ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Venezuela
5.3.2015 - (2015/2582(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Luis de Grandes Pascual, Davor Ivo Stier, Daniel Caspary, Cristian Dan Preda, Elisabetta Gardini, József Nagy, Francesc Gambús, Lara Comi, Jaromír Štětina namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0236/2015
Het Europees Parlement,
– gezien zijn resoluties over de situatie in Venezuela, en met name die van 27 februari 2014 over de politieke situatie in Venezuela en die van 18 december 2014 over de vervolging van de democratische oppositie in Venezuela,
– gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de aanhouding van de burgemeester van Caracas, Antonio Ledezma, en de situatie in Venezuela,
– gezien het advies van de Werkgroep inzake willekeurige detentie van de mensenrechtencommissie van de Algemene Vergadering van de VN, van 26 augustus 2014,
– gezien de verklaring van de hoge commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten van 20 oktober 2014 over de detentie van demonstranten en politici in Venezuela,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij Venezuela partij is,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat op 19 februari jl. een groep zwaarbewapende functionarissen van de Venezolaanse inlichtingendienst met geweld de kantoren van de burgemeester van Caracas zijn binnengevallen en zonder huiszoekingsbevel ambtsdrager Antonio Ledezma onder dwang hebben afgevoerd, die sindsdien in een militaire gevangenis wordt vastgehouden op beschuldiging van samenzwering en bendevorming, misdrijven waarop in Venezuela zware gevangenisstraffen staan;
B. overwegende dat president Nicolás Maduro op een nationale radio- en tv-zender gewag heeft gemaakt van de verijdeling van een vermeend plan om zijn regering te destabiliseren door middel van een vermeende poging tot staatsgreep waarbij de leiders van oppositieverbond Mesa de la Unidad Democrática, de parlementsleden María Corina Machado en Julio Borges, en de burgemeester van Caracas, Antonio Ledezma, betrokken zouden zijn; overwegende dat voormelde oppositieleiders in verband worden gebracht met een plan om Leopoldo López, een andere oppositieleider, die sinds meer dan een jaar in een militaire gevangenis vastzit, te vermoorden;
C. overwegende dat leiders van de democratische oppositie bij eerdere gelegenheden meermaals ten onrechte zijn beschuldigd van betrokkenheid bij vermeende destabiliseringsplannen en pogingen tot staatsgreep, wat heeft geleid tot een meedogenloze politieke vervolging, opheffingen van de parlementaire immuniteit – zoals het geval was met María Corina Machado en de bedoeling is met Julio Borges –, bedreigingen, beledigingen en fysiek geweld, zoals het handgemeen dat beide voormelde parlementsleden in april 2013 in het eigenste parlement te verduren kregen, terwijl voorzitter Diosdado Cabello lijdzaam toekeek;
D. overwegende dat president Maduro ook melding maakte van vermeende buitenlandse samenzweringen, vermeende destabiliseringsplannen en moordpogingen op hem, die vanuit de nationale regering meermaals werden aangeklaagd, waarschijnlijk om de aandacht af te leiden van het echte probleem, namelijk de ernstige politieke, economische en sociale crisis die Venezuela doormaakt;
E. overwegende dat zowel Venezolaanse als buitenlandse ondernemers en media bedreigingen te slikken krijgen en dat er waarschuwingen en verwensingen worden uitgestuurd aan het adres van buitenlandse regeringen en internationale organisaties die zich bezorgd tonen over en waarschuwen voor de risico's van de politieke crisis in Venezuela en voor het feit dat een beschuldigende vinger wordt opgestoken tegen al wie in het land een vreedzame, democratische en grondwettelijke verandering middels verkiezingen voorstaat;
F. overwegende dat Resolutie nr. 008610 van het Venezolaanse ministerie van Defensie, die in het staatsblad van 27 januari 2015 is bekendgemaakt, "het gebruik van mogelijk dodelijk geweld met vuurwapens of andere mogelijk dodelijke wapens" als laatste redmiddel toestaat om "ordeverstoring te voorkomen, het wettig gevestigde gezag te ondersteunen en elke aanval af te slaan en er meteen met de nodige middelen op te reageren";
