Ontwerpresolutie - B8-0128/2014Ontwerpresolutie
B8-0128/2014

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Oekraïne en de stand van zaken in de betrekkingen tussen de EU en Rusland

16.9.2014 - (2014/2841(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Johannes Cornelis van Baalen, Petras Auštrevičius, Antanas Guoga, Kaja Kallas, Andrus Ansip, Pavel Telička, Nathalie Griesbeck, Juan Carlos Girauta Vidal, Ramon Tremosa i Balcells, Marielle de Sarnez, Marietje Schaake, Ivan Jakovčić, Gérard Deprez, Fredrick Federley, Louis Michel namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0118/2014

Procedure : 2014/2841(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0128/2014
Ingediende teksten :
B8-0128/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0128/2014

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Oekraïne en de stand van zaken in de betrekkingen tussen de EU en Rusland

(2014/2841(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn eerdere resoluties over het Europees Nabuurschapsbeleid, het Oostelijk Partnerschap en Oekraïne, en met name zijn resoluties van 27 februari 2014 over de situatie in Oekraïne[1], van 13 maart 2014 over de invasie van Oekraïne door Rusland[2] en van 17 april 2014 over Russische druk op de landen van het Oostelijk Partnerschap en in het bijzonder de destabilisatie van Oost-Oekraïne[3], en van 17 juli 2014 over de situatie in Oekraïne[4],

–       gezien zijn eerdere resoluties over Rusland, met name zijn resolutie van 6 februari 2014 over de top EU‑Rusland[5],

–       gezien de ondertekening op 27 mei 2014 van de laatste onderdelen van de associatieovereenkomst EU-Oekraïne en de en de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA), en de goedkeuring die is verleend door het Europees Parlement en de Verhovna Rada tijdens die week,

–       gezien de voortdurende bezetting van de Krim, de ernstige gevechten in de oostelijke delen van Oekraïne, en het geloofwaardige en onbetwistbare bewijs van de rechtstreekse betrokkenheid van Russische legertroepen in deze gevechten,

–       gezien het neerhalen van het toestel met vluchtnummer MH17 van Malaysia Airlines op 17 juli, hetgeen heeft aangetoond dat het conflict in het oosten van Oekraïne weldegelijk een bedreiging vormt van de algehele veiligheid in Europa en niet kan worden beschouwd als slechts een regionaal conflict,

–       gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus 2014, de conclusies van de Europese Raad van 30 augustus 2014 over Oekraïne, en het besluit van 5 september over nadere sancties tegen de Russische Federatie,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat het gewapende conflict in het oostelijk deel van Oekraïne heeft geleid tot meer dan 2 600 militaire en burgerslachtoffers, met veel meer gewonden en honderdduizenden die hun huizen zijn ontvlucht en de onzekerheid van maanden van gevechten hebben moeten ondergaan; overwegende dat de economische kosten van het conflict, met inbegrip van de kosten van de wederopbouw van de oostelijke regio's, een grote zorg zijn voor de maatschappelijke en economische ontwikkeling van Oekraïne;

B.     overwegende dat er geen militaire oplossing is voor dit conflict; overwegende dat aangezien sprake is van een intern sociaal-politiek probleem dat is veranderd in agressie met de kenmerken van een oorlog, de oplossing op politieke dialoog en overeenstemming binnen Oekraïne gestoeld moet zijn, overeenkomstig het door president Porosjenko gepresenteerde vredesplan, met meer lokaal en regionaal bestuur, en gebaseerd op volledige eerbiediging van de soevereiniteit, territoriale integriteit, eenheid en onafhankelijkheid van Oekraïne;

C.     overwegende dat de op 5 september in Minsk ondertekende bestandsovereenkomst tot dusver over het algemeen in acht is genomen en een kans biedt aan het geweld een einde te maken en met een politieke oplossing voor het conflict een aanvang te maken;

