Ontwerpresolutie - B8-1148/2015Ontwerpresolutie
B8-1148/2015

ONTWERPRESOLUTIE over het toekomstig luchtvaartpakket

4.11.2015 - (2015/2933(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Gesine Meissner, Pavel Telička, Dominique Riquet, Ramon Tremosa i Balcells namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-1146/2015

Procedure : 2015/2933(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-1148/2015
Ingediende teksten :
B8-1148/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-1148/2015

Resolutie van het Europees Parlement over het toekomstig luchtvaartpakket

(2015/2933(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn resolutie van 25 april 2007 over de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese luchtvaartruimte[1],

–  gezien Richtlijn 2009/12/EG van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden,

–  gezien zijn resolutie van 7 juni 2011 over internationale luchtvaartovereenkomsten in het kader van het Verdrag van. Lissabon[2],

–  gezien zijn resolutie over het externe luchtvaartbeleid van de EU - De aanpak van toekomstige uitdagingen[3],

–  gezien zijn standpunt in eerste lezing van 12 maart 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (herschikking)[4],

–  gezien zijn standpunt in eerste lezing van 12 maart 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten[5],

–  gezien zijn resolutie van 29 oktober 2015 over toewijzing door de van 2 t/m 27 november 2015 in Genève te houden Wereldradiocommunicatieconferentie 2015 (WRC-15) van de radiospectrumband die nodig is om de ontwikkeling van een satelliettechnologie voor wereldwijde vluchttraceersystemen te ondersteunen[6],

–  gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 90, artikel 100, lid 2, en artikel 218,

–  gezien het toekomstig wetgevend ‘luchtvaartpakket’ van de Commissie,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de luchtvaartsector in de EU in 2012 rechtstreeks zorgde voor 5,5 miljoen banen en meer dan 2,6 % bijdroeg aan het bbp van de EU;

B.  overwegende dat in 2014 het aantal luchtreizigers in de EU 849,4 miljoen bedroeg, een verhoging van 4,4 % in vergelijking met 2013 en van 16,9 % in vergelijking met 2009;

C.  overwegende dat de Europese luchtvaartmaatschappijen sinds 2012 meer dan 20 000 ontslagen hebben doorgevoerd en gepland;

D.  overwegende dat Europese luchtvaartmaatschappijen in een snel veranderende en steeds meer concurrerende omgeving opereren op zowel de interne markt als daarbuiten;

E.  overwegende dat de EU en haar lidstaten bepaalde juridische en financiële regels moeten verbeteren, zoals die in verband met nationale en lokale belastingen en beperkte werktijden, teneinde onnodige lasten in Europa voor de Europese luchtvaartsector te verminderen;

F.  overwegende dat de Commissie van plan is eind 2015 een luchtvaartpakket uit te brengen waarin zij de uitdagingen waarmee de Europese luchtvaartsector te kampen heeft in kaart brengt en aanpakt;

Verbeteren van het concurrentievermogen van de luchtvaartsector

1.  is van mening dat het luchtvaartpakket een zeer noodzakelijke impuls aan de Europese luchtvaartsector moet geven, het concurrentievermogen van deze sector moet verbeteren, een gelijker speelveld moet scheppen en een langetermijnstrategie voor de Europese luchtvaartsector moet vaststellen;

2.  verzoekt de Commissie bij de opstelling van het luchtvaartpakket rekening te houden met de eerste lezingen van het Parlement over het gemeenschappelijk Europees luchtruim 2+ (SES2+) en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) (T7-0220/2014 en T7-0151/2014) en deze erin op te nemen;

3.  benadrukt dat de vliegtuigindustrie enorme bijdragen levert aan de groei en werkgelegenheid in de EU en nauw verbonden is met het concurrentievermogen van de EU-luchtvaartsector (bijv. een positieve exportbalans, schonere technologieën voor Europese vliegtuigen, de invoering van SESAR, het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SES), bilaterale overeenkomsten inzake de luchtvaartveiligheid, onderhoudsketen) door een omzet van circa 100 miljard EUR per jaar te creëren en ongeveer 500 000 rechtstreekse banen in stand te houden; verzoekt derhalve om proactieve beleidsmaatregelen om een gunstig klimaat voor de vliegtuigindustrie te ontwikkelen;

