Ontwerpresolutie - B8-0333/2017Ontwerpresolutie
B8-0333/2017

ONTWERPRESOLUTIE over de EU-strategie voor Syrië

15.5.2017 - (2017/2654(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Charles Tannock, Ryszard Antoni Legutko, Ryszard Czarnecki, Tomasz Piotr Poręba, Ruža Tomašić, Jussi Halla-aho, Raffaele Fitto, Karol Karski, Zdzisław Krasnodębski, Angel Dzhambazki, Jana Žitňanská, Geoffrey Van Orden, Pirkko Ruohonen-Lerner, Branislav Škripek, Anna Elżbieta Fotyga, Mark Demesmaeker namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0331/2017

Procedure : 2017/2654(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0333/2017
Ingediende teksten :
B8-0333/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0333/2017

Resolutie van het Europees Parlement over de EU-strategie voor Syrië

(2017/2654(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in Syrië,

–  gezien de EU-strategie voor Syrië, die op 3 april 2017 door de Raad is goedgekeurd,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

–  gezien het Verdrag van Genève van 1949 en de aanvullende protocollen hierbij,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,

–  gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind van 1989 en het bijbehorende Facultatief Protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten van 2000,

–  gezien de VN-Verklaring inzake de uitbanning van alle vormen van intolerantie en discriminatie op grond van religie en overtuiging van 1981,

–  gezien het VN-Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens van 1993,

–  gezien het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide van 9 december 1948,

–  gezien het communiqué van Genève van juni 2012,

–  gezien de conclusies van de Conferentie van Londen over Syrië van februari 2016,

–  gezien de conclusies van de conferentie "Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio" van 4 en 5 april 2017 in Brussel en de eerdere conferenties over de situatie in Syrië die in Londen, Koeweit, Berlijn en Helsinki werden gehouden,

–  gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,

–  gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad over Syrië, met name resolutie 2254 (2015),

–  gezien de besluiten van de Raad over de beperkende EU-maatregelen tegen de verantwoordelijken voor de gewelddadige repressie in Syrië, met inbegrip van de besluiten van 14 november 2016 en 20 maart 2017,

–  gezien het memorandum over de totstandbrenging van de-escalatiegebieden in de Arabische Republiek Syrië, dat op 6 mei 2017 is ondertekend door Iran, Rusland en Turkije,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de oorlog in Syrië inmiddels zijn zevende jaar is ingegaan en dat tijdens het conflict meer dan 250 000 mensen om het leven zijn gekomen en nog eens duizenden anderen gewond zijn geraakt of zijn verminkt, 13,5 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben en vijf miljoen mensen als vluchtelingen in buurlanden wonen;

B.  overwegende dat belangrijke regionale en wereldmachten geleidelijk bij de oorlog in Syrië betrokken zijn geraakt en dat de oorlog diepe verdeeldheid aan het licht heeft gebracht en de ruimere regionale en internationale veiligheid, waaronder die van de Europese Unie en de lidstaten, in gevaar heeft gebracht;

C.  overwegende dat het Syrische regime in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de bescherming en veiligheid van alle Syrische burgers;

D.  overwegende dat het onderwijs, de gezondheidszorg en het socialezekerheidsstelsel in Syrië als gevolg van het bloedige conflict ineengestort zijn;

E.  overwegende dat Rusland een van de belangrijkste internationale medestanders van de Syrische president Bashar al-Assad is, en dat het voor de Russische belangen in het land van vitaal belang is dat het Syrische regime overleeft; overwegende dat Rusland zijn veto heeft uitgesproken tegen resoluties van de VN-Veiligheidsraad die kritisch zijn over president Assad en ondanks de internationale veroordeling militaire steun blijft verlenen aan het Syrische regime;

F.  overwegende dat gerichte acties tegen personen of groepen op religieuze of etnische gronden en aanvallen op burgers die niet aan de vijandelijkheden deelnemen of op personen die humanitaire hulp bieden aan de slachtoffers van het conflict, krachtens het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten verboden zijn; overwegende dat dergelijke acties wellicht oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid zijn;

G.  overwegende dat het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, dat door alle EU-lidstaten is ondertekend en geratificeerd, bepaalt dat de ernstigste misdaden die de gehele internationale gemeenschap aangaan, met name genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, niet ongestraft mogen blijven;

H.  overwegende dat het gebruik van foltering, massa-arrestaties en de verregaande vernietiging van woongebieden dramatisch zijn toegenomen, waardoor grote aantallen Syriërs ontheemd zijn en velen gedwongen werden nog verder weg te trekken van de broodnodige humanitaire hulp;

I.  overwegende dat het conflict niet met militaire middelen kan worden opgelost en dat er geen sprake kan zijn van een betekenisvol of geslaagd vredesakkoord waarbij de Syrische president Bashar al-Assad aan de macht blijft;

J.  overwegende dat, hoewel er in het kader van een akkoord tussen Rusland, Turkije en Iran zogenaamde "de-escalatiezones" zijn ingesteld in Syrië, de beschietingen en bombardementen in andere delen van het land blijven doorgaan; overwegende dat de belangrijkste Syrische oppositiegroep heeft verklaard weinig vertrouwen in het akkoord te hebben;

K.  overwegende dat de Syrische regering naar verluidt nog steeds chemische wapens maakt, hetgeen in strijd is met een overeenkomst uit 2013 met het oog op de vernietiging ervan;

1.  veroordeelt de willekeurige bombardementen, beschietingen en andere militaire acties tegen onschuldige burgers, het georganiseerde gebruik van foltering en seksueel geweld, en het feit dat hen humanitaire hulp wordt onthouden, en is van mening dat het gebruik van pyrogene of andere munitie tegen burgerdoelwitten en infrastructuurvoorzieningen een oorlogsmisdrijf is;

