Ontwerpresolutie - B8-0878/2015Ontwerpresolutie
B8-0878/2015

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Belarus

8.9.2015 - (2015/2834(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Heidi Hautala, Rebecca Harms namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0866/2015

Procedure : 2015/2834(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0878/2015
Ingediende teksten :
B8-0878/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0878/2015

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Belarus

(2015/2834(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn vorige resoluties over Belarus, met name die van 29 maart 2012 over de situatie in Belarus[1] en 16 februari 2012 over de doodstraf in Belarus, met name de zaken Dmitrij Konovalov en Vladislav Kovaljov[2],

–       gezien zijn aanbeveling van 12 september 2013 aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden betreffende het EU-beleid inzake Belarus[3],

–       gezien de verklaring van 22 augustus 2015 van de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger (VV/HV) Federica Mogherini en de EU-commissaris voor nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen, Johannes Hahn, over de vrijlating van politieke gevangenen in Belarus,

–       gezien de gezamenlijke verklaring van de topbijeenkomst van het Oostelijk partnerschap die op 21 en 22 mei plaatsvond in Riga,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat Belarus tot de landen behoort die het Oostelijk Partnerschap hebben opgericht; overwegende dat de leiders van de EU en de Oost-Europese landen meermaals hebben bevestigd dat het Oostelijk partnerschap gebaseerd is op gemeenschappelijke waarden en beginselen, met name vrijheid, democratie, eerbied voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtsstaat;

B.     overwegende dat Belarus onlangs zijn bereidheid heeft getoond om de betrekkingen met de EU te verbeteren en te normaliseren; overwegende dat de ontwikkeling van daadwerkelijke samenwerking en een daadwerkelijk partnerschap slechts kan worden gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en met name, democratie en mensenrechten;

C.     overwegende op 22 augustus 2015 zes politieke gevangenen, aan wie Loekasjenko "op grond van het beginsel van humanisme" gratie heeft verleend, vrijgelaten zijn uit gevangenissen verspreid over Belarus en herenigd zijn met hun families;

D.     overwegende dat in Belarus nog steeds gevallen voorkomen waarbij verdedigers van de mensenrechten en voorvechters van de democratie onder druk gezet en geïntimideerd worden, met invallen van de politie en inbeslagname van uitrusting; overwegende dat de overheid nog steeds zijn toevlucht neemt tot de administratieve vervolging van freelancejournalisten die samenwerken met buitenlandse media zonder accreditatie, waarvan in de voorbije maanden verscheidene gevallen zijn gedocumenteerd;

E.     overwegende dat de Europese Unie zich sterk blijft inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in Belarus, waaronder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media;

F.     overwegende dat op 11 oktober presidentsverkiezingen plaatsvinden in Belarus; overwegende dat er sinds 1994 in Belarus geen vrije en eerlijke verkiezingen zijn gehouden overeenkomstig een kieswet die aan de internationale normen voldoet; overwegende dat de OVSE/ODIHR zijn langetermijnverkiezingswaarnemingsmissie in heel Belarus heeft ingezet en de werkzaamheden van kortetermijnwaarnemers zal coördineren; overwegende dat, zoals gebruikelijk, de dag na de verkiezingen een verklaring van voorlopige bevindingen en conclusies zal worden uitgebracht, en ongeveer twee maanden na de afronding van het verkiezingsproces een eindverslag zal worden gepubliceerd over de waarneming tijdens de hele verkiezingsperiode;

G.     overwegende dat het in voorgaande jaren met de betrekkingen tussen de EU en Belarus enigszins de goede kant opging toen Belarus zich bereid toonde om constructieve betrekkingen met de EU te ontwikkelen en er een zekere beweging te zien was om de voorwaarden voor de activiteiten van het maatschappelijk middenveld, de oppositie en de vrije pers te verbeteren; overwegende echter dat als gevolg van het hardhandige optreden na de presidentsverkiezingen in 2010, de verscherping van het repressieve beleid, en een golf van repressie tegen mensenrechtenactivisten en onafhankelijke media, deze betrekkingen aanzienlijk zijn verslechterd;

H.     overwegende dat op 13 juli en 31 juli 2015 de Raad de beperkende maatregelen tegen Belarus heeft herzien en de lijst van visaverboden en van bevroren tegoeden heeft gewijzigd door sommige functionarissen en bedrijven daarvan af te voeren; overwegende dat 175 personen, waaronder Aleksandr Loekasjenko, momenteel een visumverbod hebben en van al deze personen en 18 economische entiteiten de tegoeden binnen de EU bevroren zijn; overwegende dat een evaluatie van de beperkende EU-maatregelen naar verwachting in de komende maanden zal plaatsvinden, waarbij rekening gehouden zal worden met de laatste ontwikkelingen en alle andere factoren naar aanleiding waarvan de beperkende maatregelen getroffen zijn;

I.      overwegende dat in Brussel op 28 juli 2015 de EU-Belarus-mensenrechtendialoog heeft plaatsgevonden, waarbij een reeks kwesties aan bod kwam, waaronder de oprichting van een nationale mensenrechteninstantie, de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging, de doodstraf en de bestrijding van foltering en mishandeling, en kinderrechten;

J.      overwegende dat Belarus als enig Europees land de doodstraf toepast; overwegende dat de familie van veroordeelden en het publiek nooit te weten komen wanneer deze worden terechtgesteld en dat hun lichaam na executie niet aan de familie wordt vrijgegeven om te kunnen worden begraven en de familie de plaats van teraardebestelling niet wordt medegedeeld;

K.     overwegende dat, volgens sommige bronnen, de EU werkt aan een nieuw soort economische samenwerking in het kader van het Oostelijk partnerschap dat Belarus in mindere mate dan een associatieovereenkomst aan de EU zou binden, zonder te voorzien in douanepreferenties aangezien Belarus lid is van de Euraziatische Economische Unie;

