ONTWERPRESOLUTIE over een dierenwelzijnstrategie voor de periode 2016-2020
24.11.2015 - (2015/2957(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement
James Nicholson, Richard Ashworth, Daniel Dalton, Julie Girling namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-1278/2015
B8-1283/2015
Resolutie van het Europees Parlement over een dierenwelzijnstrategie voor de periode 2016-2020
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 15 februari 2012 over de strategie van de Europese Unie voor de bescherming en het welzijn van dieren 2012-2015 (COM(2012)0006/2),
– gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Europese wetgeving op het gebied van dierenwelzijn bijdraagt aan het creëren van gelijke voorwaarden binnen de Unie en daardoor aan een goed functionerende interne markt;
B. overwegende dat nationale regels inzake dierenwelzijn niet in strijd mogen zijn met de beginselen van de Europese interne markt;
C. overwegende dat dierenwelzijn nauw verband houdt met de dier- en volksgezondheid;
1. verzoekt de Commissie met klem om de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de nog openstaande punten van de strategie van de Europese Unie voor de bescherming en het welzijn van dieren 2012-2015;
2. dringt er bij de Commissie op aan een nieuwe en ambitieuze strategie op te stellen voor de bescherming en het welzijn van dieren voor de periode 2016-2020, teneinde voort te bouwen op hetgeen in het kader van de vorige strategie is bereikt en ervoor te zorgen dat in alle lidstaten een kader blijft bestaan om aan hoge normen voor dierenwelzijn te voldoen;
3. dringt er bij de Commissie op aan om, daar waar uit duidelijk wetenschappelijk bewijs blijkt dat er sprake is van problemen op het gebied van dierenwelzijn, de bestaande beleidsinstrumenten aan te passen of nieuwe in te voeren om deze problemen op te lossen;
4. spreekt zijn bezorgdheid uit over de daadwerkelijke uitvoering en handhaving van de huidige EU-wetgeving met betrekking tot dierenwelzijn en benadrukt dat een betere handhaving en naleving van de bestaande wetgeving de centrale doelstelling moet zijn van alle voorschriften met betrekking tot diergezondheid en dierenwelzijn;
5. verzoekt de Commissie tegelijkertijd meer ambitie aan de dag te leggen om de wederkerigheid van normen voor dierenwelzijn als een niet-commerciële overweging op te nemen en tot prioriteit te maken in het handelsbeleid en de onderhandelingen met betrekking tot internationale handelsovereenkomsten, en om dierenwelzijn in derde landen te bevorderen door voor ingevoerde dieren en producten gelijkwaardige welzijnsnormen te laten gelden, vergezeld van strenge controles;
6. herinnert eraan dat artikel 13 VWEU van algemene strekking is en een horizontaal karakter heeft, en als zodanig even belangrijk is als de bepalingen inzake landbouw, milieu en consumentenbescherming;
7. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.