4.  benadrukt het feit dat innovatie een noodzakelijke voorwaarde is voor een concurrerende Europese luchtvaartsector; beveelt de Commissie derhalve aan steun te verlenen aan innovatie op het vlak van luchtverkeersbeheer (geautomatiseerde luchtverkeersleiding (ATC), vrije routes), op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS), alternatieve brandstoffen, het ontwerp van vliegtuigen en motoren (meer efficiëntie, minder lawaai), de beveiliging van luchthavens (oplossingen zonder contact, geavanceerde technologie voor veiligheidscontroles, eenmalige veiligheidscontroles), digitalisering en multimodale oplossingen (geautomatiseerde grondafhandelingsdiensten); beveelt voorts aan dat de Commissie mondiale milieuoplossingen steunt, zoals een wereldwijd toe te passen marktgebaseerde maatregel om de CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart te beperken, en regionale regelingen zoals het emissiehandelssysteem van de luchtvaart (ETS) afstemt op het doel om deze samen te voegen in een wereldwijde regeling, de vergroening van luchthavens (groen taxiën) en nieuwe zakenmodellen (zoals de nieuwe distributiecapaciteit (NDC) van de Internationale Luchtvaartassociatie (IATA), passagiers die zelf hun verbinding organiseren of geïntegreerde boekingen);

5.  betreurt het feit dat Verordening (EG) nr. 868/2004 betreffende bescherming tegen oneerlijke tariefpraktijken in de luchtvaartsector qua werkingssfeer inadequaat en ineffectief is gebleken; vraagt de Commissie zo snel mogelijk een analyse uit te brengen van de oorzaken van de niet-uitvoering ervan en de verordening te herzien, teneinde effectiever toe te zien op eerlijke concurrentie, wederkerigheid te waarborgen en oneerlijke praktijken uit te bannen, met inbegrip van subsidies en staatssteun voor luchtvaartmaatschappijen van bepaalde derde landen die de markt verstoren; benadrukt dat gestreefd moet worden naar verbetering van de politieke strategie op Europees niveau om dit conflict snel op te lossen, voornamelijk op basis van de toepassing van een transparante bepaling betreffende eerlijke concurrentie; verzoekt de Commissie tevens het concept "effectieve controle" van luchtvaartmaatschappijen aan de orde te stellen;

6.  betreurt de verspilling van belastinggeld aan de ondersteuning van infrastructuren die niet aan de verwachtingen voldoen; verzoekt de Commissie in dit verband een openbare lijst van "spookvliegvelden" en inefficiënte luchthavens op te stellen;

7.  wijst erop dat Europese luchthavens aanzienlijke concurrentiedruk ondervinden van zowel luchtvaartmaatschappijen als concurrerende luchthavens; dringt er daarom bij de Commissie op aan deze ontwikkelingen in aanmerking te nemen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake luchthavengelden;

8.  verzoekt de Raad zich sterker in te spannen voor de goedkeuring van het voorstel voor de slotsverordening teneinde de prestaties van luchthavens te verbeteren en een soepel functionerend luchtvervoer in Europa mogelijk te maken, aangezien het verkeer naar verwachting zal verdubbelen tegen 2030;

9.  benadrukt het belang van kleine en regionale luchthavens in de Unie voor regionale connectiviteit; verzoekt de Commissie en de lidstaten om de indiening van een strategisch langetermijnplan van de EU om in te spelen op de uitdagingen en kansen voor regionale luchthavens in de EU, aangezien luchtvaartverbindingen moeten worden bevorderd en een van de pijlers van de EU-strategie voor groei en banen moeten worden;

Internationale dimensie

10.  verzoekt de Commissie zo snel mogelijk onderhandelingen te openen over en over te gaan tot de sluiting van omvattende luchtvaartovereenkomsten met de belangrijkste handelspartners van de EU, zoals buurlanden, de BRIC- en ASEAN-landen, Mexico, Japan, Turkije en de Golfstaten, teneinde EU-luchtvaartmaatschappijen nieuwe mogelijkheden te bieden en te zorgen voor een gelijker speelveld door de financiële transparantie te verbeteren en een eerlijke concurrentie te waarborgen;

