ONTWERPRESOLUTIE over de uitvoering van de LGBTI-richtsnoeren van de Raad, met name in verband met de vervolging van (vermeende) homoseksuele mannen in Tsjetsjenië, Rusland
15.5.2017 - (2017/2688(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement
Malin Björk, Marisa Matias, Helmut Scholz, Merja Kyllönen, Marina Albiol Guzmán, Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee, Eleonora Forenza, Dennis de Jong, Sabine Lösing, Cornelia Ernst, Barbara Spinelli, Rina Ronja Kari, Maria Lidia Senra Rodríguez, Stefan Eck, Tania González Peñas, Xabier Benito Ziluaga, Miguel Urbán Crespo, Estefanía Torres Martínez, Lola Sánchez Caldentey, Josu Juaristi Abaunz, Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0349/2017
B8-0353/2017
Resolutie van het Europees Parlement over de uitvoering van de LGBTI-richtsnoeren van de Raad, met name in verband met de vervolging van (vermeende) homoseksuele mannen in Tsjetsjenië, Rusland
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Rusland,
– gezien het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,
– gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de protocollen daarbij,
– gezien, met voorbehoud, de grondwet van de Russische Federatie, en met name hoofdstuk 2 (rechten en vrijheden van de mens en de burger),
– gezien de verklaring van de mensenrechtendeskundigen van de VN van 13 april 2017 over de mishandeling en aanhouding van homoseksuele mannen in Tsjetsjenië,
– gezien de richtsnoeren van de Europese Raad van 24 juni 2013 voor de bevordering en de bescherming van het genot van alle mensenrechten door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI),
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 16 juni 2016 over de gelijkheid van LGTBI's,
– gezien de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten, inzake foltering en mishandeling en inzake verdedigers van de mensenrechten,
– gezien het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie (2015-2019),
– gezien zijn resolutie van 4 februari 2014 over de EU-routekaart tegen homofobie en discriminatie wegens seksuele gerichtheid of genderidentiteit[1],
– gezien zijn resolutie van 14 december 2016 over het jaarverslag over mensenrechten en democratie in de wereld en het beleid van de Europese Unie ter zake 2015[2],
– gezien de verklaring van de woordvoerder van Federica Mogherini, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, van 6 april 2017 over de schendingen van de mensenrechten van homoseksuele mannen in Tsjetsjenië,
– gezien de vraag aan de Commissie over de uitvoering van de LGBTI-richtsnoeren van de Raad, met name in verband met de vervolging van (vermeende) homoseksuele mannen in Tsjetsjenië, Rusland (O-000039/2017 – B8-0219/2017),
– gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat internationale en Russische mensenrechtenorganisaties, alsook onafhankelijke lokale en internationale media, melden dat sinds februari 2017 meer dan honderd mannen onrechtmatig zijn gearresteerd op verdenking van homoseksualiteit en zijn opgesloten in minstens twee illegale gevangenissen in de autonome Republiek Tsjetsjenië, in de Russische Federatie, in het kader van een gerichte campagne, die naar verluidt op rechtstreeks bevel van de Tsjetsjeense president, Ramzan Kadyrov, was georganiseerd door de Tsjetsjeense autoriteiten en ordestrijdkrachten;
B. overwegende dat de slachtoffers zijn mishandeld, gefolterd en gedwongen namen te noemen van andere LGTBI's; overwegende dat volgens berichten ten minste drie mannen zijn gedood: twee zijn overleden aan de gevolgen van hun behandeling in detentie en één was het slachtoffer van een zogenaamde "eermoord" door zijn familie;
C. overwegende dat de meeste slachtoffers geen aangifte doen uit angst voor represailles van de lokale autoriteiten; overwegende dat (vermeende) homoseksuelen zich in een bijzonder kwetsbare positie bevinden door de sterke homofobie in de samenleving, en overwegende dat zij het risico lopen het slachtoffer te worden van eermoord door hun familie;
D. overwegende dat Human Rights Watch en de Internationale Crisisgroep de oorspronkelijke berichten los van elkaar hebben bevestigd, en dat beide organisaties bronnen ter plaatse aanhalen die bevestigen dat de politie en de ordestrijdkrachten mannen die voor homoseksueel werden aangezien, gericht hebben aangehouden;