D.     overwegende dat de verkiezingscampagne voor de vervroegde, op 26 oktober te houden parlementsverkiezingen, zich moet richten op het vinden van constructieve en sluitende oplossingen om de eenheid van Oekraïne te behouden, en tegelijkertijd de fundamenten te leggen voor een algehele hervorming van de wijze waarop Oekraïne bestuurd wordt, gestoeld op een doeltreffende decentralisatie van het land;

E.     overwegende dat de Europese Unie zich heeft verbonden tot een verdere verdieping en ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Rusland, en overwegende dat de Europese Unie en Rusland reeds diepe en omvattende betrekkingen onderhouden, met name in de economische, zakelijke en energiesector, en in de wereldeconomie nauwer verbonden en van elkaar afhankelijk zijn geworden;

F.     overwegende dat de huidige crisis, samen met ernstige zorgen over interne ontwikkelingen in de Russische Federatie met betrekking tot de inachtneming van democratische beginselen, fundamentele rechten en de rechtsstaat, internationale verdragen en verplichtingen, met zich meebrengt dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland niet meer op de gebruikelijke manier kunnen worden gevoerd, aangezien dit conflict het grootste Europese naoorlogse veiligheidsrisico vormt en een gezamenlijk en vastberaden standpunt vereist van alle EU-lidstaten;

G.     overwegende dat de Europese Unie de onrechtmatige annexatie van de Autonome Republiek van de Krim en de stad Sevastopol blijft veroordelen en niet zal erkennen;

1.      spreekt zijn medeleven uit met de militaire en burgerslachtoffers van de gevechten in het oostelijk deel van Oekraïne, met inbegrip van de vele burgerslachtoffers ten gevolge van het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines, en betuigt zijn solidariteit met de vele ontheemden overal in Oekraïne en de vluchtelingen die het land hebben moeten verlaten;

2.      herhaalt zijn afkeuring van de Russische militaire en elke andere inmenging op het grondgebied van Oekraïne, de sterke politieke steun die de Russische leiders hebben uitgebreid tot de zogeheten separatisten en de militaire ondersteuning van de Russische veiligheidstroepen aan deze separatisten; benadrukt het feit dat dit optreden van de Russische leiders niet alleen een bedreiging vormt voor de eenheid en onafhankelijkheid van Oekraïne, maar voor het hele Europese continent;

3.      roept de Russische Federatie en elke andere entiteit die geen toestemming heeft van Oekraïne op om zijn troepen uit Oekraïens grondgebied onverwijld terug te trekken, de troepen die aan de grens met Oekraïne zijn ingezet te verminderen en met de volledige terugtrekking van alle troepen zo spoedig mogelijk te beginnen;

4.      spreekt zijn volledige steun uit aan het bestand dat op 5 september in Minsk bereikt is en roept alle partijen op het staakt-het-vuren te eerbiedigen en zich te onthouden van acties die deze overeenkomst in gevaar zouden kunnen brengen onderstreept dat het einde van het geweld slechts het begin is van het politieke proces op weg naar een oplossing van het conflict;

5.      verzoekt Rusland met spoed maatregelen te treffen om zijn grens met Oekraïne te bewaken, en aan alle invallen en bewegingen van irreguliere strijders, wapens en materieel een halt toe te roepen, om zo aan de infiltratie van het grondgebied van Oekraïne helemaal een einde te maken; benadrukt dat zolang Rusland de bezettingsmacht blijft van de Krim, de Russische Federatie de volledige bescherming van alle minderheden daar moet waarborgen;

6.      vraagt de Russische leiders hun invloed op de Oost-Oekraïners en buitenlanders aan te wenden om hen ertoe te brengen hun wapens neer te leggen en aan een politieke oplossing van het conflict mee te werken; is ervan overtuigd dat er alleen een onderhandelde oplossing van dit conflict mogelijk is; roept beide zijden op om in het belang van vrede en verzoening aan de oorlogszuchtige retoriek een einde te maken;

