ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in de EU-staalindustrie: bescherming van werknemers en bedrijfstakken
10.12.2014 - (2014/2976(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Marek Józef Gróbarczyk, Evžen Tošenovský, Marcus Pretzell namens de ECR-Fractie
B8‑0354/2014
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de EU-staalindustrie: bescherming van werknemers en bedrijfstakken
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 11 juni 2013 getiteld "Actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa" (COM(2013)0407),
– gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 24 juni 2014 getiteld "State of play on implementation of the Commission Communication Action Plan for a competitive and sustainable steel industry in Europe of 11 June 2013" (Stand van zaken van de uitvoering van het in de mededeling van de Commissie opgenomen actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa" (COM(2013)0407) (SWD(2014)0215),
– gezien de mededeling van de Commissie van 22 januari 2014 met als titel "Voor een heropleving van de Europese industrie" (COM(2014)0014),
– gezien zijn resolutie van 4 februari 2014 over een actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa[1],
– gezien zijn eerdere resoluties over de staalindustrie en over de herstructurering, verplaatsing en sluiting van bedrijven in de EU,
– gezien de vraag aan de Commissie over de staalfabriek Acciai Speciali Terni (AST) in Italië (O-000087/2014),
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het in het belang van de gehele EU is om de activiteiten te behouden die haar industrieel weefsel vormen;
B. overwegende dat de staalindustrie essentieel is voor groei en ontwikkeling in Europa, en een concurrentiële Europese staalindustrie de ruggengraat vormt voor ontwikkeling en het creëren van waarde voor veel andere grote industriële sectoren;
C. overwegende dat een van doelstellingen van de EU erin bestaat de staalindustrie te steunen en eraan bij te dragen dat deze concurrentieel blijft en kan inspelen op veranderende omstandigheden op de Europese en niet-Europese markt;
D. overwegende dat de staalindustrie in de EU op de wereldmarkt met zware concurrentie geconfronteerd wordt uit landen buiten de EU, die gebonden is aan andere regelgeving en normen, en problemen ondervindt bij de toegang tot grondstoffen, waardoor deze voor haar dikwijls duurder zijn dan voor haar concurrenten;
E. overwegende dat de staalindustrie in Europa aanzienlijke structurele problemen kent, een zwakke vraag, overcapaciteit, voortdurende zorgen over hoge energieprijzen en de gevolgen van het emissiehandelssysteem (ETS) en andere bezwarende wetgeving;
F. overwegende dat de staalindustrie in de EU een belangrijke werkgever is, die 350 000 mensen rechtstreeks werk biedt en nog miljoenen anderen in aanverwante bedrijfstakken;
G. overwegende dat de staalindustrie de afgelopen jaren voor belangrijke uitdagingen stond op het gebied van herstructureringen en fusies;
H. overwegende dat in de afgelopen jaren de staalindustrie haar fabrieken aanzienlijk gemoderniseerd heeft met geavanceerde technologieën, en daarmee de uitstoot drastisch heeft verminderd;
I. overwegende dat de huidige crisis enorme sociale problemen veroorzaakt voor de getroffen werknemers en regio's en overwegende dat bedrijven die herstructureren, dit zoveel mogelijk moeten doen volgens de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen omdat uit ervaring blijkt dat succesvol herstructureren niet mogelijk is zonder een toereikende sociale dialoog;
J. overwegende dat hightechindustrieën, zoals de staalsector, een cruciale mogelijkheid bieden voor het herstel van concurrentievermogen en groei, en overwegende dat inspanningen moeten worden gedaan om ervoor te zorgen dat deze industrieën in de EU efficiënt blijven functioneren;
1. verzoekt de Commissie op korte termijn een duidelijk beeld te schetsen van de staalindustrie in Europa, met inbegrip van de grote veranderingen die zich voltrekken; benadrukt dat het voor alle betrokkenen, waaronder de lidstaten en de Commissie, van belang is de voortdurende ontwikkelingen nauwlettend in het oog te houden om de veerkracht te verbeteren, teneinde het industriële erfgoed van Europa en de betrokken werknemers te beschermen;
2. herinnert eraan dat de Commissie het recht heeft, na het verstrijken van de looptijd van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de economische en sociale gevolgen van de ontwikkelingen in de Europese staalindustrie aan te pakken;
3. verzoekt de Commissie derhalve te komen met een strategie met initiatieven op de middellange en lange termijn om de staalindustrie te steunen en het concurrentievermogen te verbeteren;
4. is van oordeel dat de Commissie groter belang moet hechten aan industrieel beleid en de noodzaak om het concurrentievermogen van de Europese industrie een impuls te geven, in het licht van de uitdagingen die daaraan gesteld worden op de wereldmarkt;
5. is van mening dat veel van het economisch herstel in Europa zal afhangen van een sterkere nijverheidssector, waarin staal een sleutelrol speelt; staat op het standpunt dat dit aanzienlijke investeringen in onderzoek en innovatie vereist teneinde producten, efficiëntie en processen te verbeteren;
6. dringt er bij de Commissie op aan te overwegen een aanzienlijk deel van haar investeringsplan van 315 miljard EUR toe te wijzen aan levensvatbare langetermijnprojecten op het gebied van infrastructuur, en aan innovatie bij grootschalige industriële projecten, waaronder koolstofarme en energie-efficiëntieprojecten, hetgeen ook een aanzienlijke stimulans aan de vraag naar staal in de EU kan geven;
