Ontwerpresolutie - B8-0114/2014Ontwerpresolutie
B8-0114/2014

ONTWERPRESOLUTIE over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus

16.9.2014 - (2014/2842(RSP))

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Knut Fleckenstein, Kathleen Van Brempt, Norbert Neuser, Matthias Groote, Enrique Guerrero Salom, Linda McAvan, Maria Arena, Marlene Mizzi, Tonino Picula, Nicola Caputo, Christel Schaldemose, Gilles Pargneaux, Kashetu Kyenge, Liisa Jaakonsaari, Glenis Willmott, Andi Cristea, Vilija Blinkevičiūtė namens de S&D-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0107/2014

Procedure : 2014/2842(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0114/2014
Ingediende teksten :
B8-0114/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0114/2014

Resolutie van het Europees Parlement over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus

(2014/2842(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien de mededeling "Public Health Emergency of International Concern" van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 8 augustus 2014,

–       gezien de door de WHO opgestelde routekaart bij wijze van "Reactie op de uitbraak van het ebolavirus" van 28 augustus 2014,

–       gezien de risicobeoordeling met betrekking tot de uitbraak van het ebolavirus van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) van 27 augustus 2014,

–       gezien de verklaring over de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika van de commissaris voor Volksgezondheid, Tonio Borg, van 8 augustus 2014,

–       gezien de verklaring over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus van de commissaris voor Ontwikkeling, Andris Piebalgs, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbestrijding, Kristalina Georgieva, van 5 september 2014,

–       gezien de op 21 augustus 2014 door de Afrikaanse Unie (AU) ingestelde missie voor steunverlening bij de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika (ASEOWA),

–       gezien de speciale briefing van de VN over ebola door Dr. Joanne Liu, de internationale voorzitter van Médecins Sans Frontières, van 2 september 2014,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat de virale ebolaziekte, vroeger bekend onder de naam hemorragische ebolakoorts, een ernstige, vaak dodelijke, bij mensen voorkomende ziekte is;

B.     overwegende dat sinds de officiële aanvang van de ebola-uitbraak op 22 maart 2014 in Guinee, de epidemie vier andere landen heeft bereikt (Liberia, Nigeria, Sierra Leone en Senegal), meer dan 4 000 mensen heeft getroffen en meer dan 2 000 mensen het leven heeft gekost;

C.     overwegende dat de epidemie zich steeds sneller en verder uitbreidt in West-Afrika, en er tevens een afzonderlijke uitbraak van het virus is in de Democratische Republiek Congo;

D.     overwegende dat de WHO erkent dat de uitbraak van het ebolavirus aanvankelijk is onderschat en denkt dat het aantal patiënten de komende drie maanden de 20 000 zou kunnen overschrijden;

E.     overwegende dat de WHO heeft gemeld dat dit de grootste uitbraak in de geschiedenis is in termen van aantallen ziektegevallen en doden en wat betreft de geografische verspreiding ervan, en heeft verklaard dat de crisis een volksgezondheidscrisis van internationale omvang is waarvoor een gecoördineerde internationale reactie nodig is;

F.     overwegende dat de routekaart van de WHO een aantal concrete en onmiddellijke maatregelen bevat die tot doel hebben de overdracht van ebola wereldwijd een halt toe te roepen binnen een termijn van 6 tot 9 maanden en tegelijkertijd snel om te gaan met de gevolgen van eventuele verdere internationale verspreiding, en dat tevens wordt erkend dat het nodig is de bredere sociaaleconomische impact van de uitbraak aan te pakken;

G.     overwegende dat de meest actieve ngo's in het gebied, zoals Médecins Sans Frontières en het Internationale Rode Kruis en de Internationale Rode Halve Maan, de reactie van de internationale gemeenschap gevaarlijk ontoereikend hebben genoemd, aangezien uiterst beperkte capaciteiten ter plekke leiden tot kritieke tekortkomingen op alle terreinen van de reactie: medische zorgverlening, de opleiding van gezondheidswerkers, infectiebeheersing, de opsporing van contacten, epidemiologisch toezicht, waarschuwings- en verwijzingssystemen, maatschappelijke vorming en mobilisering;

H.     overwegende dat de eenheid Humanitaire Hulp en Burgerbescherming van de Commissie meer dan EUR 147 miljoen aan humanitaire en ontwikkelingshulp heeft toegezegd om de verspreiding van het virus een halt toe te roepen, behandeling en hoognodige uitrusting ter beschikking te stellen aan besmette personen, en humanitaire deskundigen in te zetten;

I.      overwegende dat van de toegezegde EUR 147 miljoen slechts EUR 11,9 miljoen specifiek bedoeld is voor humanitaire noodhulp;

J.      overwegende dat de Commissie de situatie volgt middels haar Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties, dat als platform moet fungeren voor de coördinatie van de EU‑steun;

