ONTWERPRESOLUTIE over de humanitaire situatie in Zuid-Sudan
5.11.2014 - (214/2922(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo namens de EFDD-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0213/2014
B8‑019/2014
Resolutie van het Europees Parlement over de humanitaire situatie in Zuid-Sudan
(214/2922(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Zuid-Sudan, met name die van 10 december 2013 over de inspanningen van de internationale gemeenschap ten behoeve van de ontwikkeling en de staatsopbouw in Zuid-Sudan[1] en van 16 januari 2014 over de situatie in Zuid-Sudan[2],
– gezien het alomvattend vredesakkoord (CPA) voor Sudan van 2005,
– gezien de conclusies van de Raad van 20 januari en 17 maart 2014 inzake Zuid-Sudan,
– gezien de verklaringen van 28 augustus 2014 van de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de situatie in Zuid-Sudan,
– gezien de verklaring van 25 september 2014 van Kristalina Georgieva, de EU-commissaris voor internationale samenwerking, humanitaire hulp en crisisbestrijding,
– gezien de verklaring van 30 oktober 2014 van de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon,
– gezien de routekaart voor Sudan en Zuid-Sudan van april 2012,
– gezien het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Overeenkomst van Cotonou,
– gezien de verklaring van 20 oktober 2014 van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD),
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het politieke conflict is begonnen nadat Salva Kiir, president van het land en een etnische Dinka, zijn ontslagen vicepresident Riek Machar, een etnische Nuer, ervan beschuldigde een staatsgreep tegen hem voor te bereiden; overwegende dat Riek Machar deze beschuldiging heeft ontkend;
B. overwegende dat Noord- en Oost-Sudan sinds 15 december 2013 de facto in een burgeroorlog verwikkeld zijn, met als gevolg meer dan 1,7 miljoen ontheemden binnen en buiten Zuid-Sudan, waaronder 1,3 miljoen binnenlands ontheemden, waarvan er ongeveer 100 000 hun toevlucht hebben gezocht in overbevolkte vluchtelingenkampen (de Protection of Civilians sites of PoC-sites) van de VN-missie voor Zuid-Sudan (UNMISS), onder erbarmelijke humanitaire omstandigheden, en meer dan 452 000 personen die gevlucht zijn naar buurlanden (Ethiopië, Kenia, Sudan en Uganda);
C. overwegende dat eind 2014 naar verwachting 2,3 miljoen personen ontheemd zullen zijn binnen en buiten Zuid-Sudan;
D. overwegende dat Zuid-Sudan is getroffen door aanhoudende crises, leidend tot een zeer ernstige humanitaire noodsituatie; overwegende dat in Zuid-Sudan de voedselveiligheid in gevaar is en ernstige voedseltekorten dreigen te ontstaan, als rechtstreeks gevolg van de gevechten; overwegende dat 7 miljoen mensen het risico lopen van voedselonzekerheid, met voor 3,9 miljoen een onmiddellijk risico, en overwegende dat toonaangevende hulporganisaties hebben gewaarschuwd dat delen van Zuid-Sudan begin 2015 getroffen kunnen worden door hongersnood, indien de gevechten worden hervat;
E. overwegende dat humanitaire basisbehoeften onder meer voedsel, schoon water, gezondheidszorg, sanitaire voorzieningen, onderdak en bescherming omvatten;
F. overwegende dat het conflict de levens van miljoenen heeft verwoest, met name van kinderen; overwegende dat de levering van levensmiddelen ogenblikkelijk moet worden opgevoerd, omdat 50 000 kinderen van jonger dan vijf jaar dreigen te sterven door ondervoeding; overwegende dat meer dan 9 000 kinderen door gewapende troepen zijn geronseld en dat ongeveer 11 000 kinderen te maken hebben gehad met aanvallen op en bezetting van scholen door gewapende troepen;
G. overwegende dat voor naar verwachting 1,5 miljoen mensen de crisis- of noodtoestand voor wat betreft de voedselvoorziening zal blijven voortduren, ondanks dat het oogstseizoen net is begonnen; overwegende dat het vooruitzicht voor 2015 somber is, met name voor gebieden die door het conflict zijn getroffen, waar zeer veel mensen ontheemd zijn geraakt en het bewerken van het land en het oogsten van gewassen bijna onmogelijk is;
