AANBEVELING VOOR EEN BESLUIT om geen bezwaar te maken tegen gedelegeerde verordening van de Commissie van 27 april 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
7.5.2015 - (C(2015)02802 – 2015/2673(DEA))
Czesław Adam Siekierski namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
B8-0439/2015
Ontwerpbesluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 27 april 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
(C(2015)02802 – 2015/2673(DEA))
Het Europees Parlement,
– gezien de Gedelegeerde Verordening van de Commissie (C(2015)02802),
– gezien het schrijven van de Commissie van 3 februari 2015, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening,
– gezien de brief van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling van xxxx aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters,
– gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad[1], en met name artikel 58, lid 7,
– gezien de door de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling ingediende ontwerpresolutie,
– gezien artikel 105, lid 6, van zijn Reglement,
A. overwegende dat in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad is bepaald dat, indien na 1 januari 2014 programma's onder gedeeld beheer voor onder meer het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling worden vastgesteld, het meerjarig financieel kader wordt herzien om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt, over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima;
B. overwegende dat de programma's voor plattelandsontwikkeling van Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Ierland, Griekenland, Spanje, Kroatië, Italië, Cyprus, Luxemburg, Hongarije, Malta, Roemenië en Zweden en bepaalde regionale programma's van België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk eind 2014 nog niet konden worden vastgesteld;
C. overwegende dat Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 dienovereenkomstig gewijzigd is door Verordening (EU, Euratom) 2015/623 van de Raad, waarbij de overeenkomstige niet-gebruikte toewijzingen voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling voor 2014 worden overgedragen naar de uitgavenmaxima voor 2015 en 2016;
D. overwegende dat bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013, waarin de verdeling van de steun van de Unie voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020 is vastgelegd, daarom dienovereenkomstig moet worden gewijzigd;
E. overwegende dat deze verordening essentieel is voor een vlotte en tijdige vaststelling van de plattelandsontwikkelingsprogramma's en derhalve in werking dient te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
1. verklaart geen bezwaar te maken tegen Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1305/2013;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
- [1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487.