E. overwegende dat er in de regio, na jaren van bedreigingen en repressie, bijna geen onafhankelijke journalisten of mensenrechtenactivisten kunnen werken; overwegende dat Tsjetsjeense functionarissen en geestelijken bedreigingen hebben geuit tegen de krant die de brutale campagne tegen homo's het eerst aan het licht heeft gebracht;
F. overwegende dat de Russische Federatie partij is bij verscheidene internationale mensenrechtenverdragen en, als lid van de Raad van Europa, ook bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, en dus verplicht is de veiligheid te waarborgen van iedereen die, onder andere wegens zijn seksuele gerichtheid, risico zou kunnen lopen; overwegende dat de parlementaire, gerechtelijke en overheidsinstellingen van de Russische Federatie verplicht zijn en alle nodige middelen ter beschikking hebben om de misdaden van de Tsjetsjeense autoriteiten te onderzoeken;
G. overwegende dat homoseksualiteit in de Russische Federatie in 1993 uit het strafrecht is gehaald;
H. overwegende dat LGBTI's worden beschermd krachtens de bestaande internationale mensenrechtenwetgeving en Russische nationale wetgeving; overwegende dat er echter vaak specifieke maatregelen nodig zijn opdat LGBTI's hun mensenrechten ten volle kunnen uitoefenen, aangezien seksuele gerichtheid en genderidentiteit extra risico's met zich kunnen brengen op discriminatie, pesterijen en vervolging op school, op het werk en in de bredere maatschappij, maar ook binnen families; overwegende dat het de taak en de verantwoordelijkheid van de politie, de justitie en de autoriteiten is om deze vormen van discriminatie te bestrijden;
I. overwegende dat president Poetin de Russische mensenrechtenombudsman, Tatyana Moskalkova, heeft opgedragen een werkgroep op te richten om de beschuldigingen te onderzoeken;
J. overwegende dat de LGBTI-richtsnoeren van de Raad een proactieve houding inzake de bevordering van de rechten van LGBTI's voorschrijven aan de EU-delegaties en ambassades van de lidstaten; overwegende dat de bestrijding van LGBTI-foob geweld en de ondersteuning van verdedigers van de mensenrechten van LGBTI's in deze richtsnoeren als prioriteitsgebieden zijn aangemerkt;
K. overwegende dat in 2017 het tweede actieplan voor de uitvoering van het strategisch kader voor mensenrechten en democratie zal worden beoordeeld, met inbegrip van de LGBTI-richtsnoeren;
L. overwegende dat de Russische Doema op 7 maart 2017 wetgeving heeft aangenomen die huiselijk geweld niet langer strafbaar stelt, waardoor geweld binnen het gezin niet langer een misdrijf, maar slechts een bestuursrechtelijke overtreding is, met lichtere straffen voor de daders; overwegende dat het Parlement over deze kwestie heeft gedebatteerd tijdens de vergaderperiode van 13-16 maart 2017;
1. betoont zich diep verontrust over de berichten van willekeurige detentie, foltering en vermoording van mannen die voor homoseksueel worden aangezien in de Republiek Tsjetsjenië, in de Russische Federatie; vraagt de autoriteiten een einde te maken aan deze campagne van vervolging en degenen die nog steeds wederrechtelijk worden vastgehouden, onmiddellijk vrij te laten; vraagt de Russische autoriteiten in te staan voor de juridische en fysieke bescherming van de slachtoffers, alsook van de mensenrechtenactivisten en journalisten die aan deze zaak hebben gewerkt;
2. veroordeelt met klem de verklaring van de woordvoerder van de Tsjetsjeense regering, die het bestaan van homoseksuelen in Tsjetsjenië ontkende en het verslag als "leugens en totale desinformatie" van de hand wees; herinnert de autoriteiten eraan dat het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van de individuele persoon een fundamenteel mensenrecht is en voor iedereen geldt;
3. vraagt dringend om een onafhankelijk, objectief en grondig onderzoek naar de aanhoudingen, folteringen en moorden, zodat de bedenkers en uitvoerders van deze misdaden voor het gerecht kunnen worden gebracht en er een einde wordt gemaakt aan de straffeloosheid; is in dit verband verheugd dat er een werkgroep onder leiding van de Russische Ombudsman voor mensenrechten is opgericht die de zaak onderzoekt; vraagt de EU-delegatie en de ambassades en consulaten van de lidstaten in Rusland om het onderzoek actief te volgen, en vraagt dat er nog meer inspanningen worden gedaan om het op te nemen voor de slachtoffers, LGBTI's, journalisten en mensenrechtenactivisten die momenteel gevaar lopen;
