Ontwerpresolutie - B8-0681/2015Ontwerpresolutie
B8-0681/2015

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Jemen

6.7.2015 - (2015/2760(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Cristian Dan Preda, Arnaud Danjean, Jacek Saryusz-Wolski, Elmar Brok, Michèle Alliot-Marie, David McAllister, Claude Rolin, Michael Gahler, Mariya Gabriel, Davor Ivo Stier, Ramón Luis Valcárcel Siso, Ramona Nicole Mănescu namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0680/2015

Procedure : 2015/2760(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0681/2015
Ingediende teksten :
B8-0681/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0681/2015

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Jemen

(2015/2760(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn eerdere resoluties over Jemen,

–       gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, van 26 maart 2015 over de situatie in Jemen,

–       gezien de gezamenlijke verklaring van VV/HV Federica Mogherini en commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing Christos Stylianides van 1 april 2015 over de gevolgen van de gevechten in Jemen,

–       gezien de gezamenlijke verklaring van VV/HV Federica Mogherini en commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing Christos Stylianides van 11 mei 2015 over het voorstel voor een wapenstilstand in Jemen,

–       gezien de gezamenlijke verklaring van VV/HV Federica Mogherini en commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing Christos Stylianides van 3 juli 2015 over de crisis in Jemen,

–       gezien de conclusies van de Raad van 20 april 2015 over Jemen,

–       gezien resoluties 2014 (2011), 2051 (2012), 2140 (2014), 2201 (2015) en 2216 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

–       gezien de verklaring van de medevoorzitters van de 24e Gezamenlijke Raad en ministeriële bijeenkomst van de Samenwerkingsraad van de Golf en de Europese Unie (GCC-EU) van 24 mei 2015,

–       gezien de verklaring van de VN-Veiligheidsraad van 25 juni 2015 over de situatie in Jemen,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat het conflict in Jemen zich heeft uitgebreid tot 20 van de 22 gouvernementen; overwegende dat volgens de laatste geconsolideerde cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie tussen 19 maart en 5 mei ten minste 1 439 doden zijn gevallen en 5 951 mensen, waaronder veel burgers, gewond zijn geraakt; overwegende dat het aantal ontheemden in het land momenteel op meer dan 300 000 wordt geraamd;

B.     overwegende dat de recente ontwikkelingen ernstige risico's inhouden voor de stabiliteit in de regio, met name in de Hoorn van Afrika, het gebied rond de Rode Zee en het Midden-Oosten in ruimere zin;

C.     overwegende dat een door Saudi-Arabië geleide coalitie, waar Bahrein, Egypte, Jordanië, Koeweit, Marokko, Qatar, Sudan en de Verenigde Arabische Emiraten deel van uitmaken, op 26 maart 2015 op verzoek van de Jemenitische president Abd-Rabbu Mansour Hadi in Jemen een militair offensief tegen de Houthi-rebellen heeft ingezet;

D.     overwegende dat meer dan 1 200 gevangenen, waaronder aan aantal Al Qaida-strijders, onlangs uit een gevangenis in Taïz zijn ontsnapt omdat de bewakers hun post hadden verlaten nadat zij in het kruisvuur tussen Houthi-rebellen en lokale tegenstanders waren terechtgekomen;

E.     overwegende dat op 1 juli 2015 bij een raketaanval van de rebellen op een woonwijk in Aden 31 doden en meer dan 100 gewonden zijn gevallen; overwegende dat op 2 juli 2015 bij gevechten in de haven van Aden en bombardementen op stellingen van de rebellen in Sanaa 22 mensen werden gedood;

F.     overwegende dat de aanhoudende gevechten tussen verschillende milities, de bombardementen en de verstoring van essentiële diensten alarmerende humanitaire gevolgen hebben voor de burgerbevolking, met name kinderen, en de reeds vreselijke humanitaire situatie nog verder verslechteren;

G.     overwegende dat 15,9 miljoen mensen in Jemen humanitaire hulp nodig hebben; overwegende dat kinderen, de meest kwetsbare bevolkingsgroep, ingevolge de algemeen heersende onveiligheid geen toegang hebben tot de gezondheidszorg en voeding die zij nodig hebben;

H.     overwegende dat meer dan 250 000 vluchtelingen, vooral uit Somalië, in het land vastzitten en in moeilijke omstandigheden leven in het Kharaz-kamp of in arme stadsgebieden; overwegende dat Jemen volgens ramingen van de regering ongeveer een miljoen Ethiopische migranten telt;

I.      overwegende dat humanitaire organisaties het merendeel van hun buitenlands personeel ingevolge de verslechterende veiligheidssituatie uit het land hebben geëvacueerd; overwegende dat slechts weinig organisaties nog in Jemen kunnen werken en dat hun handelingsvrijheid ernstig beperkt is;

J.      overwegende dat de escalatie van het gewapende conflict Jemens culturele erfgoed bedreigt; overwegende dat de Commissie voor het werelderfgoed op 2 juli 2015 twee sites in Jemen heeft opgenomen op de lijst van bedreigd werelderfgoed, te weten de oude stad van Sanaa en de oude ommuurde stad Shibam;

