Ontwerpresolutie - B8-0254/2016Ontwerpresolutie
B8-0254/2016

ONTWERPRESOLUTIE over de invoering van compatibele systemen voor de registratie van gezelschapsdieren in de lidstaten

17.2.2016 - (2016/2540(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Renate Sommer namens de PPE-Fractie
Julie Girling namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0251/2016

Procedure : 2016/2540(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0254/2016
Ingediende teksten :
B8-0254/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0254/2016

Resolutie van het Europees Parlement over de invoering van compatibele systemen voor de registratie van gezelschapsdieren in de lidstaten

(2016/2540(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de verklaring van de Commissie van 4 februari 2016 over de invoering van compatibele systemen voor de registratie van gezelschapsdieren in de lidstaten,

–  gezien artikel 43 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) over de werking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid,

–  gezien artikel 114 van het VWEU over de instelling en de werking van de interne markt,

–  gezien artikel 168, lid 4, onder b), van het VWEU over maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied,

–  gezien artikel 169 van het VWEU over maatregelen voor consumentenbescherming,

–  gezien artikel 13 van het VWEU, waarin is vastgelegd dat bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie door de Unie en de lidstaten altijd ten volle rekening moet worden gehouden met de vereisten inzake het welzijn van dieren, aangezien zij wezens met een bewustzijn zijn,

–  gezien Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren[1], en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013 van de Commissie van 28 juni 2013 inzake de modelidentificatiedocumenten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, de vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden en de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen ten bewijze van de naleving van bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 576/2013[2],

–  gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt[3],

–  gezien zijn resolutie van 15 april 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende diergezondheid[4],

–  gezien de conclusies van de 3 050e bijeenkomst van de Landbouw- en Visserijraad van 29 november 2010 inzake het welzijn van honden en katten,

–  gezien Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer[5],

–  gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 van de Commissie van 23 augustus 2012 tot vaststelling van voorschriften voor het ontwerp van de vergunningen, certificaten en andere documenten waarin Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer voorziet[6],

–  gezien de gezamenlijke verklaring over dierenwelzijn d.d. 14 december 2014 van Denemarken, Duitsland en Nederland,

–  gezien zijn resolutie van 19 mei 2015 over veiligere gezondheidszorg in Europa: verbetering van de patiëntveiligheid en bestrijding van antimicrobiële resistentie[7],

–  gezien de conclusies van de studie van de Companion Animal multisectoriaL interprofessionaL Interdisciplinary Strategic Think tank On zoonoses (CALLISTO),

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Commissie een studie gefinancierd heeft over het welzijn van honden en katten die betrokken zijn bij handelspraktijken;

B.  overwegende dat niet-gouvernementele organisaties, wetshandhavingsdiensten, bevoegde autoriteiten en dierenartsen hebben aangetoond dat de illegale handel in gezelschapsdieren toeneemt en dat daarbij op grote schaal misbruik wordt gemaakt van de reisregeling voor gezelschapsdieren, controles worden ontweken en documenten vervalst;

C.  overwegende dat misbruik van de reisregeling voor gezelschapsdieren volgens de huidige schattingen de derde meest winstgevende illegale handel is in de EU, na drugs en wapens;

D.  overwegende dat niet-gouvernementele organisaties, wetshandhavingsdiensten en bevoegde autoriteiten de illegale handel in gezelschapsdieren steeds vaker in verband brengen met zware en georganiseerde misdaad;

E.  overwegende dat er ondanks de recente verbeteringen nog steeds belangrijke punten van zorg zijn in verband met de informatie op gezelschapsdierenpaspoorten, met name hoe kan worden bewezen dat de opgegeven leeftijd van een dier correct is;

F.  overwegende dat in het Schengengebied zonder grenzen niet alleen burgers zonder paspoort kunnen reizen, maar dat ook dieren die gewoonlijk als gezelschapsdieren worden gehouden gemakkelijker binnen de Unie kunnen reizen zonder controles;

G.  overwegende dat gezelschapsdieren die illegaal verhandeld worden vaak slecht gefokt zijn, nauwelijks gesocialiseerd zijn en een groter risico op ziektes lopen;

H.  overwegende dat 70 % van de nieuwe ziektes die de laatste decennia bij de mens zijn opgedoken van dierlijke oorsprong zijn en dat dieren die vaak als gezelschapsdieren worden gehouden dragers zijn van meer dan 100 dierziekten, onder meer rabiës;

I.   overwegende dat wie een slecht gefokt gezelschapsdier aankoopt vaak te maken krijgt met onverwacht hoge rekeningen bij de dierenarts of een plots overlijden van het nieuwe gezelschapsdier;

