Ontwerpresolutie - B8-0724/2016Ontwerpresolutie
B8-0724/2016

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Venezuela

1.6.2016 - (2016/2699(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Charles Tannock, Mark Demesmaeker, Andrew Lewer, Ashley Fox, Angel Dzhambazki namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0700/2016

Procedure : 2016/2699(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0724/2016
Ingediende teksten :
B8-0724/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0724/2016

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Venezuela

(2016/2699(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in Venezuela, vooral die van 27 februari 2014 over de situatie in Venezuela[1], die van 18 december 2014 over de vervolging van de democratische oppositie in Venezuela[2] en die van 12 maart 2015 over de situatie in Venezuela[3],

–  gezien de verklaring van 10 mei 2016 van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (VV/HV) over de situatie in Venezuela,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij Venezuela partij is,

–  gezien de brief van de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten van 18 mei 2016,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat zowel de Venezolaanse regering als het Venezolaanse hooggerechtshof de in december 2015 aangetreden Nationale Vergadering, waar de democratische oppositie in de meerderheid is, belemmeren haar wetgevende bevoegdheden uit te oefenen en daarmee het in een rechtsstaat vereiste machtsevenwicht in gevaar brengen;

B.  overwegende dat beslissingen zoals de uitvaardiging en bevestiging van de uitzonderingstoestand en de economische noodtoestand, de intrekking van de bevoegdheid van de Nationale Vergadering om toezicht te houden op het beleid, het niet-erkennen van de grondwettelijke bevoegdheid van de Nationale Vergadering om rechters van het hooggerechtshof uit hun ambt te ontheffen, het ongrondwettelijk verklaren van de hervorming van de wet betreffende de centrale bank van Venezuela, en de opschorting van de artikelen van het huishoudelijk reglement van de Nationale Vergadering betreffende debatten werden genomen in strijd met de wetgevende bevoegdheden van de Nationale Vergadering en zonder inachtneming van het in een rechtsstaat essentiële machtsevenwicht;

C.  overwegende dat de Nationale Vergadering op 29 maart 2016 de wet inzake amnestie en nationale verzoening heeft aangenomen om politieke gevangenen vrij te laten, van wie de meeste zonder proces of veroordeling waren opgesloten, en dat het hooggerechtshof op 11 april 2016 die wet ongrondwettelijk heeft verklaard;

D.  overwegende dat de Venezolaanse regering de rechterlijke macht en de verkiezingscommissie van het land volledig in haar greep heeft, wat duidelijk in strijd is met het beginsel van onafhankelijkheid en scheiding der machten, dat kenmerkend is voor een democratische rechtsstaat;

E.  overwegende dat de democratische oppositie een grondwettelijk erkend proces in gang heeft gezet waardoor gezagsdragers halverwege hun ambtstermijn uit hun functie kunnen worden ontheven, en meer dan 1,8 miljoen handtekeningen heeft verzameld en bij de Nationale Kiesraad heeft ingediend, veel meer dan de 198 000 die vereist zijn om het proces grondwettelijk aanvaard te maken;

F.  overwegende dat Luis Almagro, secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de president van Venezuela heeft opgeroepen het door de oppositie geleide parlement niet langer te ondermijnen, de "om hun overtuiging gevangen gehouden personen" vrij te laten en het afzettingsreferendum dit jaar te laten plaatsvinden;

G.  overwegende dat de politieke conflicten zich afspelen tegen de achtergrond van toenemende economische onzekerheid voor de meeste Venezolanen, die lijden onder tekorten aan basale voedings- en geneesmiddelen, falende ziekenhuizen, water- en stroomtekorten, enorme corruptie, een torenhoge inflatie en toenemend (politiek) geweld;

1.  uit zijn grote bezorgdheid over de ernstige verslechtering van de rechtsstaat, de democratie en de sociaal-economische situatie in Venezuela;

2.  veroordeelt ten stelligste het gebruik van overheidsbevoegdheden, met name die van de rechterlijke macht en de Nationale Kiesraad, om rechtmatig door het Venezolaanse parlement, de Nationale Vergadering, aangenomen wetgeving te verdraaien en naast zich neer te leggen en daarmee in te gaan tegen de wil die de Venezolaanse bevolking bij de verkiezingen van 6 december 2015 te kennen gegeven heeft;

3.  roept de Venezolaanse regering op tot eerbiediging van de rechtsstaat, de mensenrechten, met inbegrip van het recht op vreedzaam betogen, en het beginsel van de scheiding der machten, die kenmerkend zijn voor democratieën;

4.  dringt er bij de Venezolaanse regering op aan alle politieke gevangenen onmiddellijk vrij te laten;

5.  vraagt de regering en de overheid van Venezuela met klem de grondwet te eerbiedigen, met inbegrip van de rechtmatige en erkende mechanismen en procedures om voor eind 2016 het in de Venezolaanse grondwet omschreven proces ter afzetting van de president op gang te brengen;

6.  dringt er bij alle betrokken partijen op aan de kritieke situatie waarin Venezuela momenteel verkeert, te overwinnen door middel van een grondwettelijke, vreedzame en democratische oplossing die tot stand komt via dialoog;

7.  verzoekt de VV/HV met klem met de Latijns-Amerikaanse landen en regionale en internationale organisaties samen te werken om ervoor te zorgen dat er in Venezuela mechanismen voor dialoog, nationale verzoening en bemiddeling tot stand komen teneinde een vreedzame, democratische en grondwettelijke oplossing te ondersteunen voor de crisis waarin het land momenteel verkeert;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.