Ontwerpresolutie - B8-0131/2015Ontwerpresolutie
B8-0131/2015

ONTWERPRESOLUTIE over de verlenging van het mandaat van het Forum voor internetbeheer

4.2.2015 - (2015/2526(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

David Borrelli, Dario Tamburrano, Laura Ferrara, Marco Zullo, Isabella Adinolfi, Tiziana Beghin, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0099/2015

Procedure : 2015/2526(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0131/2015
Ingediende teksten :
B8-0131/2015
Aangenomen teksten :

B8‑0131/2015

Resolutie van het Europees Parlement over de verlenging van het mandaat van het Forum voor internetbeheer

(2015/2526(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn resolutie van 23 juni 2005 over de informatiemaatschappij[1],

–       gezien zijn resolutie van 14 maart 2006 over een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid[2],

–       gezien zijn resolutie van 17 januari 2008 over het tweede Forum voor internetbeheer, dat plaatsvond in Rio de Janeiro van 12 tot 15 november 2007[3],

–       gezien de Beginselverklaring van Genève en het Actieplan van de Wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS), goedgekeurd in Genève op 12 december 2003,

–       gezien de mededeling van de Commissie van 13 juli 2004 getiteld "Naar een mondiaal partnerschap in de informatiemaatschappij: Omzetten van de beginselen van Genève in acties" (COM(2004)0480),

–       gezien de WSIS-overeenkomst van Tunis en de agenda voor de informatiemaatschappij, goedgekeurd in Tunis op 18 november 2005,

–       gezien de bijdrage van de Raad van Europa van 10 augustus 2007 aan het tweede Forum voor internetbeheer, dat plaatsvond in Rio de Janeiro, Brazilië, van 12 tot 15 november 2007,

–       gezien de mededeling van de Commissie van 27 april 2006 getiteld "Naar een wereldwijd partnerschap in de informatiemaatschappij: Follow-up van de Tunis-fase van de Wereldtop over de informatiemaatschappij van de Verenigde Naties (WSIS)" (COM(2006)0181),

–       gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 26 maart 2009 over de versterking van de veiligheid en van de fundamentele vrijheden op het internet[4],

–       gezien zijn resolutie van 15 juni 2010 over internetbeheer: de volgende stappen[5],

–       gezien de gezamenlijke verklaring van de EU-delegatie op het Forum voor internetbeheer, dat plaatsvond in Istanbul van 2 tot 5 september 2014,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat het Forum voor internetbeheer (FIB) gehouden wordt uit hoofde van het mandaat van de Wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS) om een democratische, transparante en multilaterale beleidsdialoog tot stand te brengen;

B.     overwegende dat het FIB in de eerste plaats dient om te discussiëren over diverse onderwerpen in verband met het beheer van het internet en eventueel aanbevelingen te doen aan de internationale gemeenschap om oplossingen te helpen ontwikkelen;

C.     overwegende dat het internet uitgroeit tot een van de belangrijkste communicatiekanalen en een enorme impact heeft op de hele samenleving, dat het bovendien een beslissend instrument is om passende aandacht te besteden aan transversale vraagstukken die onder verschillende beleidsterreinen vallen, en indien het eerlijk en correct wordt gebruikt, één van de doeltreffendste middelen is om de sociale, culturele, educatieve en economische uitdagingen van een gemondialiseerde samenleving met succes aan te pakken;

D.     overwegende dat het laatste FIB, dat van 2 tot 5 september 2014 in Istanbul plaatsvond, meer dan 3 300 deelnemers heeft aangetrokken en dat er nog veel meer belanghebbenden vanop afstand hebben deelgenomen;

E.     overwegende dat het FIB van 2014 heeft kunnen bijdragen tot het bevorderen van tijdige beleidsdebatten door mensen uit alle groepen belanghebbenden samen te brengen en hen als gelijken te betrekken in een dialoog over publieke beleidskwesties met betrekking tot het internet en het bestuur ervan;

F.     overwegende dat de Europese Unie voor het negende FIB, dat in september 2014 plaatsvond, de volgende prioriteiten had vastgesteld: uitbreiding van de toegang tot het internet overal ter wereld, handhaving van het internet als een mondiaal, open en gemeenschappelijk instrument, niet-discriminerende toegang tot kennis, afwijzing van het idee van een door de staat gecontroleerd internet, meer verantwoordingsplicht en transparantie bij het bestuursmodel van een internet met meerdere belanghebbenden, een stabiel en veilig mandaat voor de voortzetting van het FIB, en erkenning van het feit dat onze fundamentele vrijheden en de mensenrechten niet verhandelbaar zijn en online moeten worden beschermd;

G.     overwegende dat uit de talrijke deelname aan het laatste FIB blijkt dat de burgers bereid zijn te discussiëren over de bestuursuitdagingen van het internet en over de kansen die het biedt om de economische groei, het concurrentievermogen en de maatschappelijke en culturele voordelen te bevorderen;

H.     overwegende dat het FIB een doeltreffend platform blijkt te zijn voor de coördinatie van informatie-uitwisseling, de totstandbrenging van kennis, het delen van goede praktijken en de uitvoering van activiteiten met meerdere belanghebbenden;

I.      overwegende dat het van essentieel belang is te zorgen voor betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en kmo's om rekening te houden met de diversiteit van hun situatie en om de gevolgen van voorstellen voor de betrokken ondernemingen te beoordelen;

