Ontwerpresolutie - B8-0130/2014Ontwerpresolutie
B8-0130/2014

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Irak en Syrië en het IS-offensief

16.9.2014 - (2014/2843(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Javier Couso Permuy, Pablo Iglesias, Younous Omarjee, Marina Albiol Guzmán, Paloma López, Miloslav Ransdorf, Sabine Lösing, Fabio De Masi, Helmut Scholz, Kostas Chrysogonos, Sofia Sakorafa, Georgios Katrougkalos, Martina Michels, Marisa Matias namens de GUE/NGL-Fractie

Procedure : 2014/2843(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0130/2014
Ingediende teksten :
B8-0130/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0130/2014

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Irak en Syrië en het IS-offensief

(2014/2843(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien resolutie 2118 van de VN-Veiligheidsraad van 27 september 2013 over het Midden-Oosten (S/RES/2118 (2013)),

–       gezien zijn resoluties van 17 juli 2014[1] en 27 februari 2014 over de situatie in Irak[2],

–       gezien zijn resolutie van 14 maart 2013 over Irak: de situatie van minderheden, inclusief de Irakese Turkmenen[3],

–       gezien zijn resolutie van 17 april 2014 over Syrië: situatie van bepaalde kwetsbare gemeenschappen[4],

–       gezien zijn resoluties van 6 februari 2014[5] en 12 september 2013 over de situatie in Irak[6],

–       gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in Irak en Syrië sinds de uitbarsting van sektarisch geweld,

–       gezien de conclusies van de Europese Raad van 20 december 2013 en 30 augustus 2011,

–       gezien de conclusies van de Raad van 20 januari 2014 en 14 april 2014 over Syrië,

–       gezien de conclusies van de Raad van 15 augustus 2014, 23 juni 2014 en februari 2014 over Irak,

–       gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

–       gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,

–       gezien het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen,

–       gezien de verklaring van de VN-Veiligheidsraad van 14 september waarin de gruwelijke moord op een Britse hulpverlener door islamitische militanten wordt betreurd,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat IS op 29 juni 2014 een "kalifaat" of "Islamitische Staat" heeft uitgeroepen in de gebieden die hij in Irak en Syrië in handen heeft, overwegende dat de leider van IS, Abu Bakr al-Baghdadi, tot "kalief" werd uitgeroepen; overwegende dat IS nu met ongeveer 30 000 strijders grote delen van Irak en Syrië controleert en zijn kalifaat in de regio wenst uit te breiden;

B.     overwegende dat volgens de VN tijdens het drie jaar durende conflict tussen de regering en oppositiegroepen in Syrië meer dan 191 000 mensen zijn omgekomen; overwegende dat oppositie- of rebellengroeperingen, waaronder groeperingen als IS (Islamitische Staat) of het Jabhat al-Nusra Front, een complexe mengeling vormt van gewapende groeperingen, waaronder jihadisten;

C.     overwegende dat van al deze groeperingen IS de meeste economische middelen heeft, dat hij zich van aanzienlijke inkomstenbronnen heeft verzekerd door banken en bedrijven in de gebieden onder zijn controle te plunderen, belangrijke olievelden in Syrië over te nemen en geld te ontvangen van donoren, met name in Saoedi-Arabië, Qatar, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten;

D.     overwegende dat de door het conflict in Irak en Syrië veroorzaakte desintegratie van de grens tussen beide landen IS de gelegenheid heeft geboden om zijn aanwezigheid in beide landen op te voeren; overwegende dat IS gedoogd of zelfs ondersteund wordt door delen van de misnoegde soennitische bevolking in Irak;

E.     overwegende dat volgens het Bureau van de Verenigde Naties voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, OCHA) 2,9 miljoen vluchtelingen het land zijn uit gevlucht om aan de gevechten in Syrië te ontsnappen; overwegende dat 1,2 miljoen Irakezen in eigen land ontheemd zijn; overwegende dat 10,8 miljoen Syriërs humanitaire hulp nodig hebben en 1 miljoen Irakezen in vluchtelingenkampen leven of noodhulp ontvangen; overwegende dat de opmars van IS een humanitaire crisis en met name een omvangrijke ontheemding van burgers heeft veroorzaakt;

F.     overwegende dat naar schatting 10 000 buitenlanders strijd voeren in samenwerking met deze gewapende groeperingen; overwegende dat het feit dat van deze strijders tientallen EU-burgers zijn, westerse regeringen wakker heeft geschud en over ernstige repercussies heeft doen nadenken; overwegende dat duizenden jihadisten de nationaliteit van een EU-lidstaat, zoals het VK of België, hebben; overwegende dat het gevaar dat het conflict zich in de gehele regio en verder verspreidt, reeds een beangstigende realiteit aan het worden is;

