Ontwerpresolutie - B8-0682/2015Ontwerpresolutie
B8-0682/2015

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Jemen

6.7.2015 - (2015/2760(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Marietje Schaake, Nedzhmi Ali, Petras Auštrevičius, Beatriz Becerra Basterrechea, Izaskun Bilbao Barandica, Dita Charanzová, Gérard Deprez, Marielle de Sarnez, Martina Dlabajová, José Inácio Faria, Antanas Guoga, Petr Ježek, Ilhan Kyuchyuk, Alexander Graf Lambsdorff, Louis Michel, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jozo Radoš, Frédérique Ries, Hannu Takkula, Pavel Telička, Ramon Tremosa i Balcells, Ivo Vajgl, Johannes Cornelis van Baalen namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0680/2015

Procedure : 2015/2760(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0682/2015
Ingediende teksten :
B8-0682/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0682/2015

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Jemen

(2015/2760(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn eerdere resoluties over Jemen,

–       gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, over Jemen, in het bijzonder de verklaring van 9 juni 2015 over de mogelijke hervatting van door de VN geleide besprekingen over Jemen in Genève op 14 juni, en gezien de gezamenlijke verklaring van de VV/HV en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides van 11 mei 2015 over het voorstel voor een bestand in Jemen,

–       gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken over Jemen, in het bijzonder die van 20 april 2015;

–       gezien de conclusies van de Europese Raad van maandag 8 juni 2015: "Jemen: EU geeft uitvoering aan VN-sancties tegen Houthi-leider en zoon van voormalig president Saleh",

–       gezien de persverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 2 juni 2015 over de situatie in Jemen,

–       gezien het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst van 21 september 2014, de resultaten van de conferentie voor nationale dialoog van 25 januari 2014 en het initiatief van de Samenwerkingsraad van de Golf van 21 november 2011;

–       gezien resoluties 2051 (2012), 2201 (2015), 2204 (2015) en 2216 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over Jemen,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat de recente escalatie van het geweld in Jemen, de door Saudi-Arabië geleide militaire interventie ‒ waarbij tevens gebruik wordt gemaakt van clusterbommen ‒ en de voortdurende politieke, veiligheidsgerelateerde, economische en humanitaire problemen die de bevolking van het hele land treffen, ernstige gevolgen hebben voor de regio en een gevaar vormen voor de internationale vrede en veiligheid; overwegende dat voornamelijk de Jemenitische burgerbevolking, die toch al te kampen heeft met abominabele levensomstandigheden, het slachtoffer wordt van deze militaire escalatie;

B.     overwegende dat de humanitaire gevolgen voor de burgerbevolking van de aanhoudende gevechten tussen verschillende milities, de bombardementen op en de verstoring van essentiële diensten, alarmerende proporties aannemen;

C.     overwegende dat het voornaamste conflict in Jemen zich afspeelt tussen degenen die loyaal zijn aan de belaagde president Abd-Rabbu Mansour Hadi en degenen die zich hebben aangesloten bij de als Houthi's bekendstaande Zaidi Shia-rebellen; overwegende dat Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAS) een tegenstander vormt van president Hati en de Houthi's, en vanuit zijn bolwerken in het zuiden en het zuidoosten verscheidene dodelijke aanslagen heeft gepleegd; overwegende dat Jemen wordt beschouwd als het decor van een breder conflict dat een oorlog op afstand lijkt te zijn tussen soennitische staten zoals Saudi-Arabië en het sjiitische Iran; overwegende dat president Hadi op 25 maart 2015 naar Saudi-Arabië is gevlucht; overwegende dat de in Jemen actieve tak van Al Qaida garen spint bij het conflict;

D.     overwegende dat een door Saudi-Arabië geleide coalitie, waar Bahrein, Egypte, Jordanië, Koeweit, Marokko, Qatar, Sudan en de Verenigde Arabische Emiraten deel van uitmaken, sinds 26 maart 2015 militair intervenieert in het land en luchtaanvallen uitvoert op Houthi-doelwitten, en daarbij de internationaal erkende Jemenitische regering ondersteunt bij haar strijd tegen de door Iran gesteunde Houthi-rebellen; overwegende dat de door Saudi-Arabië geleide coalitie naar verluidt internationaal verboden clusterbommen in Jemen gebruikt; overwegende dat deze situatie momenteel onderzocht wordt door de hoge vertegenwoordiger voor mensenrechten van de VN;