J.      overwegende dat het de moeite loont het FIB-model voort te zetten, dat zijn voornaamste kenmerk van een onafhankelijk, open forum voor dialoog en de uitwisseling van goede praktijken tussen regeringen moeten worden behouden, en dat het een van de belangrijkste contribuanten aan de vrije mededinging in het kader van het internet is;

K.     overwegende dat op de Wereldtop over de informatiemaatschappij in Tunis in 2005 toezeggingen werden gedaan om te werken aan een mensgerichte, inclusieve en ontwikkelingsgerichte informatiemaatschappij, die gebaseerd is op de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en die de Universele verklaring van de rechten van de mens volledig in acht neemt en eerbiedigt;

L.     overwegende dat de bescherming van de rechten van minderjarigen op het internet en de bescherming en bevordering van de vrijheid van meningsuiting moeten worden gewaarborgd;

M.    overwegende dat het belangrijk is het recht van de burgers op privacy te beschermen en te waarborgen;

1.      is van mening dat het internet voor iedereen moet zijn en dat voor iedereen dezelfde regels moeten gelden, omdat het een krachtig communicatiekanaal is en de voordelen ervan door alle burgers ter wereld moeten worden gedeeld;

2.      is van mening dat het Forum voor internetbeheer daadwerkelijk een waardevol platform is voor een internationale dialoog over internetkwesties en dus moet blijven bestaan; wijst erop dat het wisselend mandaat van vijf jaar een belemmering vormt voor planning en investeringen op de lange termijn; is van mening dat er een stabiel platform moet komen om wereldwijde participatie te vergemakkelijken en te vergroten; is van mening dat planning op de langere termijn noodzakelijk is om geloofwaardig te zijn en tegemoet te komen aan de behoeften van een gemeenschap met meerdere belanghebbenden;

3.      benadrukt dat het FIB een open forum is dat tot doel heeft tot een gemeenschappelijke visie en een gedeeld engagement te komen om een geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte informatiemaatschappij tot stand te brengen; benadrukt dat gezorgd moet worden voor een open en onafhankelijk internetforum, dat gebaseerd is op de initiatieven en behoeften van de belanghebbenden; benadrukt dat het belangrijk is dat het zijn onafhankelijkheid ten opzichte van multinationale ondernemingen behoudt;

4.      wijst erop dat het FIB een positief en concreet kader vormt voor een democratische dialoog over de toekomst van het internet op basis van een themagerichte agenda; is van mening dat een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak op nationaal, regionaal en internationaal niveau van fundamenteel belang is; benadrukt hoe belangrijk het is dat alle fracties vertegenwoordigd zijn op internationale fora;

5.      benadrukt het belang van interactief en transparant overleg met representatieve verenigingen, organisaties van het maatschappelijk middenveld en kmo's, en is van mening dat middelgrote ondernemingen in staat zijn werkgelegenheid te creëren en groei te stimuleren in de ICT-sector; onderstreept dat het belangrijk is onnodige obstakels weg te nemen en ondernemerschap te bevorderen;

6.      benadrukt dat het noodzakelijk is de neutraliteit van het internet en de technologie te waarborgen, de digitale kloof tussen landen en regio's te verkleinen, ICT te ontwikkelen via echte concurrentie tussen exploitanten en dienstverleners, te zorgen voor de volledige harmonisatie van het auteursrecht en de aanverwante rechten in de informatiemaatschappij om de rechten van de burger, zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de EU, te vrijwaren, waarbij de beginselen van het auteursrecht in acht worden genomen en de rechten van auteurs en kunstenaars hoe dan ook worden beschermd, en het internet te beschouwen als een gedeelde ruimte voor vrije en volledige verspreiding van cultuur en kennis;

7.      is van mening dat het belangrijk is dat het internet een open en censuurvrije zone blijft waar alle burgers ter wereld vrij met elkaar kunnen communiceren op grond van de beginselen van transparantie, multilateralisme, democratie, bescherming van de mensenrechten en vrijheid van meningsuiting;

8.      wijst op het strategische belang van het internet om de instellingen dichter bij de burgers te brengen en om hun prestaties, efficiëntie en transparantie te verbeteren; herinnert aan de fundamentele rol van het internet om de betrokkenheid van de burgers en de democratische en rechtstreekse participatie van het maatschappelijk middenveld aan het gemeenschapsleven op alle niveaus te vergroten;

9.      dringt erop aan dat er meer wordt gedaan om het internet veiliger te maken voor kinderen en om de internationale samenwerking in de strijd tegen schadelijke of illegale informatie op het internet te versterken, met name op het gebied van seksueel misbruik van kinderen op het internet;

10.    benadrukt het belang van de bestrijding van cybercriminaliteit, met name om de veiligheid en de geheimhouding van persoonsgegevens beter te beschermen, zonder evenwel het open karakter van het internet aan banden te leggen;

11.    is van mening dat het internet de democratie en de economische ontwikkeling alleen kan blijven aansturen als de vrijheid van meningsuiting en de toegang tot informatie gegarandeerd zijn;

12.    roept de Algemene Vergadering van de VN op het mandaat van het FIB te verlengen, de financiële ondersteuning te verhogen en het multistakeholdermodel van internetbeheer te handhaven;

13.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.