Ontwerpresolutie - B8-0380/2015Ontwerpresolutie
B8-0380/2015

ONTWERPRESOLUTIE over de recente tragedies in de Middellandse Zee en het migratie- en asielbeleid van de EU

27.4.2015 - (2015/2660(RSP))

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Guy Verhofstadt, Cecilia Wikström, Louis Michel, Frédérique Ries, Marielle de Sarnez, Philippe De Backer, Nathalie Griesbeck, Gérard Deprez, Hilde Vautmans namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0367/2015

Procedure : 2015/2660(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0380/2015
Ingediende teksten :
B8-0380/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0380/2015

Resolutie van het Europees Parlement over de recente tragedies in de Middellandse Zee en het migratie- en asielbeleid van de EU

(2015/2660(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

–       gezien het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,

–       gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

–       gezien het Verdrag van Genève van 1951 en het aanvullende protocol hierbij,

–       gezien het verslag van april 2012 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over maatregelen om de migratiestromen beter te beheersen,

–       gezien het verslag van april 2013 van de speciale rapporteur van de VN over de mensenrechten van migranten over het beheer van de buitengrenzen van de EU en de impact ervan op de mensenrechten van migranten,

–       gezien zijn resolutie van 9 oktober 2013 over maatregelen van de EU en de lidstaten om met de vluchtelingenstroom als gevolg van het conflict in Syrië om te gaan[1],

–       gezien zijn resolutie van 23 oktober 2013 over migratiestromen over de Middellandse Zee, in het bijzonder in het licht van de tragische gebeurtenissen bij Lampedusa[2],

–       gezien het werkdocument van de Commissie van 22 mei 2014 over de uitvoering van de mededeling over het werk van de Task Force Middellandse Zeegebied,

–       gezien het debat over de situatie in het Middellandse Zeegebied en de noodzaak van een holistische EU-aanpak van migratie dat op 25 november 2014 in het Parlement is gehouden,

–       gezien zijn resolutie van 17 december 2014 over de situatie in het Middellandse Zeegebied en de noodzaak van een holistische EU-aanpak van migratie[3],

–       gezien het 10-puntenplan inzake migratie van de gezamenlijke Raad van ministers van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken van 20 april 2015,

_       gezien de conclusies van de speciale top van de Europese Raad op 23 april 2015 over de vluchtelingencrisis op de Middellandse Zee,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) sinds begin april 2015 de meest recente tragedies meer dan 1 000 mensenlevens in de Middellandse Zee hebben gekost;

B.     overwegende dat volgens de IOM, sinds 1 januari 2015 naar schatting 23 918 migranten de Italiaanse kust hebben bereikt; overwegende dat volgens de Griekse autoriteiten in het eerste kwartaal van 2015 10 445 migranten door de Griekse kustwacht in de Egeïsche Zee gered zijn;

C.     overwegende dat volgens schattingen van de IOM dit jaar mogelijk meer dan 30 000 mensen in de Middellandse Zee omkomen, waaruit opnieuw blijkt dat de EU en de lidstaten alles in het werk moeten stellen om mensen die zich op zee in gevaar bevinden het leven te redden;

D.     overwegende dat met de laatste operatie die er uitsluitend op gericht was om in de Middellandse Zee mensen op te sporen en te redden, Mare Nostrum, over een periode van 364 dagen 150 810 migranten gered zijn;

E.     overwegende dat de veronderstelling dat Mare Nostrum een aanzuigende factor was voor migranten om te trachten de Middellandse Zee over te steken, ongegrond blijkt, nu in 2015 een aanzienlijk hoger aantal migranten de oversteek heeft gewaagd in vergelijking met de dezelfde periode in 2014 toen Mare Nostrum nog operationeel was;

F.     overwegende dat op 1 november 2014 de door Frontex gecoördineerde, gezamenlijke operatie Triton volledig operationeel is geworden met een aanvankelijk budget van slechts 2,9 miljoen euro per maand, in vergelijking met het budget van 9 miljoen euro per maand voor Mare Nostrum;

G.     overwegende dat het merendeel van de mensen die de Middellandse Zee trachten over te steken, vluchten voor de conflicten of vervolging in Syrië, Irak, Eritrea en Somalië;

H.     overwegende dat volgens Europol, criminele organisaties actief betrokken zijn bij het vervoer van migranten over de Middellandse Zee;

