ONTWERPRESOLUTIE over de escalatie van geweld tussen Israël en Palestina
15.7.2014 - (2014/2723(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Gianni Pittella, Victor Boştinaru, Knut Fleckenstein namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0071/2014
B8‑0071/2014
Resolutie van het Europees Parlement over de escalatie van geweld tussen Israël en Palestina
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over de Gazastrook, en met name die van 22 november 2012 over de situatie in Gaza[1],
– gezien de verklaring van 8 juli 2014 van de woordvoerder van de vicevoorzitter / hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton over het raketvuur vanuit Gaza en de voortdurende vergeldingsacties van de Israëlische defensietroepen,
– gezien de verklaring van de VN-Veiligheidsraad van 12 juli 2014,
– gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,
– gezien de Vierde Conventie van Genève van 1949 betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat volgens de Verenigde Naties ten minste 175 mensen, voor het merendeel burgers, onder wie vele kinderen, in de Gazastrook zijn omgekomen sinds de Israëlische defensietroepen op 7 juli 2014 operatie "Machtige Klif" in gang hebben gezet; overwegende dat volgens de Palestijnse Autoriteit meer dan 1 200 mensen gewond zijn geraakt, meer dan 160 000 mensen ontheemd zijn geraakt, meer dan 1 000 huizen zijn vernietigd en honderdduizenden mensen de gevolgen ondervinden van de vernietiging van de basisinfrastructuur in het gebied;
B. overwegende dat volgens de Israëlische regering tussen half juni en 7 juli 2014 300 raketten op Israël zijn afgevuurd vanuit de Gazastrook; overwegende dat volgens de Israëlische defensietroepen sinds 7 juli meer dan 1 000 raketten op Israël zijn afgevuurd vanuit de Gazastrook, gericht op doelen zo ver als Tel Aviv en het noorden van het land; overwegende dat er eveneens raketten op Israëlisch grondgebied zijn afgevuurd vanuit Libanon en Syrië;
C. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad in zijn verklaring van 12 juli 2014 zijn ernstige bezorgdheid heeft uitgesproken over de Gazacrisis, heeft opgeroepen tot de-escalatie van de situatie, het herstel van de rust en handhaving van het staakt-het-vuren van november 2012, alsook tot eerbiediging van het internationaal humanitair recht, met inbegrip van de bescherming van burgers, en zijn steun heeft uitgesproken voor hervatting van rechtstreekse onderhandelingen tussen de Israëli´s en de Palestijnen teneinde een alomvattende vredesovereenkomst te bewerkstelligen op basis van de tweestatenoplossing;
D. overwegende dat Egypte op 14 juli 2014 een plan voor een staakt-het-vuren heeft voorgesteld dat door de Israëlische regering is aanvaard; overwegende dat Hamas tot op heden nog niet formeel op dit voorstel heeft geantwoord; overwegende dat een aantal andere internationale actoren heeft gewaarschuwd tegen de verdere escalatie van de crisis, Hamas en Palestijnse militanten heeft opgeroepen een einde te maken aan de raketbeschietingen, en Israël heeft gewaarschuwd tegen een invasie van de Gazastrook met grondtroepen;
E. overwegende dat het Parlement herhaaldelijk zijn steun heeft uitgesproken voor de tweestatenoplossing, waarbij de staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare staat Palestina zij aan zij in vrede en veiligheid leven;
1. spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de kritieke situatie in de Gazastrook en in het zuiden van Israël; betreurt de dood van burgers, onder wie vele kinderen, in de Gazastrook en betuigt zijn deelneming aan de nabestaanden van de onschuldige slachtoffers;
2. dringt aan op de onmiddellijke de-escalatie van het conflict door middel van een staakt-het-vurenovereenkomst tussen beide partijen en op onmiddellijke beëindiging van alle daden van geweld die het leven van burgers bedreigen; is ingenomen met het initiatief dat Egypte in dit verband heeft genomen en het besluit van de Israëlische regering om het Egyptische voorstel te aanvaarden; dringt er bij de Palestijnse zijde op aan positief op dit initiatief te reageren;
3. roept op tot beëindiging van het willekeurig afvuren van raketten die opzettelijk gericht zijn tegen Israëlische burgers en van het gebruik van menselijke schilden door Hamas en Palestijnse militanten in het kader van de vijandigheden; dringt er, hoewel het Israëls´ recht om zijn burgers te beschermen erkent, bij Israël op aan het excessief gebruik van geweld te vermijden en zijn verplichtingen uit hoofde van het internationaal humanitair recht en mensenrechtenwetgeving volledig na te komen, inclusief de bescherming van burgers – met name vrouwen en kinderen – en van de primaire civiele infrastructuur in de Gazastrook; waarschuwt tegen een Israëlische invasie van het gebied met grondtroepen, die het conflict verder zou doen oplaaien en ernstige humanitaire gevolgen zou hebben;
4. dringt er bij de internationale gemeenschap en met name bij de VN-Veiligheidsraad op aan een adequaat antwoord te formuleren en onverwijld een oplossing te vinden voor de huidige crisis; moedigt regionale actoren, met name Egypte en Jordanië, aan hun inspanningen om de rust te herstellen, voort te zetten;
5. roept nogmaals op tot opheffing van de blokkade van de Gazastrook, tot een effectief controlemechanisme om het smokkelen van wapens naar het gebied te voorkomen, met het oog op de legitieme veiligheidsbehoeften van Israël, en tot de wederopbouw en het economisch herstel van de Gazastrook;
6. spreekt wederom zijn steun uit voor de tweestatenoplossing op basis van de grenzen van 1967 en met Jeruzalem als hoofdstad van beide staten, waarbij de staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat zij aan zij leven in vrede en veiligheid; onderstreept eens te meer dat geweldloze middelen de enige manier zijn om een rechtvaardige en duurzame vrede tussen Israëli's en Palestijnen tot stand te brengen;
7. dringt in die geest aan op serieuze en geloofwaardige inspanningen van beide zijden en de internationale gemeenschap om de rechtstreekse vredesonderhandelingen tussen Israëli´s en Palestijnen te hervatten en om tijdens deze besprekingen concrete resultaten te boeken; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan in dit verband een actievere politieke rol te spelen, onder meer door middel van een Europees vredesinitiatief en een vredesplan;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de afgezant van het Midden-Oostenkwartet, de Knesset en de regering van Israël, de president van de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse Wetgevende Raad alsmede het parlement en de regering van Egypte en het parlement en de regering van Jordanië.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0454.