ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Jemen
27.1.2016 - (2016/2515(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Mariya Gabriel, Cristian Dan Preda, Elmar Brok, Andrej Plenković, David McAllister, Michael Gahler, Lorenzo Cesa, Tunne Kelam, Adam Szejnfeld, Davor Ivo Stier, Therese Comodini Cachia, Roberta Metsola, Kinga Gál, Barbara Matera, namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0151/2016
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Jemen,
– gezien de conclusies van de Raad van 16 november 2015 over Jemen,
– gezien de verklaringen van de VV/HV over de situatie in Jemen,
– gezien resoluties 2201 (2015) en 2216 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,
– gezien de verklaring van 24 mei 2015 van de medevoorzitters van de 24ste Gezamenlijke Raad en ministeriële bijeenkomst van de Samenwerkingsraad van de Golf en de Europese Unie (GCC-EU),
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het huidige conflict in Jemen te wijten is aan het feit dat de opeenvolgende regeringen er niet in zijn geslaagd tegemoet te komen aan de democratische, economische en sociale verlangens van de Jemenitische bevolking, waardoor er een voedingsbodem ontstond voor de ontevredenheid en de verdeeldheid die tot het huidige geweld hebben geleid;
B. overwegende dat de situatie in Jemen ernstige risico's inhoudt voor de stabiliteit in de regio, met name in de Hoorn van Afrika, het gebied rond de Rode Zee en het Midden-Oosten in ruimere zin;
C. overwegende dat een door Saudi-Arabië geleide coalitie, waar Bahrein, Egypte, Jordanië, Koeweit, Marokko, Qatar, Sudan en de Verenigde Arabische Emiraten deel van uitmaken, op 26 maart 2015 op verzoek van de Jemenitische president Abd-Rabbu Mansour Hadi in Jemen een militair offensief tegen de Houthi-rebellen heeft ingezet;
D. overwegende dat Jemen, door niet voor de inclusieve, politieke weg te kiezen, vastzit te midden van stijgende tribale spanningen en een bittere "oorlog op afstand" tussen de door Iran gesteunde Houthi-rebellen en Saudi-Arabië, dat een militaire campagne tegen de rebellen leidt, waardoor de ruimere regio rechtstreeks in een ingewikkeld conflict wordt gestort; overwegende dat Saudi-Arabië de Houthi-rebellen in Jemen ziet als een Iraanse strijdmacht op afstand, en Iran het door Saudi-Arabië geleide offensief heeft veroordeeld en heeft opgeroepen de door Saudi-Arabië geleide luchtaanvallen onmiddellijk te staken;
E. overwegende dat een stabiel en veilig Jemen met een goed werkende regering van cruciaal belang is voor de internationale inspanningen tegen het extremisme en het geweld in de regio en daarbuiten, en voor de vrede en stabiliteit binnen Jemen zelf;
F. overwegende dat de aanhoudende gevechten tussen de verschillende milities, de bombardementen en de verstoring van essentiële diensten alarmerende humanitaire gevolgen hebben voor de burgerbevolking, met name kinderen, en de reeds zeer ernstige humanitaire situatie nog dramatischer maken;
G. overwegende dat 21,2 miljoen mensen in Jemen humanitaire hulp nodig hebben; overwegende dat kinderen, de meest kwetsbare bevolkingsgroep, door de algemeen heersende onveiligheid geen toegang hebben tot de gezondheidszorg en voeding die zij nodig hebben;
H. overwegende dat het treffen van onmiddellijke maatregelen voor een blijvend staakt-het-vuren tot de belangrijkste aandachtspunten behoort;
I. overwegende dat ook gevreesd wordt dat door het conflict talloze schendingen van de mensenrechten hebben plaatsgevonden in Jemen, zoals aanvallen op journalisten en media-instellingen, gedwongen verdwijningen, inbreuken op het Verdrag tegen foltering, intimidatie en opsluiting van religieuze minderheden, en vermeende inzet van kinderen in gewapende conflicten;
1. is uitermate bezorgd over het aanhoudende geweld in Jemen en de daaropvolgende humanitaire crisis, die miljoenen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen treft; betreurt ten zeerste dat het conflict levens geëist heeft en lijden berokkent aan diegenen die bij de gevechten betrokken zijn, en betuigt zijn medeleven aan de families van de slachtoffers;
2. roept alle partijen in Jemen, en met name de Houthi's, op om hun geschillen door middel van dialoog op te lossen, en is van mening dat alleen een politieke oplossing voor blijvende vrede kan zorgen;
3. dringt er bij alle partijen op aan om het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving te eerbiedigen, en om dringend met de VN en humanitaire hulporganisaties samen te werken zodat bijstand kan worden verleend aan wie hulp nodig heeft; vraagt om een onafhankelijk onderzoek naar alle vermeende schendingen van de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht;
4. roept op tot een humanitair bestand, zodat dringend levensreddende bijstand kan worden geboden aan de Jemenitische bevolking; vraagt alle partijen met klem de verstrekking van humanitaire noodhulp aan alle delen van Jemen te faciliteren en voor een snelle, veilige en ongehinderde doorgang te zorgen zodat humanitaire organisaties burgers kunnen bereiken die humanitaire hulp - inclusief medische verzorging - nodig hebben;
5. is verheugd over en steunt de bemiddelingsinspanningen van de VN om de gesprekken tussen de partijen te faciliteren; verwacht dat de Europese Unie een constructieve rol blijft spelen bij het organiseren van verdere bijeenkomsten;
6. is van mening dat Saudi-Arabië en Iran een grote rol spelen bij het oplossen van de crisis, en roept beide kanten op om pragmatisch en te goeder trouw te werk te gaan om een eind te maken aan de gevechten in Jemen;
7. veroordeelt elke vorm van geweld en elke poging tot of dreiging met het gebruik van geweld tegen deelnemers aan door de VN tot stand gebrachte gesprekken; onderstreept dat de door de VN tot stand gebrachte inclusieve politieke dialoog een door de Jemenieten geleid proces moet zijn, waarbij wordt gestreefd naar een op consensus gebaseerde politieke oplossing van de crisis in Jemen, in overeenstemming met het GCC-initiatief en het bijbehorende uitvoeringsmechanisme, het resultaat van de veelomvattende conferentie voor nationale dialoog, het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst alsook de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad;
8. vraagt dat alle Jemenitische partijen zonder voorafgaande voorwaarden en te goeder trouw met elkaar in gesprek treden, onder meer door hun geschillen via dialoog en raadplegingen bij te leggen, het gebruik van geweld voor politieke doeleinden af te wijzen en zich te onthouden van provocaties en unilaterale acties die de politieke overgang zouden schaden; meent dat alleen een brede politieke consensus, tot stand gebracht via inclusieve onderhandelingen, het pad kan effenen voor een duurzame oplossing, het herstel van de vrede en de handhaving van de eenheid, de soevereiniteit, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van Jemen;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Europese Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Samenwerkingsraad van de Golf, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten en de regering van Jemen.