Ontwerpresolutie - B8-0840/2016Ontwerpresolutie
B8-0840/2016

ONTWERPRESOLUTIE over de uitkomst van het referendum in het Verenigd Koninkrijk

24.6.2016 - (2016/2800(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Gabriele Zimmer, Martina Anderson, Barbara Spinelli namens de GUE/NGL-Fractie

Procedure : 2016/2800(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0840/2016
Ingediende teksten :
B8-0840/2016
Aangenomen teksten :

B8-0840/2016

Resolutie van het Europees Parlement over de uitkomst van het referendum in het Verenigd Koninkrijk

(2016/2800(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  gezien het historische feit dat de bevolking van een lidstaat in een referendum heeft besloten de Europese Unie te verlaten;

B.  gezien de uitkomst van het referendum waarin de Britse bevolking zich duidelijk heeft uitgesproken voor een Brexit; overwegende dat de groeiende kritiek op de EU niet kan worden genegeerd, maar moet worden beantwoord met een verstrekkende hervormingsagenda die een waarborg moet vormen voor transparantie, openheid en democratisering, inclusief intensievere participatie van burgers;

C.  overwegende dat de uitkomst van het referendum aantoont dat de toenemende sociale en economische ongelijkheid binnen en tussen de lidstaten een van de grootste bedreigingen vormt voor de stabiliteit en cohesie van de EU;

D.  overwegende dat artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) voorziet in de mogelijkheid van uittreding van een lidstaat uit de Unie;

E.  overwegende dat het akkoord dat werd overeengekomen tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in februari 2016 tussen David Cameron, namens de Britse regering, en de Europese Unie, nu ongeldig en nietig is;

1.  eerbiedigt het besluit van de Britse bevolking, dat moet worden gezien als een uitdaging om een ander Europa tot stand te brengen;

2.  dringt aan op onmiddellijke inroeping van artikel 50 van het VEU;

3.  herinnert eraan dat uit hoofde van artikel 50 VEU de goedkeuring van het Europees Parlement vereist is en dringt erop aan dat het Parlement wordt betrokken bij alle stadia van de onderhandelingsprocedures inzake het terugtrekkingsakkoord;

4.  herinnert eraan dat alle besluiten betreffende de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk na de uittreding van het VK, het resultaat moeten zijn van een democratisch proces waar zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen bij betrokken worden;

5.  benadrukt dat de uitkomst van het referendum laat zien dat er een ander Europa moet komen en dat dit Europa tot stand moet worden gebracht met instemming van de bevolking, die concrete besluiten verwacht over sociale kwesties zoals werkgelegenheid, transparantie, welvaart en de afwijzing van bezuinigingsmaatregelen;

6.  benadrukt dat de uitkomst van het referendum en de beslissing van de Britse bevolking duidelijk aantonen dat de EU een diepe crisis doormaakt, die het resultaat is van neoliberaal en bezuinigingsbeleid en de aantasting van de democratie; is derhalve van mening dat voor de EU de tijd is gekomen om de werkelijke problemen van de bevolking onder ogen te zien en aan te pakken door middel van een ingrijpende beleidsverandering die moet voldoen aan de verwachtingen van de burgers;

7.  bekrachtigt de verdediging van de waarden van democratie, vrede, tolerantie, vooruitgang en solidariteit en samenwerking tussen volkeren; hekelt de groeiende rechtse nationalistische krachten en benadrukt het feit dat de weg voorwaarts gebaseerd moet zijn op een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt inzake de opvang van vluchtelingen, in plaats van zijn grenzen te sluiten voor degenen die oorlogen en conflicten ontvluchten;

8.  wijst erop dat de bevolking van Noord-Ierland zich voor voortzetting van het EU-lidmaatschap heeft uitgesproken; is van mening dat de Britse regering ieder mandaat om de belangen van de bevolking van Noord-Ierland met betrekking tot de EU te vertegenwoordigen, heeft verspeeld;

9.  is van mening dat een referendum over Ierse eenwording, als voorzien in het Goede-Vrijdagakkoord, vanuit democratisch oogpunt geboden is;

10.  dringt er bij de EU op aan het vredesproces in Ierland te blijven steunen;

11.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, alsmede de regeringen en de parlementen van de lidstaten.