ONTWERPRESOLUTIE over het ontwerp van verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 432/2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan
27.6.2016 - (D44599/02 – 2016/2708(RPS))
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Christel Schaldemose
B8-0842/2016
Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 432/2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan
(D44599/02 – 2016/2708(RPS))
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van verordening van de Commissie (D44599/02),
– gezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen[1], en met name artikel 13, lid 3,
– gezien het advies van 12 april 2016 van het in artikel 25, lid 1, van bovengenoemde verordening bedoelde comité,
– gezien artikel 5 bis, lid 3, onder b), van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[2],
– gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,
– gezien artikel 106, leden 2 en 3 en lid 4, onder c), van zijn Reglement,
A. overwegende dat op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 de Commissie verplicht is om tegen 19 januari 2009 specifieke voedingsprofielen op te stellen waaraan levensmiddelen of bepaalde categorieën levensmiddelen moeten voldoen om van voedings- of gezondheidsclaims voorzien te mogen zijn, evenals de voorwaarden voor het gebruik van voedings- of gezondheidsclaims met betrekking tot de voedingsprofielen;
B. overwegende dat de Commissie deze voedingsprofielen nog niet heeft opgesteld;
C. overwegende dat een blikje energiedrank van 250 ml tot 27 g suiker en 80 mg cafeïne kan bevatten;
D. overwegende dat op grond van de ontwerpverordening van de Commissie, de claims dat cafeïne bijdraagt aan een toename van de alertheid en dat cafeïne bijdraagt aan een verbetering van de concentratie niet mogen worden gebruikt voor levensmiddelen die voor kinderen en tieners bedoeld zijn;
E. overwegende dat tieners de grootste groep consumenten van energiedranken vertegenwoordigen;
F. overwegende dat 68% van de tieners en 18% van de kinderen regelmatig energiedranken drinken;
G. overwegende dat de vrijwillige gedragscode voor het in de handel brengen en de etikettering van energiedranken (Code of Practice for the Marketing and Labelling of Energy Drinks) van de energiedrankindustrie slechts de afspraak bevat om geen energiedranken voor kinderen jonger dan 12 jaar in de handel te brengen[3];
H. overwegende dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid in haar wetenschappelijk advies over de veiligheid van cafeïne heeft geconcludeerd er onvoldoende informatie beschikbaar is op basis waarvan een veilig niveau van cafeïnegebruik voor kinderen kan worden vastgesteld maar dat een gebruik van 3 mg per kg lichaamsgewicht per dag de veiligheid van kinderen en tieners waarschijnlijk niet in gevaar brengt[4];
I. overwegende dat in artikel 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1924/2006 is bepaald dat voedings- en gezondheidsclaims niet "de excessieve consumptie van een levensmiddel [mogen] stimuleren of vergoelijken";
J. overwegende dat 25% van de tieners die energiedranken drinken, drie of meer blikjes achter elkaar drinken;
K. overwegende dat energiedranken in verband zijn gebracht met hoofdpijn, slaapproblemen en gedragsproblemen bij kinderen en tieners die deze dranken regelmatig consumeren;
1. maakt bezwaar tegen de vaststelling van het ontwerp van verordening van de Commissie;
2. is van mening dat het ontwerp van verordening van de Commissie niet verenigbaar is met het doel en de inhoud van Verordening (EG) nr. 1924/2006;
3. verzoekt de Commissie haar ontwerp van verordening in te trekken;
4. verzoekt de Commissie te overwegen beperkingen in te voeren op het in de handel brengen van energiedranken voor kinderen en tieners;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.