ONTWERPRESOLUTIE over de EU-strategie voor Syrië
15.5.2017 - (2017/2654(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Fabio Massimo Castaldo, Ignazio Corrao, Laura Agea, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Syrië,
– gezien de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Commissie getiteld "Elementen voor een EU-strategie voor Syrië" van 14 maart 2017,
– gezien de conclusies van de Raad over Syrië, in het bijzonder die van 3 april 2017 over de vaststelling van een EU-strategie voor Syrië,
– gezien de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien de verklaring van de conferentie van Brussel "Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio" van 4 en 5 april 2017,
– gezien de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de EU in Syrië tot nu toe een ondergeschikte rol heeft gespeeld, en verder overwegende dat de EU-strategie voor Syrië hier verbetering in probeert aan te brengen door aan te geven hoe de EU een grotere rol zou kunnen spelen en op actievere wijze zou kunnen bijdragen aan een blijvende politieke oplossing in Syrië binnen het bestaande VN‑kader;
B. overwegende dat de EU, niettegenstaande deze beperkte politieke rol, een zeer belangrijke speler is op het gebied van humanitaire hulp door sinds januari 2017 in reactie op de crisis in Syrië en de regio collectief (EU én lidstaten) 9,4 miljard EUR bijeen te brengen, waarmee zij de belangrijkste donor is; overwegende dat de EU ook aanzienlijke steun aan de buurlanden heeft gegeven voor de opvang van vluchtelingen;
C. overwegende dat er nog altijd 13,5 miljoen Syriërs in Syrië zijn die humanitaire hulp nodig hebben, onder wie 6,3 miljoen intern ontheemden, en dat 1,5 miljoen Syriërs worden belegerd en dat nog eens 5 miljoen Syrische vluchtelingen in de buurlanden en de ruimere regio worden opgevangen;
D. overwegende dat de deelnemers aan de conferentie van Brussel "Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio" 5,6 miljard EUR hebben toegezegd voor 2017, en 3,47 miljard EUR voor de periode 2018‑2020;
E. overwegende dat op 4 april 2017 meer dan 80 mensen zijn gedood in een ogenschijnlijke aanval met chemische wapens in de door rebellen gecontroleerde stad Khan Sheikhoun in Noord-West-Syrië; overwegende dat zowel de Organisatie voor het verbod op chemische wapens (OPCW), als de VN hebben aangegeven dat zij een onderzoek naar deze aanval hebben ingesteld;
F. overwegende dat de Amerikaanse raketaanval op de Skhairat-luchtmachtbasis in Homs, in reactie op de ogenschijnlijke aanval met chemische wapens, tot grotere spanningen heeft geleid tussen Rusland en Amerika, dat de Syrische regering ervan heeft beschuldigd achter de aanval in de provincie Idlib te zitten; overwegende dat dit voor Rusland aanleiding was een belangrijk akkoord inzake militaire samenwerking met Amerika in Syrië tijdelijk op te schorten;
G. overwegende dat op 15 april 2017 tenminste 126 mensen, waaronder in ieder geval 60 kinderen, zijn omgekomen bij een bomaanval op een konvooi van burgers die werden geëvacueerd in de buurt van Rashideen, in de provincie Aleppo;
H. overwegende dat de Syrische stad Deir ez-Zor, die vóór het conflict ongeveer 200 000 inwoners had, als gevolg van een nu reeds drie jaar durende belegering door ISIS/Daesh van de buitenwereld afgesloten is, hetgeen het Wereldvoedselprogramma ertoe heeft gedwongen een luchtbrug in te stellen om hulp in de stad af te gooien; overwegende dat de situatie onlangs verder is verslechterd, waardoor de luchtbrug moest worden gestopt en de inwoners, voornamelijk vrouwen en kinderen, nu alleen nog de beschikking hebben over ongezuiverd water uit de rivier de Eufraat;
I. overwegende dat de aan Syrië opgelegde sancties de economie van het land hebben gedestabiliseerd, en dat het gebrek aan toegang tot grondstoffen, buitenlandse valuta en andere uitrusting, waaronder reserve-onderdelen voor energiecentrales, medische apparatuur en apparatuur voor het reinigen van bloed, de Syrische bevolking zwaar heeft getroffen; overwegende dat, zelfs wanneer goederen niet onder de sancties vallen, de bureaucratie en het ingewikkelde vergunningensysteem het voor de burgerbevolking moeilijk maken om zelfs ook maar basisgoederen, zoals geneesmiddelen, te verkrijgen;
J. overwegende dat de vierde ronde van de gesprekken van Astana over Syrië op 3 en 4 mei eindigde met de ondertekening door Rusland, Turkije en Iran van een document houdende de inrichting van vier 'de-escalatiezones', waar geen militaire activiteiten, waaronder in en vanuit de lucht, toegestaan zijn; overwegende dat de Syrische regering het akkoord heeft verwelkomd, terwijl de gewapende oppositie de rol van Iran in het akkoord van de hand heeft gewezen;
K. overwegende dat de Amerikaanse president, Donald Trump, heeft ingestemd met de levering van wapens aan de Koerdische YPG-strijders ter ondersteuning van de operaties gericht op de verovering van de Syrische stad Raqqa op ISIS/Daesh; overwegende dat Ankara deze instemming als 'onaanvaardbaar' heeft gekwalificeerd;
L. overwegende dat Turkije onlangs zijn aanvallen op de gebieden die in handen van de Syrian Democratic Forces (SDF) in Noord-Syrië zijn, heeft opgevoerd;
