van deelname aan de hoogste organen van de Raad van Europa;
7. verzoekt de Raad het toepassingsgebied van de persoonlijke, individuele sancties die zijn opgelegd aan Russische ambtenaren uit te breiden, zodat deze van toepassing zijn op een grotere groep mensen die dicht bij het Russische leiderschap staan; meent dat gerichte sancties ook moeten worden uitgebreid naar overheidsinstanties, onder andere het leger;
8. verzoekt het bedrijfsleven van de EU na te gaan of de manier waarop zij zaken doen in Rusland in overeenstemming is met de uniforme EU-benadering van het Russische overheidsbeleid; verzoekt de lidstaten geen wapens of militair materiaal aan Rusland te verkopen en om leveringen van dergelijke artikelen uit te stellen tot de huidige crisis adequaat is opgelost;
9. is verheugd over de geplande vergadering van de Oekraïense, Amerikaanse en Russische ministers van Buitenlandse Zaken met de hoge vertegenwoordiger van de EU, en ziet deze vergadering als een kans om de huidige spanningen te verminderen en een begin te maken met een politieke en diplomatieke oplossing van de crisis; benadrukt in dit verband dat de Russische annexatie van de Krim onwettig blijft en in overeenstemming met het internationaal recht en met volledige erkenning van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne moet worden aangepakt;
10. onderstreept dat de Russische zorgen met betrekking tot het EU-associatieproces van Oekraïne en andere oostelijke buurlanden adequaat moeten worden benaderd en uitgelegd, zodat de vrees voor nieuwe geopolitieke scheidslijnen op het Europese continent kan worden weggenomen; wijst erop dat ieder land het recht heeft zijn eigen politieke keuzen te maken, maar dat de betrokkenheid van de EU bij de oostelijke partners erop gericht is de welvaart en politieke stabiliteit te verhogen, wat de Russische Federatie uiteindelijk ook voordelen zal opleveren;
11. steunt de territoriale integriteit van Moldavië volledig en verzoekt Rusland zich volledig in te zetten voor een oplossing voor het probleem Transnistrië, en geen enkele maatregel te nemen waardoor het Oekraïense conflict kan worden uitgebreid naar Moldavië;
12. uit nogmaals zijn steun voor de territoriale integriteit van Georgië; meent dat sneller naar de ondertekening van de associatieovereenkomst en de voorlopige tenuitvoerlegging van de DCFTA-overeenkomsten moet worden toegewerkt;
13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de waarnemend president, de regering en het parlement van Oekraïne, de Raad van Europa en de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0170.
- [2] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0248.