E.     overwegende dat volgens de VN bijna 5 000 mensen zijn omgekomen en circa 10 000 mensen gewond zijn geraakt sinds het begin van de door Saudi-Arabië aangevoerde bombardementen, waaronder veel burgers, en dat zich onder de slachtoffers honderden vrouwen en kinderen bevinden;

F.     overwegende dat de VN op 1 juli 2015 een crisisniveau 3 hebben afgekondigd in Jemen, dat geldt als het allerhoogste niveau; overwegende dat de VN in het kader van haar hulpprogramma 11,7 miljoen van de meest hulpbehoevende mensen zal proberen te bereiken; overwegende dat de gezondheidszorg ineen zou dreigen te storten nu minstens 160 zorginstellingen gesloten zijn vanwege onveiligheid en gebrek aan brandstof en voorraden;

G.     overwegende dat humanitaire organisaties het grootste gedeelte van hun internationale personeel heeft overgeplaatst naar landen buiten Jemen vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in het land; overwegende dat de lucht- en zeeblokkade de invoer van brandstof- en voedselvoorraden beperkt en de toegang van cruciale humanitaire hulp bemoeilijkt; overwegende dat het internationaal humanitair recht wordt geschonden doordat humanitaire hulpverleners willekeurig de toegang tot het land geweigerd wordt en burgers levensnoodzakelijke goederen wordt ontzegd;

H.     overwegende dat Jemen één van de armste landen van het Midden-Oosten is met hoge werkloosheidscijfers en wijdverbreid analfabetisme, waar basisvoorzieningen ontbreken; overwegende dat thans 20 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben, waaronder naar schatting 9,4 miljoen Jemenitische kinderen, meer dan 250 000 vluchtelingen en 335 000 ontheemden in eigen land;

I.      overwegende dat internationale organisaties melden dat de gewapende Houthi-groepering steeds intensiever kinderen in Jemen rekruteert, traint en inzet, en daarmee het internationaal recht schendt; overwegende dat uit informatie van Unicef blijkt dat bijna een derde van alle strijders in Jemen kinderen zijn, waarbij tussen 26 maart en 24 april ten minste 140 kinderen zijn gerekruteerd; overwegende dat is bevestigd dat in 2014 156 kinderen zijn gerekruteerd en ingezet in gewapende groeperingen; overwegende dat dit aantal in 2015 al is verdubbeld; overwegende dat Unicef heeft gemeld dat het aantal kinderen dat tot 16 juni 2015 is omgekomen vier maal hoger lag dan het aantal kinderen dat in 2014 is omgekomen;

J.      overwegende dat zowel de oude stad Sanaa, die op de Werelderfgoedlijst staat en het symbool is van duizend jaar cultuurgeschiedenis, als de oude stad Marib zijn gebombardeerd, waarbij Marib volledig is verwoest na een luchtaanval; overwegende dat dit bombardement precies een week na de verwoesting van het nationaal museum in Dhamar plaatsvond, waarbij dit museum een collectie heeft van circa 12 500 objecten die getuigen van het rijke cultureel erfgoed van het omliggende gebied; overwegende dat ook veel andere historische sites indirect schade oplopen door het gewapende conflict in Jemen; overwegende dat de verwoesting van archeologisch en cultureel erfgoed onder bepaalde omstandigheden beschouwd wordt als misdaden tegen de menselijkheid en "culturele zuivering", en ingevolge het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof gelijkstaan aan een oorlogsmisdaad;

K.     overwegende dat ten minste 40 mensen zijn omgekomen bij de luchtaanval die de door Saudi-Arabië geleide coalitie uitvoerde op 30 maart 2015 op het kamp Al Marzaq in Hajjah, waar zich voornamelijk ontheemden ophielden; overwegende dat 29 mensen al waren overleden tegen de tijd dat medische hulp arriveerde, waaronder vrouwen en kinderen, en dat ten minste 200 mensen gewond zijn geraakt;

L.     overwegende dat diverse moskeeën zijn geraakt bij een reeks explosies die op 17 juni 2015 is veroorzaakt door ISIS/Daesh in de Jemenitische hoofdstad Sanaa, waarbij tientallen gewonden zijn gevallen; overwegende dat ten minste 50 mensen zijn omgekomen of gewond zijn geraakt bij ontploffingen van autobommen in de buurt van moskeeën, waarbij ook het hoofdkwartier van de in Jemen dominante Houthi-groepering te Sanaa is geraakt; overwegende dat deze aanslag de ernstigste in zijn soort is sinds op 20 maart 2015 ten minste 137 gelovigen zijn omgekomen en honderden gewond zijn geraakt bij zelfmoordaanslagen tijdens het vrijdaggebed op twee moskeeën in Sanaa, die eveneens zijn opgeëist door ISIS/Daesh;