1. verwelkomt de recente conclusies van de Raad en de nieuwe EU-strategie voor Syrië; herhaalt nog eens dat het belangrijk is dat de EU een actieve rol speelt bij het dichterbij brengen van een politieke oplossing in Syrië;
2. is van oordeel dat er geen militaire oplossing voor het conflict kan zijn en beklemtoont de noodzaak van een politieke oplossing, en blijft zich inzetten voor de volledige inachtneming van de soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van de Syrische Arabische Republiek;
3. beklemtoont het belang van het beschermen van de etnische en religieuze minderheden in Syrië, en is van oordeel dat elk politiek proces inclusief moet zijn en gericht op het herstel van Syrië tot de multiconfessionele staat die het van oudsher was;
4. herhaalt zijn steun voor het proces van Genève onder auspiciën van de VN en voor de inspanningen van Stephan De Mistura, de speciale VN-afgezant, en roept de partijen in het Syrische conflict op constructief en te goeder trouw samen te werken;
5. herinnert alle partijen in het conflict aan hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten, alsmede aan de belangrijke besluiten van de VN-Veiligheidsraad inzake de situatie in Syrië;
6. neemt met tevredenheid kennis van de progressie in de gesprekken in Astana en van de ondertekening van het memorandum over de inrichting van de-escalatiezones, dat via onderhandelingen tussen Rusland, Turkije en Iran tot stand is gebracht; spreekt de hoop uit dat dit akkoord daadwerkelijk tot de inrichting van veilige zones zal leiden en het mede mogelijk zal maken dat humanitaire hulp kan worden geboden aan de personen die het geweld ontvluchten; vraagt de garantiestaten van Astana er middels het trilaterale monitoringmechanisme op toe te zien dat het staakt-het-vuren wordt gerespecteerd;
7. hoopt dat het de-escalatie-akkoord van Astana en de gesprekken in het algemeen een positieve invloed op de gesprekken van Genève zullen hebben; beklemtoont dat het belangrijk is dat Amerika en Rusland samenwerken om de situatie te stabiliseren, en steunt het politieke proces onder auspiciën van de VN; juicht het toe dat beide partijen ermee hebben ingestemd de communicatie tussen hun respectieve legers te herstellen om ongelukken in de lucht boven Syrië te voorkomen;
8. veroordeelt met kracht de ogenschijnlijke aanval met chemische wapens in Khan Cheikoun; beklemtoont dat er een daadwerkelijk onafhankelijk internationaal onderzoek moet komen naar hetgeen er precies is gebeurd; veroordeelt tegelijkertijd ook elke andere aanval op de burgerbevolking door om het even welke partij; onderstreept dat degenen die voor dergelijke aanvallen verantwoordelijk zijn in overeenstemming met de bestaande internationale normen ter verantwoording moeten worden geroepen;
9. roept de Syrische regering nogmaals op onafhankelijke internationale waarnemers, zoals de onafhankelijke internationale onderzoekscommissie van de VN inzake de Arabische Republiek Syrië, toe te laten;
10. neemt nota van de conclusies van de conferentie van Brussel "Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio" van 4 en 5 april 2017; roept de deelnemers aan die conferentie op zich te houden aan hun beloften en de conclusies van de conferentie om te zetten in concrete resultaten voor Syrië en zijn buurlanden in de regio;
11. is zich ervan bewust dat ook de komende jaren nog veel humanitaire hulp nodig zal zijn, en roept de EU op haar rol volledig te vervullen en langetermijnsteun voor de burgerbevolking vrij te maken, met bijzondere aandacht voor de behoeften van de meer dan 7 miljoen vrouwen en meisjes die door het conflict getroffen zijn; juicht de steun van de EU voor de buurlanden van Syrië die vluchtelingen opvangen toe, maar vraagt de Commissie met klem erop toe te zien dat de vluchtelingen, en met name vrouwen en meisjes, in de landen van ontvangst niet worden geëxploiteerd en dat hun rechten volledig worden gevrijwaard;
12. vraagt de regionale actoren met klem geen agenda te volgen die gericht is op het laten uiteenvallen van het land; vraagt de regionale spelers eens te meer erop toe te zien dat materiële en financiële steun niet in de handen valt van terroristische groeperingen als Al-Qaida, de Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL/Da'esh), Fateh al Sham (voorheen Jabhat al-Nusra) en een hen gelieerde groeperingen;
13. keurt het ten stelligste af dat belegeringen en uithongering van burgers als oorlogsmiddelen worden gebruikt; dringt aan op snelle, veilige en permanente toegang voor de humanitaire organisaties van de VN en hun uitvoerende partners, ook (conflict)grensoverschrijdend;
14. feliciteert de SDF met de opmars in de buurt van Raqqa, het ISIS/Da'esh-bastion in Noord-Syrië; veroordeelt in krachtige bewoordingen de Turkse luchtaanvallen op Koerdische troepen in Syrië, die de strijd tegen ISIS/Da'esh bemoeilijken;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de speciale gezant van de secretaris-generaal voor Syrië, de leden van de Internationale Steungroep voor Syrië en alle partijen die betrokken zijn bij het conflict.