7.      benadrukt dat elke politieke oplossing van het conflict bereikt moet worden met volledige inachtneming van de soevereiniteit, territoriale integriteit, eenheid en onafhankelijkheid van Oekraïne; beklemtoont dat de EU en de Raad van Europa klaar dienen te staan om bijstand en expertise aan te bieden bij de werkzaamheden voor een meer gedecentraliseerd bestuur in Oekraïne; onderstreept dat onder geen beding de separatisten een veto mogen kunnen uitspreken over de keuzes van Oekraïne in zijn buitenlands beleid;

8.      verzoekt om de vrijlating van alle onrechtmatig vastgehouden personen in Oekraïne en van degenen die naar verluidt naar Rusland overgebracht zijn, als een belangrijke maatregel om vertrouwen te wekken; wijst met name op de zaak Nadezjda Savtsjenko, een in juni door de separatisten gevangen genomen Oekraïense vrijwilliger die vervolgens naar Rusland overgebracht is en nog steeds vastgehouden wordt;

9.      verzoekt de Raad en de lidstaten geen enkele sanctie te heroverwegen voordat een duidelijke voortgang van het vredesproces in Oekraïne vastgesteld is en bereid te zijn tot verdere sancties mocht Rusland acties ondernemen die de bestandsovereenkomst in gevaar brengen of de spanningen in Oekraïne verder doen escaleren; is ingenomen met het op 12 september van kracht worden van nadere sancties, die gericht zijn op een aantal Russische personen en bedrijven;

10.    benadrukt dat de huidige verslechtering van de betrekkingen tussen de EU en Rusland het resultaat is van een lang proces en van de keuzes die Rusland in het binnenlandse en buitenlandse beleid heeft gemaakt;

11.    benadrukt dat politieke en economische stabiliteit en ontwikkeling in Rusland op middellange en lange termijn staat of valt met het ontstaan van een echte democratie, en dat de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en Rusland af zal hangen van de inspanningen om de democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van de mensenrechten in Rusland te verbeteren; herhaalt dat de Europese Unie zich blijft inzetten voor goede betrekkingen en constructieve samenwerking met Rusland, op voorwaarde dat het land zich aan de verplichtingen houdt die voortvloeien uit zijn permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad en zijn lidmaatschap van de Raad van Europa en de OVSE;

12.    betreurt eveneens het feit dat het Russische leiderschap het Oostelijk Partnerschap van de EU als een bedreiging van zijn eigen politieke en economische belangen opvat; onderstreept daarentegen dat Rusland gebaat zal zijn met toegenomen handel en economische activiteiten, en de veiligheid van Rusland zal verbeteren met stabiele en voorspelbare buurlanden; wijst erop dat het zwart-witte historische en politieke wereldbeeld dat door het Kremlin en de officiële staatsmedia wordt bevorderd, niet alleen voor de buren van Rusland een ernstig probleem vormt maar ook voor de eigen binnenlandse stabiliteit en politieke en economische ontwikkeling;

13.    is ingenomen met het besluit van de Franse regering om de levering van de vliegdekschepen van de Mistral-klasse op te schorten en roept alle lidstaten op een soortgelijk standpunt in te nemen ten aanzien van export die niet door de EU‑sanctiebesluiten worden bestreken, met name wat betreft wapens en materieel voor tweeledig gebruik;

14.    verzoekt de Commissie het effect van de Russische tegensancties nauwlettend te volgen en snel maatregelen te nemen om producenten te steunen die worden getroffen door Russische handelsbeperkingen;

15.    benadrukt dat de EU met spoed maatregelen moet nemen om haar afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen terug te dringen, met name steenkool en gas, en van uranium; is van mening dat de totstandkoming van EU‑Energie moet leiden tot de onafhankelijkheid van Russische energie;