M.    overwegende dat VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon op 15 juni 2015, in het licht van de VN-vredesbesprekingen, heeft opgeroepen tot een nieuw humanitair bestand van ten minste twee weken tijdens de ramadan, zodat alle Jemenieten in nood kritieke hulp kunnen krijgen; overwegende dat er evenwel geen overeenstemming werd bereikt; overwegende dat de oorlogvoerende partijen in Jemen op 19 juni 2015 geen staakt-het-vuren-overeenkomst hebben bereikt tijdens de diplomatieke besprekingen die tot stand zijn gebracht door de speciale afgezant van de VN, Ismail Ould Cheikh Ahmed;

N.     overwegende dat de Jemenitische bevolking democratische en unitaire instellingen verdienen die beantwoorden aan hun legitieme aspiraties; overwegende dat het conflict in Jemen voor een aanzienlijk deel veroorzaakt wordt door gevoelens van verwaarlozing, ongelijkheid en armoede, die de diepe kloven tussen stammen en regio's in de Jemenitische samenleving nog hebben vergroot;

O.     overwegende dat de afdeling van de Commissie voor humanitaire hulp en civiele bescherming (ECHO) in 2015 een bedrag van 25 miljoen EUR aan humanitaire steun heeft uitgetrokken voor gemeenschappen in het land die getroffen worden door acute ondervoeding, het gewapende conflict en gedwongen verplaatsing; overwegende dat de totale EU-steun ‒ van de lidstaten en de Commissie tezamen ‒ voor humanitaire hulp in Jemen in 2014 100 800 000 EUR bedroeg, waarvan 33 miljoen EUR afkomstig was van ECHO;

P.     overwegende dat de Europese Unie een wapenembargo en verdere gerichte sancties heeft opgelegd aan een Houthi-leider en de zoon van voormalig president Saleh, wat overeenstemt met het besluit dat de VN-Veiligheidsraad in resolutie 2216 (2015) van 14 april 2015 heeft genomen; overwegende dat nog eens twee Jemenitische personen een reisverbod en een bevriezing van tegoeden kregen opgelegd naar aanleiding van hun acties tegen de vrede en stabiliteit in Jemen;

Q.     overwegende dat de internationale gemeenschap een evenredig antwoord moet bieden op de militaire inspanningen om het lijden van burgers als gevolg van het conflict te verzachten; overwegende dat rechtvaardigheid en verzoening nodig zijn als onderdeel van post-conflictmaatregelen en als een stap op weg naar de opbouw van een inclusief, representatief en democratisch bestuur; overwegende dat de humanitaire situatie zal blijven verslechteren wanneer er geen politieke oplossing komt;

1.      spreekt zijn bezorgdheid uit over de aanhoudende gevechten en de snel verslechterende politieke, veiligheids- en mensenrechtensituatie in Jemen, als gevolg waarvan een groot aantal gewonden is gevallen, huizen en infrastructuur vernield zijn, mensen zich gedwongen moeten verplaatsen door het hele land en de stabiliteit van de regio ernstig in gevaar wordt gebracht, in het bijzonder de stabiliteit in de Hoorn van Afrika, het Rode Zeegebied en het Midden-Oosten in ruimere zin, en dat Al Qaida op het Arabisch Schiereiland en ISIS kunnen profiteren van deze situatie in Jemen; betuigt zijn diepe medeleven met de slachtoffers van het Jemenitische conflict en beklemtoont nogmaals vastbesloten te zijn de transitie in Jemen en het Jemenitische volk te blijven ondersteunen;

2.      veroordeelt ten stelligste de recente golf van geweld en terroristische aanslagen gepleegd door de Houthi's en andere militaire troepen die loyaal zijn aan voormalig president Saleh, en die de reeds fragiele situatie in het land verergeren en destabiliseren; veroordeelt de aanslagen op ziekenhuizen en medische voorzieningen, met name op de voorzieningen die een speciale beschermde status hebben, alsook het moedwillig bestoken van particuliere huizen, onderwijsinstellingen en basisinfrastructuur; veroordeelt het rekruteren en gebruiken van kinderen door de partijen bij het conflict;