K.     overwegende dat de lidstaten van de EU in staat zijn op korte termijn hulpteams te mobiliseren voor vroegtijdige diagnose, isolatie (met scheiding van verdachte en bevestigde gevallen), monitoring van contactpersonen en het traceren van besmettingsketens, maatregelen voor begrafenissen, onderwijs en plaatselijke ondersteuning;

L.     overwegende dat de getroffen landen nu reeds met een tekort aan voedsel en schoon water te kampen hebben, alsook met de ineenstorting van hun economieën door een verstoring van de handel, de commerciële vluchten en het oogsten na de uitbraak van de epidemie, wat heeft geleid tot sociale onrust, mensen die vluchten, chaos, bedreigingen van de openbare orde en een verdere verspreiding van het virus;

M.    overwegende dat het risico op verspreiding van het ebolavirus binnen de grenzen van de EU laag is;

N.     overwegende dat de uitbraak van het ebolavirus de ernstige tekortkomingen van de gezondheidsstelsels van de getroffen landen aan het licht heeft gebracht, alsook de dringende behoefte aan steun om deze te verbeteren;

1.      waardeert en steunt de voortdurende uitbreiding van de financiële inzet van de Commissie in termen van humanitaire en ontwikkelingshulp ter bestrijding van de crisis, en met name haar steun voor de ASEOWA-missie van de Afrikaanse Unie;

2.      is ingenomen met het werk dat door de partnerorganisaties ter plekke wordt gedaan;

3.      herinnert de lidstaten eraan dat de financiële steun die wordt verleend aan de getroffen landen niet ten koste mag gaan van de ontwikkelingshulp op lange termijn, maar er een aanvulling op moet vormen;

4.      betreurt het dat de lidstaten de crisis aanvankelijk hebben onderschat en veel te laat begonnen zijn met het uitwerken van een adequate en gecoördineerde strategie;

5.      dringt er bij de Raad van de Europese Unie op aan een bijeenkomst van ministers te organiseren voor het uitwerken van een strategie, het mobiliseren van een medische reactie en het ter beschikking stellen van humanitaire hulp door de lidstaten, met coördinatie door de Commissie;

6.      roept de Commissie ertoe op behoeftenanalytische en landenspecifieke plannen op te stellen ter bepaling en coördinatie van de behoefte aan en het inzetten van geschoolde gezondheidswerkers, mobiele laboratoria, laboratoriumapparatuur, beschermende kleding en behandelingscentra met geïsoleerde behandelruimten;

7.      benadrukt dat het nodig is de wetenschappelijke samenwerking en technologische bijstand te intensiveren in de door deze uitbraak getroffen gebieden, met als doel te zorgen voor klinische, epidemiologische en diagnostische infrastructuur, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de empowerment van het personeel;

8.      roept de Commissie op om via het Comité voor de beveiliging van de gezondheid nauwe contacten te onderhouden met het ECDC, de WHO en de lidstaten;

9.      beschouwt de WHO-routekaart voor de bestrijding van het ebolavirus als een goed uitgangspunt voor prioritaire activiteiten, met name de gedifferentieerde reactie ten behoeve van landen met een groot aantal besmettingen, verdachte gevallen en buurlanden, waar de voorbereidingsmaatregelen moeten worden verbeterd;

10.    verzoekt de lidstaten voor coördinatie te zorgen met betrekking tot vluchten en luchtbruggen voor het vervoer van medisch personeel en uitrusting naar de getroffen landen en binnen de regio, en, indien nodig, voor medische evacuaties te zorgen;

11.    roept de Raad en de Commissie op de Afrikaanse Unie te steunen en aan te moedigen met betrekking tot de behoefte aan een holistisch actieplan, aangezien de situatie snel achteruit blijft gaan en een bedreiging vormt voor zowel de economie als de openbare orde in de getroffen landen;

12.    benadrukt dat de huidige crisis niet kan worden opgelost door gezondheidsstelsels alleen, maar dat een gezamenlijke aanpak met de betrokkenheid van verschillende sectoren (gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, sanitaire voorzieningen, voedselhulp) nodig is om de kritieke tekortkomingen op het vlak van alle essentiële diensten aan te pakken;

13.    roept de lidstaten op te zorgen voor een nauwgezette infectiebeheersing en, in samenwerking met het ECDC, omvattender informatie aan te bieden aan het publiek over de risico's;

14.    roept de lidstaten en de Commissie op het medische onderzoek en de productie van efficiënte geneesmiddelen en vaccins tegen ebola te coördineren en te intensiveren;

15.    vraagt de Commissie ontwikkelingssamenwerking gedetailleerde aanbevelingen te doen om de gevolgen op lange termijn van de epidemie in te perken en om de gezondheidsstelsels van de getroffen landen te versterken zodat gelijkaardige uitbraken worden vermeden;

16.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regeringen en parlementen van de Afrikaanse Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie.