ONTWERPRESOLUTIE over Belarus
8.9.2015 - (2015/2834(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Jiří Maštálka, Miloslav Ransdorf, Helmut Scholz, Kateřina Konečná namens de GUE/NGL-Fractie
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de EU haar officiële betrekkingen met de Belarussische autoriteiten na de parlementsverkiezingen van 2012 heeft opgeschort en dat er sinds 2004 op diverse momenten sancties zijn opgelegd naar aanleiding van de democratische en de mensenrechtensituatie in het land;
B. overwegende dat het Europees Parlement momenteel geen officiële betrekkingen met het Belarussische parlement onderhoudt; overwegende dat de parlementaire dialoog is vervangen door een dialoog met het maatschappelijk middenveld, en met name met de vertegenwoordigers van de politieke oppositie;
C. overwegende dat de Commissie in maart 2012 de Europese dialoog over modernisering met de Belarussische samenleving is aangegaan;
D. overwegende dat de Belarussische regering herhaaldelijk te kennen heeft gegeven aan een normalisering van de betrekkingen met de Europese Unie geïnteresseerd te zijn; overwegende dat de bilaterale betrekkingen tussen tal van lidstaten en Belarus zijn verbeterd; overwegende dat Belarus de onderhandelingen over het in Minsk ondertekende wapenstilstandsakkoord voor Oekraïne heeft gefaciliteerd;
E. overwegende dat de EU en het Belarussische ministerie van Buitenlandse Zaken in maart 2015 in de context van de moderniseringsdialoog een bijeenkomst hebben gehad waarop - voor het eerst sinds 2009 - is gesproken over vraagstukken als hervorming van het kiesstelsel, de rechtspraak en mensenrechten; overwegende dat Belarus heeft aangegeven bereid te zijn de mensenrechtendialoog met de EU te hervatten en de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten te ontvangen;
F. overwegende dat de president of Belarus, Alexander Loekasjenko, op 22 augustus, "uitgaande van het beginsel van humanisme", bevel heeft gegeven om zes politieke gevangenen, onder wie de voormalige presidentskandidaat van de oppositie Mikola Statkevitsj, vrij te laten;
G. overwegende dat uit het verslag (A/HRC/29/43) van de speciale rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in Belarus, Miklós Haraszti, blijkt dat de algemene mensenrechtensituatie in Belarus niet significant is verbeterd;
H. overwegende dat Belarus lid is van de Euraziatische Economische Unie; overwegende dat Rusland de belangrijkste handelspartner van Belarus is en bijna de helft van de internationale handel van Belarus voor zijn rekening neemt;
I. overwegende dat in Belarus nog steeds de doodstraf wordt toegepast en dat er in 2014 drie mensen ter dood zijn gebracht en er op 18 maart 2015 opnieuw een doodsvonnis is uitgesproken;
J. overwegende dat de volgende presidentsverkiezingen op 15 november 2015 zullen plaatsvinden;
1. is van mening dat de politieke dialoog tussen de EU en Belarus moet worden gedeblokkeerd;
2. is van mening dat het sanctiebeleid contraproductief is gebleken en dringt erop aan de sancties zo spoedig mogelijk op te heffen;
3. wenst dat er normale parlementaire betrekkingen worden aangegaan tussen het Europees Parlement en het parlement van Belarus; is van oordeel dat dit het passende kader is voor een brede dialoog over zaken van gemeenschappelijk belang, met inbegrip van zaken waarover de partners fundamenteel van mening verschillen;
4. verzoekt de Belarussische autoriteiten de voorwaarden voor vrije en eerlijke presidentsverkiezingen te scheppen; onderstreept dat alle democratische politieke krachten ruimte voor een politieke discussie moeten krijgen en dat het recht op vrijheid van vergadering, vereniging en meningsuiting moet worden geëerbiedigd; verzoekt de autoriteiten transparantie en publieke participatie in het verkiezingsproces te waarborgen, en met name:
(a) onafhankelijke, pluralistisch samengestelde kiescommissies in te stellen;
(b) ervoor te zorgen dat het uittellen van de uitgebrachte stemmen transparant verloopt, waarbij leden van de kiescommissies en andere belanghebbenden op alles open toezicht kunnen uitoefenen;
5. verzoekt de Belarussische autoriteiten mensenrechtenactivisten en journalisten te beschermen tegen chicanes, intimidatie en geweld en dergelijke handelingen snel, onpartijdig en grondig te onderzoeken, te vervolgen en te bestraffen;
6. doet opnieuw een beroep op Belarus om een moratorium op de toepassing van de doodstraf in te stellen met het oog op de afschaffing ervan; gaat ervan uit dat deze kwestie afdoende zal worden behandeld in het kader van de mensenrechtendialoog tussen Belarus en de EU;
7. is verheugd over de bereidheid van de Belarussische autoriteiten om met internationale partners als de EU de dialoog over mensenrechtenvraagstukken weer aan te gaan; steunt de aanbeveling van de speciale rapporteur van de VN voor de mensenrechten met betrekking tot de ontwikkeling van een nationaal actieplan voor de mensenrechten om de follow-up en uitvoering van alle aanbevelingen vanuit het internationale mensenrechtenstelsel te waarborgen, waarbij breed overleg moet plaatsvinden met alle maatschappelijke organisaties die voor de mensenrechten opkomen, en met het brede publiek;
8. is verheugd over de bijdrage van Belarus aan de onderhandelingen over de akkoorden van Minsk; wenst dat de mogelijkheden van Belarus worden benut om de confrontatie tussen Rusland, Oekraïne en de EU te overwinnen;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Parlementaire Assemblees van de OVSE en de Raad van Europa, het secretariaat van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en het parlement en de regering van Belarus.