4. vraagt de Tsjetsjeense en Russische autoriteiten hun eigen wetgeving in acht te nemen, hun internationale verplichtingen na te komen, de rechtsstaat te handhaven, gelijkheid, non-discriminatie en de universele mensenrechtennormen te bevorderen, ook voor LGBTI's, en flankerende maatregelen te nemen zoals bewustmaking en de bevordering van een cultuur van tolerantie en inclusie op basis van geweldloosheid, gelijkheid en non-discriminatie;
5. uit zijn ernstige bezorgdheid over het klimaat van straffeloosheid dat deze daden mogelijk heeft gemaakt, en vraagt dat er in samenwerking met het maatschappelijk middenveld juridische en andere maatregelen worden getroffen om dergelijk geweld te voorkomen, te monitoren en effectief te vervolgen; onderstreept dat Rusland en de Russische regering de uiteindelijke verantwoordelijkheid hebben om deze daden te onderzoeken, de daders te berechten en alle Russische burgers te beschermen tegen wederrechtelijke mishandeling;
6. vraagt de Commissie en de lidstaten met internationale mensenrechtenorganisaties en het Russische maatschappelijk middenveld samen te werken om hulp te bieden aan degenen die Tsjetsjenië zijn ontvlucht, en om deze campagne van geweld aan het licht te brengen;
7. dringt er bovendien bij de EU-lidstaten op aan meer hervestigingsplaatsen voor slachtoffers, journalisten en mensenrechtenactivisten uit Tsjetsjenië te overwegen en zorg te dragen voor onmiddellijke hervestiging van personen die uit veiligheidsoverwegingen gevlucht zijn;
8. is uiterst bezorgd over meldingen dat de Tsjetsjeense autoriteiten voor het begin van de ramadan "af willen raken van alle homoseksuelen";
9. stelt met bezorgdheid vast dat de door Rusland aangenomen nieuwe wetgeving inzake huiselijk geweld, ook tegen kinderen, een stap achteruit vormt; wijst erop dat wetgeving die geweld binnen het gezin tolereert, ernstige gevolgen dreigt te hebben, zowel voor de slachtoffers als voor de hele maatschappij; vraagt de EU zich verder in te spannen om een eind te helpen maken aan alle vormen van geweld tegen vrouwen, waaronder huiselijk geweld, kwetsbare personen te beschermen en de slachtoffers te steunen, zowel binnen als buiten Europa;
Richtsnoeren voor de bevordering en de bescherming van het genot van alle mensenrechten door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI)
10. is ingenomen met de richtsnoeren van de Raad Buitenlandse Zaken voor de bevordering en bescherming van de uitoefening van alle mensenrechten door LGBTI's, die op 24 juni 2013 zijn aangenomen; blijft ervan overtuigd dat de richtsnoeren een belangrijke stimulans vormen voor de bevordering van de LGBTI-rechten wereldwijd;
11. uit zijn bezorgdheid over de uiteenlopende bewustmaking rond en uitvoering van de LGBTI-richtsnoeren door de EU-delegaties en de vertegenwoordigingen van de lidstaten;
12. verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie in dit verband aan te dringen op een meer strategische en systematische toepassing van de richtsnoeren, onder meer door bewustmaking en opleiding van EU-personeel in derde landen, zodat de kwestie van LGBTI-rechten op doeltreffende wijze ter sprake wordt gebracht in politieke en mensenrechtendialogen met derde landen en in multilaterale fora, alsook door ondersteuning van de inspanningen van het maatschappelijk middenveld;
13. onderstreept hoe belangrijk het is de uitvoering van de richtsnoeren voortdurend te evalueren aan de hand van duidelijke benchmarks; vraagt de Commissie een grondige evaluatie van de uitvoering van de richtsnoeren door de EU-delegaties en de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten in alle derde landen te verrichten en te publiceren teneinde mogelijke verschillen en lacunes in de uitvoering op te sporen en te verhelpen;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten en de regeringen van de Russische Federatie en de Republiek Tsjetsjenië.
- [1] PB C 93 van 24.3.2017, blz. 21.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0502.