G. overwegende dat Kluivert Roa, een 14-jarige schooljongen, tijdens een antiregeringsbetoging door een agent van de Bolivariaanse nationale politie koelbloedig is doodgeschoten in de buurt van de Universidad Católica del Táchira (UCAT), waardoor hij het eerste dodelijke slachtoffer werd sinds Nicolás Maduro het gebruik van vuurwapens heeft toegestaan om protesten de kop in te drukken;
H. overwegende dat er dit jaar verkiezingen voor de vernieuwing van de voltallige Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela moeten plaatsvinden;
I. overwegende dat Leopoldo López, die op 18 februari 2014 op willekeurige wijze gevangen is gezet wegens beschuldigingen van samenzwering, aanzetting tot gewelddadige betogingen, brandstichting en materiële schade, meer dan een jaar later nog steeds wordt vastgehouden; overwegende dat hij sinds zijn arrestatie fysiek en psychologisch is gefolterd en de laatste maanden aan nog strengere eenzame opsluiting is onderworpen, en dat ook de oppositionele burgemeesters Daniel Ceballos en Vicencio Scarano, die tot meerdere jaren gevangenisstraf zijn veroordeeld, nog steeds in eenzame opsluiting zitten omdat ze de betogingen en burgerprotesten in hun stad niet hebben beëindigd; overwegende dat tegen de parlementsleden Juan Carlos Caldera, Ismael García en Richard Mardo strafrechtelijke onderzoeken en juridische procedures in gang zijn gezet met als doel hun schorsing en diskwalificatie als leden van het Congres;
J. overwegende dat in de opmerkingen in het verslag van het VN-Comité tegen Foltering betreffende de Bolivariaanse Republiek Venezuela uitdrukkelijk bezorgdheid werd uitgesproken over de aanwezigheid van straffeloosheid, foltering en mishandeling van politieke gevangenen, buitensporig gebruik van geweld, het tolereren van en medeplichtigheid aan de acties van gewapende regeringsgezinde groepen, willekeurige detentie en het ontbreken van elementaire procedurele waarborgen; overwegende dat in dit verslag werd opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van alle willekeurig gevangen gehouden personen, met inbegrip van Leopoldo López en Daniel Ceballos, die zijn gearresteerd wegens de uitoefening van hun recht zich te uiten en vreedzaam te demonstreren; overwegende dat in het verslag voorts bezorgdheid werd geuit over de aanvallen op journalisten en mensenrechtenactivisten, buitengerechtelijke executies en het volstrekt ontbreken van een onafhankelijke rechterlijke macht;
K. overwegende dat de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) heeft opgeroepen tot de vrijlating van burgemeester Ledezma en van alle personen die gevangen zijn gezet wegens hun deelname aan de demonstraties van verleden jaar, en dat de Inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens haar diepe bezorgdheid heeft geuit over de situatie met betrekking tot de eerbiediging van de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting in Venezuela;
L. overwegende dat de rechterlijke macht zich volledig onderwerpt aan de eisen en verzoeken van de huidige Venezolaanse regering en dat van dit rechtsstelsel niet te verwachten valt dat het beschuldigingen jegens de oppositie op onpartijdige wijze onderzoekt en hierover een eerlijk vonnis uitspreekt;
M. overwegende dat alleen eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden en een constructieve en respectvolle dialoog die plaatsvindt in een geest van verdraagzaamheid Venezuela kunnen helpen een uitweg te vinden uit deze ernstige crisis en toekomstige moeilijkheden te overwinnen;
N. overwegende dat in april 2014 onderhandelingen tussen de regering en de oppositie over de demonstraties werden gestart, "Mesa de Diálogo" genaamd, die helaas een maand later zonder enig resultaat weer werden afgebroken;
O. overwegende dat Venezuela van alle Latijns-Amerikaanse landen de grootste energievoorraden heeft; overwegende dat de bevolking van Venezuela onder een ernstig tekort aan elementaire voorzieningen lijdt, de voedselprijzen zijn verdubbeld en de rantsoenering van voedsel is opgevoerd; overwegende dat de olieprijzen aanzienlijk zijn gedaald, waardoor de economische neergang verergert en de fragiele, van olie afhankelijke economie van het land in gevaar komt; overwegende dat de Venezolaanse regering een ijzeren censuur uitoefent en al wie over de ernst van de economische en sociale crisis wil informeren, intimideert en lastigvalt;