H. overwegende dat in veel gebieden de acute ondervoeding (ernstige acute ondervoeding en algemene acute ondervoeding) het niveau van een noodtoestand heeft bereikt, en dat de ernstigste ondervoeding voorkomt in Nuer-gemeenschappen die de gevolgen van de conflicten ondervinden;
I. overwegende dat de Commissie in oktober 2014 haar toewijzing van 100 miljoen EUR aan humanitaire steun heeft verhoogd met 20 miljoen EUR, om tegemoet te komen aan de dringende behoeften van Zuid-Sudanese vluchtelingen in buurlanden; overwegende dat de EU, d.w.z. zowel de lidstaten als de Commissie, in 2014 tot dusver ter waarde van ruim 245 miljoen EUR hulp heeft verstrekt, ruim een derde van de totaal verstrekte humanitaire hulp;
J. overwegende dat Zuid-Sudan de jongste en kwetsbaarste staat in de wereld is, en een van de minst ontwikkelde; overwegende dat de VN de situatie in Zuid-Sudan heeft aangemerkt als noodsituatie van niveau 3, het hoogste niveau van een humanitaire crisis, en overwegende dat het land op de tweede plaats staat in de algemene lijst van de door ECHO uitgevoerde Global Vulnerability and Crisis Assessment;
K. overwegende dat extreem geweld en gerichte aanvallen tegen burgers herhaaldelijk voorkomen, en overwegende dat mensen in veel gevallen worden aangevallen op basis van etnische afkomst en/of politieke gezindheid;
L. overwegende dat de huidige crisis vooral het gevolg is van een gewapend conflict, en overwegende dat de getroffen bevolking te maken heeft gehad met ernstige vormen van geweld; overwegende dat militaire groepen, gesteund door politiek verantwoordelijken, zich schuldig maken aan grootschalig misbruik van burgers, gerichte moorden op leden van etnische groepen en seksuele intimidatie van vrouwen, en dat misbruik van kinderen op grote schaal voorkomt; overwegende dat medische faciliteiten zijn verwoest en dat patiënten in hun bedden zijn verkracht en/of vermoord;
M. overwegende dat Zuid-Sudan lijdt onder tientallen jaren van conflict en verwaarlozing, herhaaldelijke natuurrampen en uitbraken van ziektes;
N. overwegende dat er momenteel een cholera-epidemie heerst en overwegende dat andere ziekten (malaria, kala-azar, hepatitis, enz.) aan een opmars bezig zijn, deels vanwege het regenseizoen, maar ook omdat ontheemding de bevolking nog verder verzwakt;
O. overwegende dat het conflict en de herhaaldelijke natuurrampen ook hun tol eisen van de toch al zwakke economie van het land, omdat het oogsten wordt bemoeilijkt en de voedselproductie wordt beperkt door overstromingen, droogtes en ontheemding;
P. overwegende dat de humanitaire hulp onder uiterst zware omstandigheden moet worden geleverd, aangezien vijandelijkheden en aanvallen op humanitaire hulpverleners het bijzonder moeilijk maken om de hulpbehoeftigen te bereiken, terwijl de inbeslagname van middelen en andere onwettige belemmeringen de werkzaamheden van hulporganisaties verder bemoeilijken;
1. veroordeelt de eerdere schendingen van het akkoord over het beëindigen van de vijandelijkheden en dringt er bij alle partijen op aan het akkoord na te leven en de gevechten niet te hervatten;
2. is ernstig verontrust over de situatie rond de voedselveiligheid in Zuid-Sudan als gevolg van het conflict, die nog wordt verergerd door de herhaaldelijke natuurrampen;
3. bevestigt eens te meer zijn sterke gehechtheid aan de soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van Sudan en Zuid-Sudan, en herinnert aan het belang van de beginselen van goed nabuurschap, niet-inmenging en regionale samenwerking;
4. verwelkomt de bijdrage van de EU aan het verlichten van de humanitaire crisis in Zuid-Sudan en dringt er bij de lidstaten op aan een oplossing te vinden voor het financieren van het groeiend aantal crises, overeenkomstig internationale toezeggingen;
5. verzoekt de internationale gemeenschap haar financieringstoezeggingen voor Zuid-Sudan en de regio na te komen en middelen ter beschikking te stellen om onmiddellijk op de erger wordende humanitaire situatie in Zuid-Sudan te reageren;
6. verzoekt alle buurlanden van Zuid-Sudan en de regionale machten nauw samen te werken om de veiligheidssituatie in het land en de regio te verbeteren en het pad te effenen voor een vreedzame en duurzame politieke oplossing van de huidige crisis;