I.      overwegende dat deze resolutie een respons is op de meest recente tragedies op de Middellandse Zee; overwegende dat in het strategisch verslag inzake een holistische aanpak van migratie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, het asiel- en migratiebeleid van de EU in zijn geheel zal worden behandeld;

1.      geeft uiting aan zijn diepe bedroefdheid en verdriet over het herhaalde tragische verlies van mensenlevens in het Middellandse Zeegebied; dringt er bij de Europese Unie en de lidstaten op aan alles te doen om verder verlies van mensenlevens op zee te voorkomen;

2.      benadrukt de noodzaak dat het antwoord van de EU op de meest recente tragedies op de Middellandse zee gebaseerd is op solidariteit en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheid, zoals vastgelegd in artikel 80 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en op een alomvattende Europese aanpak;

3.      verzoekt de EU en de lidstaten de nodige middelen beschikbaar stellen om ervoor te zorgen dat de zoek- en reddingsverplichtingen doeltreffend worden nagekomen en daartoe naar behoren financieel wordt bijgedragen; vraagt de lidstaten hun solidariteit en engagement te blijven tonen door hun bijdragen aan de begrotingen en verrichtingen van Frontex en het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) te verhogen; verbindt zich deze agentschappen met de nodige middelen (personeel en uitrusting) te voorzien zodat zij met behulp van de EU-begroting en haar betreffende fondsen hun verplichtingen kunnen nakomen;

4.      is verheugd over de toezegging van de Europese Raad om de operatie Triton van de EU te versterken door een verhoging van de financiering en activa; merkt echter op dat, om succesvol te zijn, Triton over een mandaat en middelen moet beschikken die ten minste overeenkomen met die van Mare Nostrum, waaronder de mogelijkheid om op volle zee zoek- en reddingsacties uit te voeren;

5.      verzoekt om de totstandbrenging van wettelijke en veilige manieren voor asielzoekers om naar de EU te komen, door middel van de afgifte van visa op humanitaire gronden door EU-ambassades en consulaten in derde landen, met gebruikmaking van bestaande wetgeving zoals artikel 25 van de visumcode en artikel 5 van de Schengengrenscode;

6.      betreurt de geringe bereidwilligheid van de Europese Raad om een geloofwaardig, EU-breed, bindend solidariteitsmechanisme op te zetten; verzoekt om de instelling van een systematisch en verplicht hervestigingsprogramma;

7.      verzoekt de Raad de richtlijn tijdelijke bescherming (2001) of artikel 78, lid 3, VWEU toe te passen, die beide in een solidariteitsmechanisme voorzien bij een massale en plotselinge toevloed van ontheemden; vraagt de Commissie om met objectieve criteria te komen voor de omschrijving van het begrip "massale toevloed", teneinde de toepassing van deze regelingen te vergemakkelijken;

8.      vraagt de Commissie om de bestaande Dublin-verordening te vervangen door bindende quota voor de verdeling van asielzoekers over de 28 lidstaten, met een verplichte verdeelsleutel op grond van zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens en waarbij de integratievooruitzichten in aanmerking worden genomen;

9.      is ingenomen met het voorstel van de Europese Raad voor de gezamenlijke afhandeling van asielaanvragen waarbij EASO-teams ondersteuning bieden; verzoekt de Commissie het mandaat van EASO uit te breiden om zijn operationele rol in de afhandeling van asielaanvragen te vergroten;

10.    verzoekt om een spoedige en volledige omzetting en doeltreffende uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) door alle deelnemende lidstaten, waarbij wordt gezorgd voor gemeenschappelijke Europese normen, ook betreffende de opvang van migranten, op grond van de bestaande wetgeving;

11.    roept op tot sterkere coördinatie van de beleidsmaatregelen die de EU en de lidstaten nemen om de fundamentele oorzaken van migratie aan te pakken; onderstreept dat er behoefte is aan een holistische benadering van de EU waardoor de samenhang tussen haar interne en externe beleidsmaatregelen wordt versterkt, en met name tussen het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, het ontwikkelingsbeleid en het migratiebeleid; wenst dat de EU haar samenwerking met partnerlanden in het Midden-Oosten en Afrika versterkt ter bevordering van de democratie, fundamentele vrijheden en grondrechten, veiligheid en welvaart;

12.    verzoekt de lidstaten nauw met Europol, Frontex, EASO en Eurojust samen te werken bij de bestrijding van criminele smokkelorganisaties om te voorkomen dat zij geld verdienen met het op het spel zetten van de levens van migranten;

13.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.