G.     overwegende dat Qatar en Saoedi-Arabië aan de soennitische rebellengroeperingen wapens hebben geleverd en dat Turkije soennitische strijders, ook jihadisten van Al-Qaeda en IS, zijn grens met Syrië heeft laten oversteken;

H.     overwegende dat ISIS-militanten op 10 juni, zes maanden na de belegering van Fallujah, een grote aanval in het noorden van Irak hebben ingezet en Mosul, de op één na grootste stad van Irak, in slechts twee dagen hebben ingenomen, omdat 30 000 soldaten hun wapens hebben laten vallen en zijn gevlucht; overwegende dat de jihadisten met de steun van soennitische Arabische stammen en andere militante groeperingen erin zijn geslaagd naar het zuiden op te rukken en zo een aantal steden, militaire bases en olieraffinaderijen in te nemen alvorens niet ver van Bagdad een halt te worden toegeroepen;

I.      overwegende dat de president van de autonome Koerdische regio in het noorden van Irak, Massoud Barzani, het parlement van de regio heeft verzocht voorbereidingen te treffen voor een referendum over onafhankelijkheid;

J.      overwegende dat IS-strijders op 2 augustus 2014 verder zijn opgerukt in het noorden van Irak, waarbij de Koerdische Peshmerga-troepen die de door het Iraakse leger verlaten gebieden hadden ingenomen, werden overrompeld; overwegende dat de stad Sinjar en de strategisch belangrijke Mosul-dam, die grote delen van Irak van water en elektriciteit voorziet, werden ingenomen en dat IS-strijders tot 40 km van Irbil, de hoofdstad van Iraaks Koerdistan, zijn doorgestoten;

K.     overwegende dat tienduizenden mensen, vooral leden van religieuze minderheden, na deze operatie hun huizen zijn ontvlucht; overwegende dat veel yezidi's werden gedood en ongeveer 50 000 van hen in zeer moeilijke omstandigheden zonder voedsel of water op de berg Sinjar vast kwamen te zitten;

L.     overwegende dat op 11 augustus 2014 de sjiitische ondervoorzitter van het Iraakse Parlement, Haider al-Abadi, werd gevraagd een nieuwe regering te vormen, waaraan leiders van alle religies, etnische en politieke facties deelnemen; overwegende dat dit idee aanvankelijk werd verworpen door Nouri Maliki, maar dat hij uiteindelijk wel is afgetreden; overwegende dat de sjeiks en geestelijken van de Iraaks soennitische stammen Abadi voorwaardelijk steunen;

M.    overwegende dat IS-militanten op 13 augustus 2014 in het noordwesten van Syrië een offensief hebben ingezet, verschillende dorpen hebben ingenomen en tot 50 km van de door de oppositie gecontroleerde buitenwijken van Aleppo en tot op schietafstand van belangrijke rebellenposities in de richting van de Turkse grens zijn geraakt;

N.     overwegende dat Iraakse troepen en Peshmerga-strijders op 18 augustus de Mosul-dam opnieuw hebben veroverd;

O.     overwegende dat IS op 20 augustus een video heeft gepubliceerd van de moord op James Foley, een Amerikaanse journalist die in 2012 in het noorden van Syrië werd ontvoerd; overwegende dat de groep naar schatting ongeveer 20 buitenlanders gegijzeld houdt;

P.     overwegende dat IS op 13 september 2014 een video heeft vrijgegeven van de onthoofding van David Haines, een gegijzelde Britse hulpverlener; overwegende dat IS heeft gedreigd een tweede Britse staatsburger, Alan Henning, te vermoorden;

Q.     overwegende dat de VN IS beschuldigt van massawreedheden en oorlogsmisdaden; overwegende dat mensenrechtenorganisaties IS eveneens beschuldigen van etnische zuiveringen van minderheden in het noorden van Irak;

R.     overwegende dat de VS in Irak de voorbije weken reeds luchtaanvallen heeft uitgevoerd met IS als doelwit; overwegende dat tot nog toe bijna 40 landen, waaronder 10 Arabische staten, een door de VS geleid plan ter bestrijding van de extremistische groepering zouden steunen; overwegende dat de Amerikaanse president Barack Obama heeft bevestigd dat de VS een langetermijnstrategie is gestart om "de Islamitische Staat te helpen verslaan"; overwegende dat Australië heeft aangekondigd 600 manschappen naar de regio te sturen in de aanloop naar mogelijke gevechtsoperaties tegen IS-militanten in Irak;

S.     overwegende dat het Vrije Syrische leger en de Islamitische Staat op 12 september 2014 een niet-aanvalspact hebben ondertekend waarin "de twee partijen beloven een wapenstilstand in stand te houden totdat een definitieve oplossing is gevonden, en elkaar niet aan te vallen omdat zij van mening zijn dat het Nusayri-regime de voornaamste vijand is";