L.     overwegende dat de Europese dialoog over modernisering die in 2012 met de Belarussische samenleving is aangegaan, een positief effect heeft gehad met het oog op het starten van een constructief debat in de Belarussische samenleving over de noodzakelijke hervormingen in het land en het informeren van de bevolking over de EU; overwegende dat het concept, het doel, de strategie, de adequate financiering en de beheerstructuur van deze dialoog nader moeten worden uitgewerkt en dat deze dialoog beter moet worden ingepast in de initiatieven in het kader van het Oostelijk partnerschap;

M.    overwegende dat Belarus aanzienlijke inspanningen heeft geleverd en een belangrijke rol heeft gespeeld in de crisis in het oostelijke deel van de Oekraïne door de dialoog tussen partijen te bevorderen; overwegende dat sinds januari 2014 meer dan 27 000 Oekraïense vluchtelingen naar Belarus zijn gegaan;

N.     overwegende dat de staatsonderneming "Directoraat voor de constructie van kerncentrales", van het ministerie van energie, heeft bekendgemaakt dat op 6 november 2013 in verband met kernveiligheid het eerste beton gestort is voor eenheid 1 van de kerncentrale Ostrovets; overwegende dat de vergunning voor de constructie van de eerste kerncentrale op 2 november 2013 bij presidentieel besluit verleend is; overwegende dat de eerste van twee eenheden van 1 170 megawatt van het Russische technologische model VVER (AES-2006) naar verwachting in 2018 in gebruik zal worden genomen en de tweede eenheid in 2020;

1.      is ingenomen met de vrijlating van zes politieke gevangenen op 22 augustus 2015 en verzoekt de Belarussische regering de vrijgelaten politieke gevangenen te rehabiliteren en hun politieke en burgerrechten volledig terug te geven;

2.      is van oordeel dat dit een eerste belangrijke stap is naar de verbetering van de betrekkingen met de EU, maar blijft ernstig bezorgd over de algemene situatie van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in het land, die reeds lange tijd verslechtert;

3.      benadrukt dat in voorgaande jaren de Belarussische autoriteiten enkele positieve stappen hebben gezet en er toen tekenen van verbetering waren ten aanzien van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in het land, maar dat vervolgens de situatie plotseling is verslechterd;

4.      verzoekt een einde te maken aan alle belemmeringen en beperkingen die voor de democratische oppositie, maatschappelijke organisaties en ngo's gelden ten aanzien van de uitoefening van de vrijheid van vereniging, meningsuiting, verkeer, vreedzame vergadering en denken, waaronder belemmeringen van de registratie, en vraagt dat de technische bijstand voor internationale samenwerking normaal kan worden verstrekt en ontvangen;

5.      verzoekt de Commissie en het Europees Fonds voor Democratie andermaal om de inspanningen van het Belarussische maatschappelijk middenveld, de onafhankelijke media en de niet-gouvernementele organisaties om de democratische wensen van het Belarussische volk kracht bij te zetten, met financiële en politieke middelen te ondersteunen;

6.      dringt er in dit verband bij de VV/HV, de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de Raad op aan een diepgravende en uitgebreide evaluatie van de situatie in het land te verrichten voordat besluiten worden genomen over het eventueel versoepelen of opheffen van de EU-sancties of het ontwikkelen van betrekkingen met Belarus, en ervoor te zorgen dat het Parlement volledig daarbij betrokken is;

7.      benadrukt het belang dat de komende presidentsverkiezingen volgens internationaal erkende normen worden gehouden, en verzoekt de Belarussische autoriteiten, in dit verband, de OVSE/ODIHR-aanbevelingen naar aanleiding van voorgaande verkiezingen na te leven; benadrukt dat alle kandidaten en de oppositie onbelemmerde toegang moet worden verleend tot alle door de regering gecontroleerde communicatiemiddelen en in staat worden gesteld op voet van gelijkheid aan de verkiezingen deel te nemen;

8.      neemt kennis van de op 3 september 2015 in Brussel gehouden zesde ronde van consultaties tussen de EU en Belarus over moderniseringsvraagstukken, waar de delegaties de vooruitzichten bespraken voor samenwerking op belangrijke gebieden, op basis van de in 2014 en 2015 tot stand gekomen overeenkomsten; dringt er bij de EDEO en de Raad op aan ervoor te zorgen dat de deelname van de autoriteiten aan de moderniseringsdialoog, naast en op gelijke voet met de democratische oppositie en het maatschappelijk middenveld, plaatsvindt met volledige inachtneming van de democratische beginselen, met het oog op de ontwikkeling van een duurzame concurrerende economie en de bevordering van democratische hervormingen, alsook een pluralistische samenleving en de rechtsstaat;

9.      herinnert eraan dat sinds 2010 10 mensen terechtgesteld zijn in Belarus, dat in 2014 alleen al drie executies hebben plaatsgevonden en dat op 18 maart 2015 opnieuw de doodstraf is uitgesproken; verzoekt nogmaals om de onmiddellijke instelling van een moratorium op terechtstellingen, gevolgd door de afschaffing van de doodstraf;

10.    spreekt zijn bezorgdheid uit over het besluit tot het bouwen van een kerncentrale; verzoekt Belarus de constructie van deze centrale stop te zetten totdat een werkelijk onafhankelijke milieueffectbeoordeling van de constructie en de werking is uitgevoerd, met volledige inachtneming van geldend internationaal recht, zoals de Verdragen van Espoo en Aarhus, en met deelname van alle belanghebbenden;

11.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger, de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lidstaten, de parlementaire vergaderingen van de OVSE en de Raad van Europa, en de Belarussische overheid.