ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Hongarije
3.6.2015 - (2015/2700(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Monika Hohlmeier, Esteban González Pons, Milan Zver, Jeroen Lenaers namens de PPE-Fractie
Het Europees Parlement,
– gelet op de EU-verdragen, en met name op de artikelen 2, 3 en 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 2, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
– gezien de mededeling van de Commissie van 19 maart 2014 met als titel "Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat" (COM(2014)0158),
– gezien Protocol nr. 13 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat betrekking heeft op de afschaffing van de doodstraf,
– gezien zijn debat van 19 mei 2015 over de situatie in Hongarije,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Hongaarse premier Viktor Orbán op 28 april 2015 een verklaring heeft afgelegd over de noodzaak van een publiek debat over de doodstraf, nadat de publieke opinie in het hele land was opgeschrikt door de brute moord op een vrouwelijke beambte, die met messteken om het leven werd gebracht in een stad in het zuiden van Hongarije;
B. overwegende dat de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, in een perscommuniqué heeft verklaard dat Viktor Orbán hem verzekerd heeft dat de Hongaarse regering niet overweegt om de doodstraf weer in te voeren en dat zij alle Europese verdragen en wetten zal eerbiedigen en naleven;
C. overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie volledig is opgenomen in de Hongaarse grondwet;
D. overwegende dat volksraadpleging een belangrijk en nuttig instrument is voor regeringen om beleid te ontwikkelen dat kan rekenen op steun van de bevolking;
E. overwegende dat de Hongaarse regering in mei 2015 een volksraadpleging over migratie heeft gelanceerd en in het verleden ook over andere onderwerpen dergelijke raadplegingen heeft georganiseerd;
F. overwegende dat Hongarije in 2014 na Zweden van alle Europese landen het grootste aantal vluchtelingen heeft opgevangen en dat het land geconfronteerd wordt met ongekende uitdagingen op migratiegebied, aangezien er aan de grens tussen Hongarije en Servië in 2014 bijna drie maal zoveel illegale grensoverschrijdingen werden ontdekt als het jaar daarvoor, waarmee de Westelijke-Balkanroute volgens de jaarlijkse risicoanalyse van Frontex voor 2014 de op twee na belangrijkste route voor illegale grensoverschrijdingen in Europa is;
G. overwegende dat de EU zowel intern als extern geconfronteerd wordt met een reeks verschillende uitdagingen;
H. overwegende dat de Raad, die de 28 lidstaten vertegenwoordigt, een van de twee medewetgevers is en zelf een Europese instelling is;
1. bevestigt nogmaals met de meeste klem dat de afschaffing van de doodstraf een mijlpaal in de ontwikkeling van de grondrechten in Europa is en herhaalt op de meest categorische wijze dat de doodstraf in strijd is met de fundamentele waarden van de EU en het EU-recht en derhalve wordt beschouwd als een afgesloten hoofdstuk binnen de EU;
2. is ingenomen met de toezegging van de Hongaarse premier Viktor Orbán dat de doodstraf niet zal worden heringevoerd in Hongarije en benadrukt de verantwoordelijkheid van een eerste minister als regeringsleider voor de bevordering van de waarden van de EU en het geven van het goede voorbeeld;
3. is van mening dat alle lidstaten het EU-recht volledig moeten eerbiedigen in hun wetgevende en bestuurlijke praktijken en dat alle wetgeving, waaronder ook het primaire recht van elke lidstaat of kandidaatlidstaat, een afspiegeling moet zijn van en in overeenstemming moet zijn met de fundamentele Europese waarden, te weten democratische beginselen, de rechtsstaat en de grondrechten;
4. bevestigt dat de lidstaten de soevereine recht hebben om volksraadplegingen te houden en hun burgers te betrekken bij een dialoog over vraagstukken die voor hen van groot belang zijn en rechtstreekse gevolgen hebben; herinnert eraan dat raadplegingen een blijk moeten zijn van de bereidheid van regeringen om verantwoord te regeren met als doel democratische politieke oplossingen en respect voor de fundamentele Europese waarden te waarborgen;
5. is echter van mening dat de inhoud en de bewoordingen van de bijzondere raadpleging die in Hongarije gelanceerd is over immigratie en terrorisme uiterst misleidend, bevooroordeeld en ongenuanceerd zijn; betreurt het dat dit een smet werpt op de EU-instellingen en hun beleid, aangezien de verantwoordelijkheid bij de lidstaten ligt, en herinnert eraan dat de lidstaten volledig betrokken zijn bij het wetgevingsproces van de EU;
6. verwacht van de lidstaten dat zij in tijden van crisis samenwerken en de gelederen sluiten en verzoekt de Commissie als hoedster van de Verdragen de lidstaten te helpen bij het vinden van oplossingen voor de aanpak van deze crises en de versterking van de rechtsstaat;
7. betreurt de wederopleving van extreem nationalisme en van zowel extreem linkse als extreem rechtse partijen die simplistische en onverantwoordelijke politieke eisen stellen en realiteitszin missen, en zo het democratisch spectrum van de politieke partijen in het gedrang brengen; betreurt in dit verband dat er democratische partijen zijn die zich van populistische argumenten bedienen om extremistische partijen van repliek te dienen; meent dat de regeringen van de EU-lidstaten het initiatief moeten nemen om links- en rechts-extremistische groeperingen te ontmantelen en nee te zeggen tegen hun simplistische eisen, waarmee het Europese project ter discussie wordt gesteld en de Europese waarden, die de basis vormen en zullen blijven vormen voor onze vrede en welvaart, in het gedrang worden gebracht;
8. herinnert eraan dat de EU geconfronteerd wordt met complexe internationale uitdagingen die nauwe samenwerking over de grenzen heen en bereidheid tot realistische solidariteit en tot verantwoord optreden vereisen; is van mening dat de EU alleen invloed kan uitoefenen op sterke actoren in andere delen van de wereld, met hun verschillende waarden en politieke stelsels, als zij op de belangrijkste terreinen eenheid aan de dag legt;
9. verzoekt alle lidstaten een constructieve bijdrage te leveren aan de huidige discussie over de Europese agenda voor migratie, die tevens van invloed is op het interne, het externe en het ontwikkelingsbeleid dat in de EU ten uitvoer moet worden gelegd en dientengevolge zijn weerslag heeft op het Afrikaanse continent en het Midden-Oosten;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de president van de Republiek Hongarije.