11.  wijst erop dat de luchtvaartsector niet op mondiaal niveau wordt gereguleerd, omdat de luchtvaart nog niet onder de Wereldhandelsorganisatie valt; benadrukt het belang van een wereldwijde regeling in het kader van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) om de luchtvaartemissies te verminderen; maakt zich ernstige zorgen over het gebrek aan voortgang binnen de ICAO bij de ontwikkeling van een doeltreffend wereldwijd toe te passen marktgebaseerd mechanisme;

12.  verzoekt de Commissie en de lidstaten de invoering van een gemeenschappelijk Europees luchtruim te versnellen door middel van de goedkeuring van het SES2+-pakket en de volledige tenuitvoerlegging van functionele luchtruimblokken (FAB's), aangezien de bestaande versnippering van het Europese luchtruim een grote last inhoudt voor Europese luchtvaartmaatschappijen;

13.  verwacht dat het luchtvaartpakket de volledige integratie van luchthavens in het Europees vervoersnetwerk aan de orde stelt en waarborgt; herinnert eraan dat het luchtvaartpakket moet stroken met de huidige en toekomstige wetgeving inzake passagiersrechten, en dringt er bij de Raad op aan zijn standpunt bekend te maken, aangezien zowel passagiers als luchtvaartmaatschappijen snakken naar duidelijkheid over de regels;

Sociale agenda in de luchtvaartsector

14.  benadrukt dat bepaalde arbeidsvoorwaarden in de luchtvaartsector invloed kunnen hebben op de vliegveiligheid; adviseert DG MOVE en DG EMPL samen te werken en beveelt aan om sociale bepalingen en de nodige waarborgen op te nemen in het luchtvaartpakket, zoals besproken tijdens de op 4 juni 2015 door de Commissie gehouden conferentie op hoog niveau "Een sociale agenda voor vervoer";

15.  verzoekt om een verbetering en harmonisatie van de veiligheidsketen door competente, hoog opgeleide en flexibele arbeidskrachten aan te trekken en te behouden;

16.  pleit ervoor om het concept "hoofdvestiging van een onderneming" zodanig te omschrijven dat de exploitatievergunning door een land wordt verleend als er een aanzienlijk volume aan luchtvervoer plaatsvindt, en ook om in de context van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels en arbeidsrecht de definities van "thuisbasis" zoals neergelegd in Verordening (EU) nr. 83/2014 en Verordening (EU) nr. 465/2012 op elkaar af te stemmen; pleit er tevens voor om de overgangsperiode te verkorten en duidelijkheid te scheppen met betrekking tot de situatie van boordpersoneel met meerdere thuisbases;

17.  wijst op de uitdagingen bij de uitvoering van de richtlijn voor uitzendarbeid (2008/104/EG) en beveelt de Commissie aan de huidige toepassing ervan in de sector na te gaan;

18.  is op de hoogte van de toename van sociaal twijfelachtige bedrijfspraktijken zoals "goedkope vlaggen" en van het gebruik van atypische vormen van arbeid zoals schijnzelfstandigheid, "pay-to-fly"-regelingen en nulurencontracten, die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid; is van oordeel dat sociale normen in alle luchtvaartactiviteiten hooggehouden moeten worden;

Waarborgen van een hoog veiligheidsniveau in het Europese luchtruim

19.  vraagt om de volledige tenuitvoerlegging van het SESAR-programma, waarvoor nauwe samenwerking tussen en een financiële toezegging van de Commissie, luchtnavigatiediensten, luchtvaartmaatschappijen en luchthavens vereist zijn; verzoekt daarom om een totale systeemaanpak van alle luchtvaartdomeinen met betrekking tot alle fasen van de vlucht, beginnende op de grond, waarbij het EASA een grotere rol speelt binnen het SES-SESAR-kader van een EU-EASA-systeem voor veiligheid, beveiliging, milieu en prestaties;

20.  is verheugd over de plannen om de verantwoordelijkheden van het EASA uit te breiden en verwacht daarom dat de gewijzigde basisverordening (Verordening (EG) nr. 216/2008) ervoor zal zorgen dat er een omvattend veiligheidsbeheersysteem wordt ingevoerd en dat de veiligheidsaspecten van EU-beveiligingsmaatregelen en van de commerciële ruimtevaart en op afstand bestuurde luchtvaartuigen aan het EASA worden toevertrouwd; verzoekt de Commissie het EASA de status van enige luchtvaartautoriteit in Europa te verlenen, in overeenstemming met het grote aantal verantwoordelijkheden die het door de wetgever toegewezen krijgt;