3.      verzoekt alle Jemenitische partijen, in het bijzonder de Houthi's, het geweld onmiddellijk en onvoorwaardelijk te staken, alle politieke gevangenen, alle personen die onder huisarrest zijn geplaatst of die zich in willekeurige detentie bevinden op een veilige manier in vrijheid te stellen, en het rekruteren en het gebruik van kinderen een halt toe te roepen;

4.      verzoekt alle partijen het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechten te eerbiedigen, en de verstrekking van humanitaire noodhulp te vereenvoudigen en voor een snelle, veilige en ongehinderde doorgang te zorgen zodat humanitaire organisaties burgers kunnen bereiken die humanitaire hulp - inclusief medische verzorging - nodig hebben, in overeenstemming met de beginselen van onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid;

5.      ondersteunt de inspanningen van de speciale afgezant van de VN, Ismail Ould Cheikh Ahmed, en dringt er bij alle partijen op aan een overeenkomst te sluiten over plaatselijke bestanden, waarbij gewapende groeperingen zich terugtrekken uit de steden, en een traject uit te stippelen naar een alomvattend en blijvend staakt-het-vuren in het hele land;

6.      betreurt het dat geen overeenstemming is bereikt bij de vredesbesprekingen waarbij de VN als bemiddelaar is opgetreden en dringt er bij alle belanghebbenden op aan zo spoedig mogelijk de voorwaarden te scheppen om de inclusieve politieke besprekingen met de VN te hervatten, zonder voorbehoud en in goed vertrouwen; benadrukt dat alleen een brede politieke consensus, tot stand gebracht via inclusieve onderhandelingen, het pad kan effenen voor een duurzame oplossing, het herstel van de vrede en de handhaving van de eenheid, de soevereiniteit, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van Jemen;

7.      onderstreept het belang van de Jemenitische transitie door middel van volledige uitvoering van het kader dat het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst bieden, met inbegrip van de bijlage over veiligheid, de resultaten van de veelomvattende conferentie voor nationale dialoog en het initiatief van de Samenwerkingsraad van de Golf, en het bijbehorende uitvoeringsmechanisme;

8.      roept alle partijen op te waarborgen dat de bescherming van burgers als eerste verantwoordelijkheid wordt beschouwd, en het cultureel erfgoed tijdens het conflict te beschermen door zich te onthouden van rechtstreekse aanvallen op civiele infrastructuur, met name medische faciliteiten en watervoorziening, en van het gebruik van civiele gebouwen voor militaire doeleinden;

9.      is ingenomen met de vooruitgang die is geboekt in het constituerende comité en verzoekt alle leden van het comité een inclusieve en transparante grondwet op te stellen die tegemoet komt aan de legitieme aspiraties van de Jemenitische bevolking en waarin de resultaten van de conferentie voor nationale dialoog tot uitdrukking komen, en een referendum te houden over de ontwerpgrondwet alsook tijdige algemene verkiezingen, zodat voorkomen kan worden dat de humanitaire en veiligheidssituatie in Jemen verder verslechtert;

10.    benadrukt andermaal bezorgd te zijn over het trage economisch herstel in Jemen, en dringt er bij alle politieke actoren op aan de dringend noodzakelijke economische en politieke hervormingen ter hand te nemen, de strijd tegen corruptie in het openbaar bestuur aan te gaan en de levensomstandigheden van het Jemenitische volk te verbeteren; merkt op dat een eventueel hervormingsplan gebaseerd moet zijn op zowel langetermijnbenaderingen om structurele tekortkomingen te verhelpen als op kortetermijnbenaderingen om de prangende zaken aan te pakken die van invloed zijn op het dagelijks leven van de Jemenitische bevolking;

11.    verlangt dat onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar alle vermeende schendingen van de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht; onderstreept dat gecoördineerd humanitair optreden onder leiding van de VN noodzakelijk is, en dringt er bij alle landen op aan bij te dragen aan het lenigen van de humanitaire noden;

12.    verzoekt de door Saudi-Arabië geleide coalitie niet langer gebruik te maken van de verboden clusterbommen die schadelijke gevolgen hebben voor de bevolking, en het Verdrag inzake clustermunitie, waarin het gebruik van clusterbommen wordt verboden, te ratificeren;

13.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering en de Raad van Volksvertegenwoordigers van Jemen, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de VN-Mensenrechtenraad en alle partijen die betrokken zijn bij het conflict in Jemen.