T.     overwegende dat christenen die in door IS gecontroleerde gebieden wonen en daar wensen te blijven, slechts drie opties hebben: zich bekeren tot de islam, een religieuze belasting betalen of de dood; overwegende dat naar schatting minstens de helft van de Iraakse christenen het land heeft verlaten sinds de Amerikaanse invasie van Irak in 2003;

U.     overwegende dat een groot deel van de meer dan een half miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen in Syrië voor de tweede maal vluchteling zijn geworden doordat zij vluchtelingenkampen en steden in Syrië hebben moeten verlaten nadat militaire groeperingen de vluchtelingenkampen binnengetrokken zijn, bezet hebben en de neutraliteit van de vluchtelingen daarmee hebben geschonden;

V.     overwegende dat Frankrijk op 15 september 2014 een conferentie over de veiligheid in Irak heeft gehouden waaraan diplomaten van wel 20 landen hebben deelgenomen; overwegende dat deze conferentie werd gehouden in de aanloop naar een vergadering van de VN-Veiligheidsraad volgende week en een vergadering van de Algemene Vergadering van de VN later deze maand;

1.      veroordeelt krachtig de aanvallen van de zogenaamde Islamitische Staat op Iraakse en Syrische burgers en staten met standrechtelijke executies, vernieling en geweld tegen de burgerbevolking tot gevolg; betuigt zijn medeleven met de families van de slachtoffers; vraagt de onmiddellijke, veilige en onvoorwaardelijke vrijlating van alle personen die door deze terroristische groepering worden vastgehouden;

2.      waarschuwt voor het risico op een evolutie in de richting van godsdienstoorlogen; benadrukt niettemin dat islamitische autoriteiten, zoals de moefti van Egypte of moslimleiders in het VK, weigeren IS als islamitisch of als een staat te beschouwen en IS hebben veroordeeld omdat zij zijn acties als een schending van de beginselen van de islam en een bedreiging voor de islam en moslims over de hele wereld beschouwen;

3.      betreurt het toenemende geweld van IS, veroordeelt het gebruik van geweld dat tot een groot aantal gewonde en gedode burgers en ontheemden heeft geleid; vraagt dat de verantwoordelijken voor schendingen of misbruiken van de mensenrechten of schendingen van internationaal humanitair recht voor hun acties ter verantwoording worden geroepen;

4.      wenst dat een internationale vredesconferentie wordt georganiseerd waarbij regionale actoren, zoals Iran, worden bijeengebracht, teneinde een politieke oplossing voor het conflict te bevorderen;

5.      is sterk gekant tegen elke externe militaire interventie in Syrië; benadrukt niettemin dat alle partijen een vreedzame en politieke dialoog moeten aangaan; roept alle partijen op akkoord te gaan met een onmiddellijk staakt-het-vuren en een einde te maken aan de gevechten, als voorwaarde om een inclusieve, politieke dialoog aan te gaan teneinde een verzoening te starten en de stabiliteit in het land te helpen herstellen;

6.      spreekt zijn volledige steun uit voor een politieke oplossing van het conflict in Syrië die de eenheid, territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Syrië veiligstelt, en de grondrechten en fundamentele vrijheden van alle Syriërs waarborgt, ongeacht hun etnische of godsdienstige achtergrond; benadrukt dat voor het conflict geen militaire oplossing mogelijk is en roept op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren teneinde het bloedvergieten te stoppen; geeft uiting aan zijn diepe bedroefdheid over het enorme verlies aan levens en het menselijk lijden dat de burgerbevolking is aangedaan;

7.      dringt er bij de regering van Syrië en de Nationale Coalitie van Syrië, alsook bij alle belanghebbende partijen en de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, op aan ertoe bij te dragen dat vooruitgang wordt geboekt tijdens een nieuwe ronde onderhandelingen op de Syriëconferentie van Genève;

8.      roept buitenlandse actoren op alle wapenexport naar en ‑leveringen aan de regio stop te zetten; roept in het bijzonder de staten zelf en westerse landen op de financiering van milities stop te zetten en meer bepaald geen olie meer te kopen van door IS gecontroleerde olievelden, die met vrachtwagens door Turkije wordt vervoerd;

9.      dringt er bij alle betrokken landen op aan alle vormen van steun aan de in Syrië strijdende, gewapende groeperingen stop te zetten en op groeperingen waarmee ze banden hebben, druk uit te oefenen om hun buitenlandse strijders terug te trekken teneinde te voorkomen dat het conflict zich in de buurlanden verder verspreidt;