1. herhaalt ernstig bezorgd te zijn over de verslechterende situatie in Venezuela; veroordeelt de opsluiting van burgemeester Antonio Ledezma, de poging om de immuniteit van parlementslid Julio Borges op te heffen en de vervolging van studenten en andere oppositieleiders; verlangt de onmiddellijke vrijlating van de burgemeester van Caracas en van alle andere willekeurig gevangen gehouden personen, in overeenstemming met de verzoeken van diverse VN-instanties en internationale organisaties;
2. veroordeelt met klem de moord op de schooljongen Kluivert Roa uit San Cristóbal en zes andere scholieren; betuigt zijn oprechte medeleven met de familieleden en kennissen van de slachtoffers en vraagt dat de daders van deze misdaden zonder ruimte voor straffeloosheid worden berecht; verzoekt de regering te stoppen met de politieke vervolging en onderdrukking van de democratische oppositie, de schendingen van de vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren, en het censureren van de media;
3. waarschuwt voor de geleidelijke verslechtering van het democratisch samenleven, het klimaat van politiek geweld, de schending van de grondrechten van een aanzienlijk deel van de Venezolaanse samenleving en de toenemende autoritaire houding van het regime, waardoor Venezuela in een situatie van onhoudbare politieke spanning terechtkomt, vooral nu er dit jaar verkiezingen voor de Nationale Vergadering moeten plaatsvinden; waarschuwt in dit verband voor manoeuvres die een gespannen sfeer en een verslechtering van de situatie zouden kunnen veroorzaken met als doel de democratische oppositie in een slecht daglicht of buiten de wet te stellen en/of de verkiezingen te annuleren;
4. spoort alle partijen ertoe aan, met steun en bemiddeling van de regionale organisaties, te komen tot een vreedzame dialoog die alle geledingen van de Venezolaanse samenleving omvat, teneinde punten van overeenstemming te vinden en de politieke hoofdrolspelers de gelegenheid te bieden om de ernstigste problemen waarmee het land worstelt te bespreken; dringt er bij alle betrokken partijen op aan verdere escalatie van het geweld te voorkomen en herinnert de regering van Venezuela eraan dat van een constructieve dialoog geen sprake kan zijn zolang de oppositieleiders op willekeurige gronden gevangen worden gehouden;
5. herinnert de regering van Venezuela aan haar verantwoordelijkheid te waarborgen dat alle strafrechtelijke procedures aan de internationale normen voldoen; wijst erop dat de scheiding van machten een fundamenteel democratisch beginsel is en dat het rechtssysteem door de overheid niet mag worden gebruikt om de democratische oppositie aan politieke vervolging en onderdrukking bloot te stellen; dringt er bij de Venezolaanse autoriteiten op aan de ongefundeerde beschuldigingen en arrestatiebevelen jegens politici van de oppositie in te trekken en de veiligheid van alle burgers in het land te garanderen, ongeacht hun politieke opvattingen en banden;
6. dringt er bij de regering van Venezuela op aan haar eigen grondwet en haar internationale verplichtingen na te leven en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, evenals politiek pluralisme te eerbiedigen, aangezien dit hoekstenen van de democratie vormen, en te waarborgen dat burgers niet worden vervolgd wegens de uitoefening van hun recht op vreedzame vergadering en vrijheid van meningsuiting;
7. dringt er bij de regering van Venezuela op aan de mensenrechten te eerbiedigen, vermeende mensenrechtenschendingen op doeltreffende wijze te onderzoeken, en een klimaat te creëren waarin mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke niet-gouvernementele organisaties hun legitieme werkzaamheden ter bevordering van mensenrechten en democratie kunnen uitvoeren;
8. roept de EDEO en de EU-delegatie in Caracas alsook de delegaties van de lidstaten nogmaals op de strafrechtelijke onderzoeken en processen van oppositieleiders te blijven volgen;
9. herhaalt zijn tot dusver zonder reactie gebleven verzoek aan Federica Mogherini, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, om aan te dringen op de onmiddellijke vrijlating van de oppositieleiders en de anderen die op willekeurige wijze worden vastgehouden;
10. pleit er opnieuw voor om zo spoedig mogelijk een ad hoc-delegatie van het Europees Parlement naar Venezuela te zenden om de situatie in het land te beoordelen en in dialoog te treden met alle bij het conflict betrokken partijen;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.