21.  verzoekt de Commissie de rol van het EASA op het internationale toneel te vergroten om op gelijk niveau te komen met zijn belangrijkste tegenspelers zoals de Federal Aviation Administration (FAA) en ervoor te zorgen dat het agentschap officieel wordt erkend in de ICAO, teneinde te bewerkstelligen dat de EU met één stem spreekt waardoor de EU-burgers op een hoger veiligheidsniveau kunnen rekenen en de concurrentiepositie en de uitvoer van de Europese luchtvaartindustrie worden gewaarborgd;

22.  verzoekt de Commissie de regelgevingsbarrières voor satellietgebaseerde systemen voor vluchtopvolging weg te nemen om levensreddende diensten voor EU-burgers mogelijk te maken, en vraagt de Internationale Unie voor Telecommunicatie de nodige frequenties toe te wijzen, aangezien de ICAO heeft vastgesteld dat ADS-B de enige technologie is waarmee de bewaking van vluchtopvolging kan worden ondersteund, ook voor het luchtverkeersbeheer (ATM), buiten de dichtstbevolkte gebieden, terwijl andere terrestrische technologieën voor bewaking van het ATM beperkt zijn; benadrukt dat bij de invoering van ADS-B de behoeften van alle luchtruimgebruikers in aanmerking moeten worden genomen en de interoperabiliteit met alternatieve technologieën moet worden gewaarborgd, zodat de veiligheid en beveiliging niet in het gedrang komen; benadrukt dat het regeringen, verleners van luchtvaartnavigatiediensten en luchtvaartmaatschappijen in Europa en over de hele wereld kan helpen om de doeltreffendheid en capaciteit van het luchtverkeersbeheer te vergroten en aldus de luchtvaartemissies te beperken en de luchtvaartveiligheid aanzienlijk te verhogen, en tegelijkertijd te voorzien in een bijkomende laag voor de bewaking van het Europese luchtruim ter versterking van de huidige;

23.  verzoekt de Commissie maatregelen te treffen in overeenstemming met de EASA-aanbevelingen naar aanleiding van het incident met Germanwings, teneinde de medische keuring van personeel en de aan hen verleende bijstand te verbeteren;

24.  dringt aan op een risico's gebaseerde veiligheid voor passagiers- en goederenvervoer in plaats van reactieve maatregelen, op een eerlijke en evenwichtige benadering van de gevoelige kwestie van luchtvaartveiligheid om enerzijds aan de behoeften en verwachtingen van de lidstaten te voldoen en anderzijds een niet-bevredigende ervaring voor de passagiers op luchthavens te voorkomen, alsook op een versterking van het systeem Aviation Security Service (AVSEC) en de Stakeholder Advisory Group on Aviation Security (SAGAS) voor het ontwikkelen van veiligheidsmaatregelen; vraagt de Commissie daarom met klem de haalbaarheid te onderzoeken van de invoering in Europa van een systeem voor controle vooraf, naar analogie met de systemen die in de Verenigde Staten worden gebruikt;

25.  verzoekt de begrotingsautoriteiten een concurrerende begroting voor de EASA te handhaven waarbij rekening wordt gehouden met die nieuwe verantwoordelijkheden, zodat de EU-luchtvaartmaatschappijen over flexibele en doeltreffende instrumenten te beschikken om wereldwijd te kunnen concurreren; verzoekt de Commissie te zorgen voor de uitvoering van de oorspronkelijke begroting voor de Connecting Europe Facility (CEF), die was gewijzigd naar aanleiding van de oprichting van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI);

26.  roept de Commissie op alle bovengenoemde kwesties aan de orde te stellen in haar eind 2015 uit te brengen wetgevingspakket voor de luchtvaart;

27.  verzoekt de Commissie om de Raad aan te sporen onderzoek te doen naar de mogelijkheden om lopende geschillen tussen de lidstaten op te lossen die tal van wetgevingspakketten op het gebied van de luchtvaart in de weg staan;

28.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.