10.    onderstreept dat de Syrische bevolking de toekomst van Syrië volledig in eigen hand moet houden; is voorstander van een door de Syriërs zelf overeengekomen politieke oplossing van het conflict, zonder enige vorm van buitenlandse interventie, in het kader waarvan een uitgebreide nationale dialoog om daadwerkelijk tegemoet te komen aan de legitieme wensen en zorgen van de Syrische bevolking met betrekking tot politieke en democratische veranderingen, op gang kan worden gebracht; roept de internationale gemeenschap op een interne oplossing en een door Syrië geleid proces te steunen;

11.    is van mening dat de invasie van Irak en de buitenlandse inmenging in de interne zaken van Syrië een voedingsbodem zijn geweest voor het optreden en de verspreiding van IS; hekelt de rol van in het bijzonder de VS, de lidstaten, Saoedi-Arabië, Qatar en Turkije;

12.    onderstreept dat de wapenhandel alsook de leverantie van wapens en zelfs van niet‑dodelijk materieel het conflict hebben verergerd; roept alle betrokken landen op alle vormen van steun aan gewapende groeperingen stop te zetten;

13.    steunt de Iraakse en de Syrische staat en de Koerdische troepen in hun strijd tegen het IS-terrorisme; wijst erop dat de veiligheidsrespons gepaard dient te gaan met een levensvatbare politieke oplossing waarbij in elk geval alle geledingen van de samenleving betrokken dienen te worden en gehoor moet worden gegeven aan hun legitieme grieven;

14.    benadrukt dat bij de bestrijding van IS de mensenrechten en het internationaal humanitair recht in acht moeten worden genomen; vraagt de regering van Irak en die van Syrië alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de veiligheid en bescherming van de bevolking van hun land te garanderen;

15.    geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de door IS aangewakkerde humanitaire crisis in Irak en Syrië, waardoor honderdduizenden vluchtelingen gedwongen worden hun huizen te verlaten; moedigt de Raad, de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger aan alle noodzakelijke financiële en personele middelen beschikbaar te stellen om de vluchtelingen bij te staan; benadrukt dat aan de ontheemden gepaste humanitaire hulp moet worden verleend;

16.    dringt bij de EU aan op meer internationale steun en hulp voor vluchtelingen, zowel voor binnenlandse ontheemden als voor naar buurlanden getrokken vluchtelingen; vestigt de aandacht op het toenemend aantal vluchtelingen die hun leven riskeren door in open schepen naar Europa te vluchten en dringt erop aan dat aan hen asiel en steun wordt verleend;

17.    is uiterst bezorgd over de huidige economische en politieke situatie in Irak, die wordt verslechterd door de ondermaatse leefomstandigheden van de bevolking; herhaalt dat hij de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Irak is toegedaan; herhaalt zijn steun voor het onvervreemdbare recht van volkeren op toegang tot en controle over de hulpbronnen van hun land;

18.    waarschuwt voor het risico dat Irak op basis van religie of etniciteit in drie verschillende gebieden zou kunnen uiteenvallen, hetgeen het bestaan van Irak als een nationaal en democratisch multiconfessioneel project zou verhinderen;

19.    is van mening dat de terroristische activiteiten van islamitische extremisten worden gebruikt om de landen in het Midden-Oosten te verzwakken en het bestaan van een sterke staat die de olie-inkomsten voor zijn eigen economische en sociale ontwikkeling zou gebruiken, ondermijnt;

20.    vraagt een internationale conferentie te organiseren onder auspiciën van de Verenigde Naties en buurlanden in de regio zodat alle diverse groepen van Irak eraan kunnen deelnemen en de vorming van een eenheidsregering die aan alle sektarische en gewelddadige praktijken in het land een einde kan stellen, wordt bevorderd;

21.    veroordeelt het vermeend selectief bombarderen door middel van drones en het inzetten van buitenlandse troepen op de grond; hekelt de poging van de NAVO om de pacificatie- en stabilisatietaken te vervangen, die enkel door een brede overeenstemming in het kader van de Algemene Vergadering van de VN kunnen worden uitgevoerd;

22.    is van mening dat alleen door de onafhankelijkheid en soevereiniteit van staten als Irak, Syrië en Libië te eerbiedigen kan worden gegarandeerd dat de verdere verspreiding van IS en het lijden van de bevolking worden voorkomen;

23.    roept de Raad van de EU op het voortouw te nemen bij het bijeenroepen van een internationale conferentie inzake het verbod op en de ecologisch verantwoorde vernietiging van het totale arsenaal aan nucleaire, chemische en bacteriologische massavernietigingswapens in de wereld;

24.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/ hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, het hoofd van de EU-delegatie in Irak, de voorzitters van de parlementen van de lidstaten, de regering en de Raad van vertegenwoordigers van de Republiek Irak, de regering en het Parlement van de Arabische Republiek Syrië, de secretaris-generaal van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en de Liga van Arabische Staten.