7. onderkent het moeizame streven van de staalindustrie om op een duurzame en milieuvriendelijke wijze staal te produceren;
8. is van oordeel dat de problemen van de bedrijfstak weliswaar voortkomen uit een dalende mondiale vraag, overcapaciteit en hoge energieprijzen, maar dat een rigide regelgevingskader de industrie heeft belet snel te reageren op marktontwikkelingen, en geleid heeft tot een verergering van haar problemen; is in dit verband van mening dat wetgeving, zoals die inzake het ETS, toekomstbestendig moet zijn om rekening te kunnen houden met de laatste technologische ontwikkelingen en benchmarking mogelijk te maken van de meest innovatieve fabrieken en de door de industrie gemaakte vorderingen;
9. betreurt het dat de groep op hoog niveau inzake staal weinig bijeenkomt; acht het van wezenlijk belang dat de regionale en plaatselijke autoriteiten in gebieden waar staalbedrijven gevestigd zijn, hierbij nauw betrokken worden, om zo de deelname van alle belanghebbenden te vergemakkelijken en te stimuleren en de samenwerking en de uitwisseling van informatie en optimale praktijken tussen alle betrokken lidstaten te bevorderen;
10. verzoekt de Commissie derhalve om de groep op hoog niveau inzake staal zo spoedig mogelijk bijeen te roepen, met deelname van het Parlement, zoals dat in het verleden het geval was, om de belangrijkste en meest dringende kwesties te bespreken, met name voorgenomen sluitingen of gevallen van herstructering in de EU; is van oordeel dat dit zo moet worden georganiseerd dat de werkzaamheden van de groep op hoog niveau inzake staal een rol spelen in het overleg in de Raad Concurrentievermogen;
11. verzoekt de Commissie een jaarlijkse themavergadering te organiseren met andere energie-intensieve bedrijfstakken, bijvoorbeeld gewijd aan mededinging, structurele hervorming, energie- en klimaatbeleid of betere regelgeving, gezien het feit dat veel van de problemen van de staalsector ook van belang zijn voor andere energie-intensieve bedrijfstakken;
12. verzoekt de Commissie, als onderdeel van het lopende "beter regelgeven"-project, ervoor te zorgen dat in alle effectbeoordelingen en daaropvolgende voorstellen naar behoren met de staalsector rekening gehouden wordt;
13. verzoekt de lidstaten maatregelen in overweging te nemen om de lasten te drukken van de hoge energiekosten waarmee de staalsector in Europa in vergelijking met mondiale concurrenten te kampen heeft; roept de Commissie voorts op om bezorgdheid over koolstoflekkage en -dumping continu te monitoren, en de invoering van maatregelen te overwegen die dergelijke situaties kunnen verzachten;
14. dringt aan op doorlopende investering in onderzoek in en ontwikkeling van koolstofafvang en opslag (CCS), aangezien grote vorderingen op dit gebied de totale uitstoot van de staalindustrie op lange termijn drastisch kunnen verminderen;
15. is van oordeel dat om Europese staalproducenten concurrerend te laten zijn op de wereldmarkt, scherpe concurrentie op de interne markt van de EU noodzakelijk is, aangezien dit tot een groter concurrentievermogen leidt; verzoekt de Commissie in dit verband zijn krachtige stellingname tegen mogelijke verstoring van de mededinging op de interne markt, te handhaven;
16. verzoekt alle beleidsmakers, in dit verband, het juiste regelgevingskader te creëren waardoor de staalindustrie in Europe tot bloei kan komen, onder meer door het treffen van maatregelen om de vaardigheden en flexibiliteit van het personeel te verbeteren, meer nadruk te leggen op industrieel onderzoek en innovatie dat gericht is op zowel producten als processen, en ervoor te zorgen dat de bedrijfstak gesteund wordt bij haar stappen om tot structurele hervormingen te komen, ook als dergelijke hervormingen sociale gevolgen hebben;
17. dringt er bij de lidstaten op aan de ter beschikking staande beleidsinstrumenten te gebruiken om de sociale kosten van aanpassing na herstructurering en sluitingen te verminderen, en ervoor te zorgen dat relevante vaardigheden worden behouden en ontwikkeld teneinde te helpen voorzien in de toekomstige behoeften van de bedrijfstak;
18. verzoekt de Commissie om tijdig en doeltreffend staalinvoer op de EU-markt aan te pakken als sprake is van onrechtmatige subsidiëring en dumping, en, waar nodig, van het EU-instrumentarium voor handelsmaatregelen gebruik te maken overeenkomstig het bestaande EU-recht;
19. is verheugd over en staat volledig achter het door de Commissie in juni 2013 gepresenteerde actieplan en het daaropvolgende werkdocument van de diensten van juni 2014 over de uitvoering van dat actieplan; is niettemin van mening dat, gezien de voortdurende moeilijke economische situatie, een jaarverslag over de uitvoering van het actieplan zou moeten worden gepresenteerd om voort te bouwen op de positieve resultaten van het afgelopen jaar en de dynamiek in stand te houden;
20. verzoekt de Commissie initiatieven te steunen, zoals voorgesteld in het actieplan staal, die bijdragen aan de bevordering van het mondiale concurrentievermogen van de sector, met inbegrip van beleid dat ertoe bijdraagt de kwaliteit van EU-staalproducten aan te tonen;
21. is van oordeel dat voor een deel het plan de Europese staalindustrie moet stimuleren zich met technologisch geavanceerde producten van hoge kwaliteit van mondiale concurrenten te onderscheiden, door het gebruik van Europese onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiecapaciteiten;
22. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, alsmede de regeringen en de parlementen van de lidstaten.
- [1] Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0069.