K.     overwegende dat de EU een wapenembargo en verdere gerichte sancties heeft opgelegd aan een Houthi-leider en de zoon van voormalig president Ali Abdullah Saleh; overwegende dat dezelfde beperkingen al sinds december 2014 gelden voor twee andere leden van de Houthi-beweging, alsook voor voormalig president Ali Abdullah Saleh;

L.     overwegende dat de Commissie in 2015 een bedrag van 25 miljoen euro aan humanitaire steun heeft uitgetrokken voor de bevolking van het land, die getroffen wordt door acute ondervoeding, het gewapende conflict en gedwongen verplaatsing;

M.    overwegende dat in de herziene humanitaire oproep van de VN sprake was van een bedrag van 1,6 miljard USD, maar dat daarvan momenteel slechts ongeveer 10 % is gefinancierd;

1.      is ernstig bezorgd over de snel verslechterende politieke, humanitaire en veiligheidssituatie in Jemen; betuigt zijn deelneming met de nabestaanden van de slachtoffers; onderstreept dat de EU zich zal blijven inzetten om Jemen en de Jemenitische bevolking bij te staan;

2.      veroordeelt de destabiliserende unilaterale acties van de Houthi's en de militaire eenheden die trouw blijven aan voormalig president Saleh, en roept deze troepen op het geweld onmiddellijk en onvoorwaardelijk te staken en zich terug te trekken uit de gebieden die zij hebben veroverd; betuigt opnieuw zijn steun aan de legitieme autoriteiten van Jemen;

3.      roept alle partijen in Jemen, en met name de Houthi's, op om hun geschillen op te lossen door middel van dialoog en overleg; roept tevens alle regionale actoren op om constructief met de Jemenitische partijen samen te werken met het oog op een de­escalatie van de crisis en het voorkomen van nog meer instabiliteit in de regio; roept alle partijen op om zich te onthouden van beschietingen of luchtaanvallen op culturele erfgoedsites en om deze sites niet voor militaire doeleinden te gebruiken;

4.      is verheugd dat de EU zich andermaal vastbesloten heeft verklaard om de dreiging van extremistische en terroristische groepen zoals Al Qaida op het Arabische schiereiland (AQAP) aan te pakken en hen te beletten de huidige situatie verder uit te buiten;

5.      veroordeelt elke vorm van geweld en elke poging tot of dreiging met het gebruik van geweld tegen deelnemers aan door de VN tot stand gebrachte gesprekken; onderstreept dat de door de VN tot stand gebrachte inclusieve politieke dialoog een door de Jemenieten geleid proces moet zijn, waarbij wordt gestreefd naar een op consensus gebaseerde politieke oplossing van de crisis in Jemen, in overeenstemming met het GCC-initiatief en het bijbehorende uitvoeringsmechanisme, de resultaten van de veelomvattende conferentie voor nationale dialoog, het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst alsook de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad;

6.      verwelkomt de inspanningen van de VN, met name de secretaris-generaal en de speciale gezant van de secretaris-generaal voor Jemen, om de besprekingen over Jemen in Genève tot stand te brengen; zegt zijn steun toe aan de inspanningen van de speciale gezant;

7.      vraagt dat de Jemenitische partijen zonder voorafgaande voorwaarden en te goeder trouw met elkaar in gesprek treden, onder meer door hun geschillen via dialoog en raadplegingen bij te leggen, het gebruik van geweld voor politieke doeleinden af te wijzen en zich te onthouden van provocaties en unilaterale acties die de politieke overgang zouden schaden; meent dat alleen een brede politieke consensus, tot stand gebracht via inclusieve onderhandelingen, het pad kan effenen voor een duurzame oplossing, het herstel van de vrede en de handhaving van de eenheid, de soevereiniteit, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van Jemen;

8.      roept op tot een humanitair bestand, zodat dringend levensreddende bijstand kan worden geboden aan de Jemenitische bevolking; vraagt alle partijen met klem de verstrekking van humanitaire noodhulp aan alle delen van Jemen te vereenvoudigen en voor een snelle, veilige en ongehinderde doorgang te zorgen zodat humanitaire organisaties burgers kunnen bereiken die humanitaire hulp - inclusief medische verzorging - nodig hebben;

9.      roept alle partijen op om het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten na te leven, burgers te beschermen, zich te onthouden van aanvallen op civiele infrastructuur, met name medische faciliteiten en watervoorziening, en van het gebruik van civiele gebouwen voor militaire doeleinden, en om dringend met de VN en humanitaire hulporganisaties samen te werken zodat bijstand kan worden verleend aan wie hulp nodig heeft; vraagt om een onafhankelijk onderzoek naar alle vermeende schendingen van de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

10.    onderstreept dat gecoördineerd humanitair optreden onder leiding van de VN noodzakelijk is, en dringt er bij alle landen op aan bij te dragen aan het lenigen van de humanitaire noden; verzoekt de internationale gemeenschap bij te dragen tot de herziene humanitaire oproep van de VN;

11.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de GCC, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische staten en de regering van Jemen.