7. betreurt het dat, ondanks voortdurende inspanningen van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) om te bemiddelen bij vredesonderhandelingen ter oprichting van een overgangsregering van nationale eenheid, er nog geen vooruitgang van betekenis op dit gebied is geboekt; staat niettemin achter het voortzetten van de bemiddeling onder leiding van de IGAD, en van de inspanningen van de IGAD om de weg vrij te maken voor een inclusieve politieke dialoog, en roept de EU ertoe op de IGAD te blijven bijstaan, zowel in inhoudelijk als in financieel opzicht, en haar van personeel te blijven voorzien ten behoeve van het toezicht op het staakt-het-vuren en het verificatiemechanisme;
8. benadrukt de noodzaak van doeltreffend toezicht op de mensenrechten, waaronder op seksueel en gendergeweld, geweld tegen kinderen en kindermisbruik;
9. dringt aan op de uitvoering van alle resterende punten van het CPA;
10. maakt zich ernstige zorgen over de etnische dimensie van het conflict; benadrukt dat het nastreven van macht door middel van geweld of een verdeling langs etnische scheidslijnen strijdig is met de democratische rechtsstaat en een schending is van het internationale recht; is ook bezorgd dat het conflict een destabiliserend effect heeft en kan overslaan naar andere landen in deze toch al instabiele regio, vooral ten gevolge van het groeiend aantal vluchtelingen in de buurlanden;
11. herinnert eraan dat humanitaire hulp van wezenlijk belang is, maar geen politieke problemen kan oplossen, noch kan zorgen voor vrede, veiligheid en stabiliteit; is van mening dat dialoog en samenwerking tussen partijen en de volledige tenuitvoerlegging van het staakt-het-vuren van wezenlijk belang zijn, niet alleen voor vrede, veiligheid en stabiliteit, maar ook voor het vinden van een duurzame oplossing voor de Zuid-Sudanese bevolking; benadrukt dat de deelname van maatschappelijke organisaties aan de vredesonderhandelingen essentieel is;
12. veroordeelt het feit dat de toegang voor humanitaire hulpverlening moeizaam blijft verlopen omwille van gevechten en geweldplegingen door beide partijen tegen hulpverleners, materiaal en infrastructuur; dringt er bij alle betrokken partijen op aan om humanitaire hulpverleners volledige, veilige en ongehinderde toegang te verlenen tot burgers in nood en hen alle faciliteiten te bieden die nodig zijn voor hun werkzaamheden, in overeenstemming met het internationale recht, waaronder het toepasselijke internationale humanitaire recht, en met de VN-richtsnoeren inzake humanitaire hulp;
13. verzoekt om het opzetten van programma's voor de bescherming van kinderen, onder meer inzake de opsporing en hereniging van familieleden en het voorkomen en behandelen van gendergerelateerd geweld, toezicht op bescherming en steun voor individuele behoeften en de vermindering van risico's in verband met geweld, bijvoorbeeld door betere verlichting in nederzettingen;
14. betreurt het feit dat het conflict heeft gezorgd voor een verstoring van veel sociale basisvoorzieningen, en dat honderdduizenden kinderen niet naar school gaan; is verontrust over het feit dat kinderen het meest getroffen blijven worden door het geweld, aangezien ze psychologische problemen ondervinden en geen toegang hebben tot diensten, waaronder onderwijs; dringt er bij de partijen op aan een einde te maken aan het ronselen en inzetten van kinderen door gewapende strijdkrachten en alle andere ernstige schendingen ten aanzien van kinderen te stoppen;
15. roept ertoe op dat voedselveiligheid een van de belangrijkste doelen voor hulpverlening blijft, waarbij de gerichtheid en het effect van de geleverde humanitaire voedselhulp verbeterd moet worden, en de mate van kwetsbaarheid van de ontvangers van hulp meer in aanmerking moet worden genomen;
16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering van Zuid-Sudan, de mensenrechtencommissaris van Zuid-Sudan, de Nationale Wetgevende Vergadering van Zuid-Sudan, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de secretaris-generaal van de VN.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0546.
- [2] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0042.