Ontwerpresolutie - B8-0515/2016/REV1Ontwerpresolutie
B8-0515/2016/REV1

AANBEVELING VOOR EEN BESLUIT om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 8 april 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446

2.5.2016 - (2016/2656(DEA))

ingediend overeenkomstig artikel 105, lid 6, van het Reglement

Vicky Ford namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Procedure : 2016/2656(DEA)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0515/2016
Ingediende teksten :
B8-0515/2016
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B8-0515/2016

Ontwerpbesluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 8 april 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446

(2016/2656(DEA))

Het Europees Parlement,

–  gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie (C(2016)2002),

–  gezien het schrijven van de Commissie van 11 maart 2016, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening,

–  gezien het schrijven van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters, van 21 april 2016,

–  gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot invoering van het douanewetboek van de Unie[1], en met name de artikelen 278, 279 en 284, lid 5,

–  gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie interne markt en consumentenbescherming,

–  gezien artikel 105, lid 6, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat na de goedkeuring van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341[2] werd vastgesteld dat sommige formulieren uit het deel betreffende vereenvoudiging onbedoeld uit bijlage 12 waren weggelaten, hetgeen grote negatieve gevolgen zal hebben voor douaneautoriteiten en handelaren als zij niet vóór 1 mei 2016 worden toegevoegd, wanneer de desbetreffende bepalingen van de douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen daarbij van toepassing worden;

B.  overwegende dat in diezelfde bijlage 12, in het deel over vereenvoudiging, tevens bepaalde fouten werden ontdekt in de terminologie die in de formulieren wordt gebruikt, en dat deze fouten, als zij niet worden gecorrigeerd, de juridische duidelijkheid en toepasselijkheid van het douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen daarbij zullen aantasten;

C.  overwegende dat Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 daarom in die zin gecorrigeerd moet worden dat in bijlage 12, in het deel over vereenvoudiging, de ontbrekende formulieren worden toegevoegd en dat in hetzelfde deel van de bijlage de bestaande formulieren worden vervangen;

D.  overwegende dat de gedelegeerde verordening per 1 mei 2016 moet worden toegepast, wil gewaarborgd zijn dat de douane-unie soepel functioneert en willen de handelsstromen niet worden belemmerd;

E.  overwegende dat de gedelegeerde verordening aan het einde van de voor de toetsing door het Parlement en de Raad vastgestelde termijn alleen in werking kan treden als Parlement noch Raad daartegen bezwaar heeft aangetekend, of als zowel Parlement als Raad voor het verstrijken van deze periode de Commissie hebben meegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken; overwegende dat de toetsingstermijn overeenkomstig artikel 284, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 is vastgesteld op twee maanden gerekend vanaf de datum van kennisgeving, d.w.z. tot 9 juni 2016 loopt en met nog eens twee maanden kan worden verlengd;

F.  overwegende evenwel dat de Commissie op 11 maart 2016 het Parlement spoedshalve om een vervroegde bekrachtiging heeft gevraagd van de gedelegeerde verordening, en wel vóór 1 mei 2016;

1.  verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.