2.  vraagt dat onmiddellijk een einde wordt gemaakt aan de bombardementen en willekeurige aanvallen tegen burgers, hulpverleners en medische voorzieningen, zodat de mensen die het dringendst medische hulp nodig hebben uit Aleppo en andere belegerde gebieden kunnen worden geëvacueerd en dringende, betekenisvolle gesprekken voor het tot stand brengen van vrede in Syrië kunnen worden opgestart;

3.  looft de inspanningen van de humanitaire hulpverleners die trachten broodnodige verzorging, voedsel, water en medicijnen tot bij de slachtoffers van het conflict te brengen, en roept alle bij het conflict betrokken partijen op om de veilige en ongehinderde toegang van humanitaire organisaties tot de burgerslachtoffers van de oorlog te waarborgen;

4.  is ingenomen met de vaststelling van de EU-strategie voor Syrië en de vastbeslotenheid van de lidstaten om gezamenlijk en met internationale partners te werken aan de totstandbrenging van een vreedzame, duurzame oplossing voor het conflict in overeenstemming met resolutie 2254 (2015) van de VN-Veiligheidsraad en het communiqué van Genève van juni 2012;

5.  steunt de voortdurende inspanningen van de lidstaten om te voorzien in de behoeften van het Syrië na het conflict zodra er een echt inclusief vredes- en politiek overgangsproces aan de gang is, met inbegrip van onmiddellijke humanitaire hulp, de wederopbouw van belangrijke infrastructuur en de ondersteuning van onderwijs en gezondheidszorg;

6.  is verheugd over de reeds geleverde financiële bijdragen van de Europese Unie en de lidstaten ter ondersteuning van de buurlanden van Syrië die mensen die het conflict ontvluchten een toevluchtsoord bieden; spoort aan tot voortzetting van deze steun;

7.  is van mening dat oplossingen voor het conflict in Syrië niet in isolement kunnen worden gevonden, maar een bredere strategie voor conflictoplossing, vredesopbouw en humanitaire hulp in de hele regio moeten omvatten, alsmede maatregelen om de onderliggende oorzaken van extremisme aan te pakken;

8.  dringt er bij alle leden van de VN-Veiligheidsraad op aan hun verantwoordelijkheden met betrekking tot de crisis te aanvaarden;

9.  veroordeelt Rusland voor zijn herhaaldelijke veto tegen resoluties van de VN-Veiligheidsraad over het conflict in Syrië en voor zijn steun aan het regime van Assad;

10.  is gekant tegen elke rol voor president Bashar al-Assad in het Syrië na het conflict;

11.  steunt het feit dat de Raad en andere internationale organen bijkomende beperkende maatregelen overwegen tegen individuen en groepen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen en de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Syrië;

12.  moedigt de EU en de lidstaten krachtig aan samen te werken met internationale partners en agentschappen om informatie te verkrijgen over, toegang te krijgen tot en de vrijlating te bewerkstelligen van personen die onrechtmatig vastzitten of zijn verdwenen door toedoen van het Syrische regime en een aantal gewapende oppositiegroepen;

13.  roept de EU en de lidstaten gezamenlijk op te zorgen voor de volledige financiering van het VN-verantwoordingsmechanisme voor Syrië, dat bedoeld is om bewijsmateriaal te verzamelen, bewaren en analyseren van door alle partijen in het conflict in Syrië gepleegde gruweldaden en andere oorlogsmisdrijven, teneinde strafprocedures in te stellen bij het Internationaal Strafhof;

14.  steunt de vervolging door het Internationaal Strafhof van degenen die beschuldigd worden van willekeurige aanvallen op de burgerbevolking, de opzettelijke inhouding van humanitaire hulp aan hen die omkomen van de honger, het gebruik van chemische wapens tegen onschuldige slachtoffers en het gebruik van foltering en seksueel geweld in Syrië, en belooft zich te blijven inzetten zodat zij verantwoording moeten afleggen;

15.  dringt erop aan dat de politieke onderhandelingen onder het gezag van de Verenigde Naties in Genève zo spoedig mogelijk worden hervat om een einde te maken aan het conflict en om het lijden van de Syrische bevolking te verlichten;

16.  steunt het werk van de speciale VN-gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, dat gericht is op het bereiken van internationale overeenstemming over een duurzame vredesregeling;

17.  blijft zich inzetten voor de eenheid, soevereiniteit, territoriale integriteit en onafhankelijkheid van Syrië;

18.  steunt de internationale coalitie in haar militaire optreden tegen IS/Da'esh en andere als terroristisch beschouwde groeperingen in Syrië;

19.  erkent de bijdrage van de bijeenkomsten in Astana aan het bereiken een vreedzame oplossing voor het conflict en herinnert Rusland, Iran en Turkije, in hun hoedanigheid van borgstellers, aan hun verantwoordelijkheid om toe te zien op de volledige inachtneming van staakt-het-vuren en de de-escalatie van de gevechten in de aangewezen gebieden;

20.  is van mening dat de bijeenkomsten in Astana een aanvulling op het proces van Genève moeten vormen bij het de-escaleren van het conflict en het bijeenbrengen van alle partijen, met het oog op de totstandbrenging van een betekenisvol, duurzaam vredesakkoord;

21.  wijst alle deelnemers aan de conferentie "Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio" van april 2017 nogmaals op hun verbintenissen en moedigt hen aan de door hen gedane toezegging dat zij de Syrische bevolking en de vluchtelingen in buurlanden zullen steunen, gestand te doen;

22.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, de secretaris-generaal van de Arabische Liga, de regering en het parlement van de Arabische Republiek Syrië en de regeringen en parlementen van de buurlanden van Syrië.