J.  overwegende dat de meeste lidstaten reeds een vorm van voorschriften hebben voor de registratie en/of identificatie van gezelschapsdieren; overwegende dat de meeste van deze databanken nog niet aan een EU-databank verbonden zijn, waardoor gezelschapsdieren die de EU-grenzen overschrijden niet volledig traceerbaar zijn;

K.  overwegende dat de illegale handel in wilde dieren een van de meest uitgebreide grensoverschrijdende georganiseerde criminele activiteiten in de wereld is;

1.  onderstreept dat gezelschapsdieren een positieve bijdrage leveren aan de levens van miljoenen individuele eigenaars en gezinnen in de gehele EU, en bekrachtigt dat eigenaren op een veilige en gecontroleerde manier met hun gezelschapsdieren moeten kunnen reizen in de gehele Unie;

2.  is verheugd over de verbeteringen van de reisregeling voor gezelschapsdieren die met Verordening (EU) nr. 576/2013 is ingevoerd, met inbegrip van de aanvullende beveiligingskenmerken van het paspoort voor gezelschapsdieren;

3.  is verontrust over de bewijzen van niet-gouvernementele organisaties, wetshandhavingsdiensten, bevoegde autoriteiten en dierenartsen waaruit duidelijk blijkt dat steeds meer misbruik wordt gemaakt van de reisregeling voor gezelschapsdieren die wordt uitgebuit voor commerciële doeleinden;

4.  constateert dat het geringe percentage vaccinaties onder illegaal verhandelde gezelschapsdieren er vaak toe leidt dat zij met antibiotica moeten worden behandeld; onderstreept dat hierdoor het risico van resistentie tegen microben onder gezelschapsdieren toeneemt; is bezorgd dat dit een bijkomende risicofactor vormt voor het ontstaan en doorgeven van resistentie tegen microben bij mensen;

5.  erkent dat, hoewel vele lidstaten verplichte systemen hebben voor de identificatie en registratie van gezelschapsdieren, discrepanties bestaan ten aanzien van het soort informatie dat wordt opgeslagen, de dieren die onder de identificatie- en registratievereisten vallen en het bestuursniveau waarop deze informatie wordt bewaard;

6.  is van oordeel dat compatibele systemen voor de identificatie- en registratievereisten voor honden (Canis lupus familiaris) en katten (Felis silvestris catus) de gelegenheid voor het vervalsen van documenten en illegale handel zullen terugdringen waardoor de gezondheid van mens en dier wordt beschermd en voor een daadwerkelijke traceerbaarheid binnen de Unie wordt gezorgd;

7.  neemt met bezorgdheid kennis van de toenemende illegale handel in wilde dieren, die vaak als gezelschapsdieren worden gehouden;

8.  is van mening dat dankzij compatibele systemen voor de identificatie- en registratievereisten voor wilde dieren die als gezelschapsdieren worden gehouden, de gelegenheid voor illegale handel zou worden teruggedrongen, de gezondheid van mens en dier, evenals de biodiversiteit beter zouden worden beschermd en ook zou worden gezorgd voor een daadwerkelijke traceerbaarheid binnen de Unie;

9.  doet een beroep op de Commissie om na de inwerkingtreding van de Verordening betreffende overdraagbare dierziekten een gedelegeerde handeling goed te keuren waarin regels worden vastgelegd overeenkomstig de artikelen 108, 109 en 118 van de verordening voor gedetailleerde compatibele systemen inzake de middelen en methoden voor de identificatie en registratie van honden (Canis lupus familiaris) en katten (Felis silvestris catus);

10.  doet een beroep op de Commissie om na de inwerkingtreding van de Verordening betreffende overdraagbare dierziekten een gedelegeerde handeling vast te stellen waarin regels worden vastgelegd overeenkomstig de artikelen 108, 109 en 118 van de verordening voor gedetailleerde compatibele systemen inzake de middelen en methoden voor de identificatie en registratie van de volgende gezelschapsdieren, zoals vastgelegd in bijlage I van dezelfde verordening: reptielen, vogels (met uitzondering van huishoenders, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels), en knaagdieren en konijnen met uitzondering van die welke voor de voedselproductie bestemd zijn;

11.  verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de in paragrafen 10 en 11 genoemde voorschriften waarborgen dat de in de verordening betreffende overdraagbare dierzieken vastgelegde preventie- en controlemaatregelen doeltreffend worden toegepast en dat zij de traceerbaarheid van deze gezelschapsdieren, hun bewegingen binnen en tussen de lidstaten en hun invoer in de Unie vergemakkelijken;

12.  verzoekt de Commissie de aanvullende maatregelen te bestuderen ter bestrijding van de illegale handel in gezelschapsdieren die worden genoemd in de conclusies van de studie over het welzijn van honden en katten die betrokken zijn bij handelspraktijken, en deze conclusies onverwijld te publiceren;

13.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.