16.    roept de Commissie en de EDEO op snel te komen met een omvangrijk en ambitieus financieel steunpakket voor Oekraïne en met name voor de bevolking in Oost-Oekraïne, en zo te werken aan een politieke oplossing en nationale verzoening; roept de Commissie voorts op om elke maatregel te treffen voor de soepele en vroegtijdige tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst met Oekraïne, als een essentieel instrument om de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne op alle gebieden waarin de overeenkomst voorziet, te ontwikkelen; neemt kennis van de beslissing op 12 september om de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst met een jaar uit te stellen en het preferentiële handelsstelsel van de EU voor Oekraïne in stand te houden;

17.    spreekt de hoop uit dat de campagne voor de parlementsverkiezingen op 26 oktober de werkzaamheden voor een ambitieuze op de EU gerichte hervormingsagenda verder zal consolideren, teneinde de rechtstaat te versterken, straffeloosheid en corruptie uit te bannen, en de inachtneming van internationale mensenrechtennormen en fundamentele vrijheden te waarborgen, met name met het oog op de behandeling van culturele, linguïstische, religieuze en etnische minderheden;

18.    merkt op dat het bestand weliswaar een aantal bepalingen bevat over straffeloosheid van degenen die betrokken zijn bij het conflict in het oostelijk deel van Oekraïne, maar dat een dergelijke besluit niet kan worden getroffen voor oorlogsmisdaden zoals het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines; onderstreept dat de degenen die het toestel hebben neergehaald door een Oekraïens of internationaal tribunaal berecht moeten worden;

19.    steunt elke maatregel die is gericht op het herstel van de infrastructuur in de regio's in Oost-Oekraïne die met militair optreden geconfronteerd zijn; roept de Commissie en de lidstaten op de humanitaire hulp te vergroten aan de inwoners van Oekraïne die dat nodig hebben;

20.    veroordeelt ten scherpste de illegale ontvoering van Ests grondgebied van een functionaris van de Estse binnenlandse veiligheidsdienst, Eston Kohver, door de Federale Veiligheidsdienst (FSB) van de Russische Federatie; verzoekt de Russische autoriteiten de heer Kohver regelmatig ongehinderd contact met officiële vertegenwoordigers van de Estland toe te staan, zijn persoonlijk welzijn en veiligheid op Russische bodem te garanderen, en de heer Kohver onmiddellijk vrij te laten en hem veilig naar Estland te laten terugkeren; benadrukt dat solidariteit van de EU en de NAVO vooral nodig is in een situatie waarin de Russische autoriteiten de heer Kohver af proberen te schilderen als onderdeel van NAVO-activiteiten tegen Rusland;

21.    steunt de inspanningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart om een beter gecoördineerd risicomodel op te stellen voor vliegroutes over conflictgebieden en verzoekt het agentschap, de Commissie en de lidstaten samen te werken bij de opstelling van een doeltreffend risicowaarschuwingssysteem op wereldschaal;

22.    neemt kennis van het aandeel van de Duitse en Franse ministers van Buitenlandse Zaken in de diplomatieke inspanningen om tot een oplossing van dit conflict te komen; betreurt het dat het gevoel bestond dat de Hoge Vertegenwoordiger van de EU zich afzijdig hield en benadrukt dat een deel van haar rol erin bestaat om een zichtbare en hoorbare prominente persoonlijkheid in crisissituaties te zijn;

23.    verzoekt om een betere coördinatie van de EU-beleidstaken betreffende Rusland in deze nieuwe termijn van de Commissie, met een duidelijke en centrale rol van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en de toezegging van de lidstaten dat met Rusland met één stem gesproken wordt; verzoekt, in het licht van de recente gebeurtenissen, de aankomende hoge vertegenwoordiger dringend een begin te maken met een herziening van de Europese veiligheidsstrategie en toekomstige maatregelen voor te stellen om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te verbeteren, alsook de capaciteit van de EU om op te treden;

24.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de Raad van Europa.