Ontwerpresolutie - B8-0354/2017Ontwerpresolutie
B8-0354/2017

ONTWERPRESOLUTIE over het verwezenlijken van de tweestatenoplossing in het Midden-Oosten

15.5.2017 - (2016/2998(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Lars Adaktusson, Cristian Dan Preda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Elmar Brok, Sandra Kalniete, David McAllister, Michael Gahler, Eduard Kukan, Tunne Kelam, Lorenzo Cesa, Bogdan Andrzej Zdrojewski namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0345/2017

Procedure : 2016/2998(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0354/2017
Ingediende teksten :
B8-0354/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0354/2017

Resolutie van het Europees Parlement over het verwezenlijken van de tweestatenoplossing in het Midden-Oosten

(2016/2998(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over het vredesproces in het Midden-Oosten,

–  gezien de conclusies van de Raad van 18 januari 2016 en 20 juni 2016 over het vredesproces in het Midden-Oosten,

–  gezien het verslag van 1 juli 2016 en de verklaring van 23 september 2016 van het Midden-Oostenkwartet,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat vrede in het Midden-Oosten een belangrijke prioriteit blijft voor de internationale gemeenschap en onontbeerlijk is voor regionale stabiliteit en veiligheid;

B.  overwegende dat de EU herhaaldelijk haar steun heeft uitgesproken voor de tweestatenoplossing op basis van de grenzen van 1967, met Jeruzalem als de hoofdstad van beide staten, waarbij de veilige staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare staat Palestina zij aan zij leven in vrede en veiligheid, en dat zij heeft opgeroepen tot de hervatting van rechtstreekse vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit;

C.  overwegende dat de aanhoudende gewelddaden, terroristische aanvallen tegen burgers en oproepen tot geweld wantrouwen enorm verergeren en fundamenteel onverenigbaar zijn met een vreedzame oplossing van het conflict;

1.  herhaalt zijn krachtige steun voor de tweestatenoplossing op basis van de grenzen van 1967, met Jeruzalem als de hoofdstad van beide staten, waarbij de veilige staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare staat Palestina zij aan zij leven in vrede en veiligheid op basis van het recht op zelfbeschikking en volledige eerbiediging van het internationaal recht;

2.  beklemtoont dat de partijen wezenlijke onderhandelingen zo spoedig mogelijk moeten hervatten om tot een rechtvaardige, duurzame en alomvattende vrede te komen; roept beide partijen op zich te onthouden van acties die het conflict verder kunnen doen escaleren, waaronder unilaterale maatregelen die de resultaten van de onderhandelingen kunnen ondergraven en de levensvatbaarheid van de tweestatenoplossing in het gedrang kunnen brengen en verder wantrouwen doen rijzen; roept beide partijen op hun engagement ten aanzien van de tweestatenoplossing opnieuw uit te spreken en zich zo te distantiëren van stemmen die deze oplossing verwerpen;

3.  is van mening dat de aanhoudende gewelddaden, terroristische aanvallen en oproepen tot geweld fundamenteel onverenigbaar zijn met het bevorderen van een vreedzame oplossing van het conflict; wijst erop dat het nakomen van de verbintenis om doeltreffend te reageren tegen geweld, terreur, haatzaaiende uitlatingen en oproepen tot geweld cruciaal is om het vertrouwen opnieuw op te bouwen en een escalatie die de vredesvooruitzichten verder zal ondermijnen, te voorkomen;

4.  herinnert eraan dat nederzettingen illegaal zijn volgens het internationaal recht en benadrukt tegelijkertijd dat recente besluiten om nieuwe nederzettingen op te richten ver op de Westelijke Jordaanoever, om openbare aanbestedingen uit te schrijven voor bijna 2 000 wooneenheden in nederzettingen en om verder gelegen land op de Westelijke Jordaanoever tot "staatsland" te verklaren de vooruitzichten op een levensvatbare tweestatenoplossing verder ondermijnen;

5.  benadrukt dat de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid er op 29 maart 2017 tijdens haar toespraak op de 28e top van de Liga van Arabische Staten heeft op gewezen dat "de tweestatenoplossing de enige realistische manier is om een einde te maken aan het conflict en alle aanspraken" en dat "de EU zal blijven werken voor de eenheid van de hele internationale gemeenschap met het oog hierop, met inbegrip van onze Amerikaanse vrienden";

6.  is verheugd over de bereidheid van de EU om nauwer samen te werken met de regionale partners op basis van het Arabisch vredesinitiatief, dat essentiële elementen bevat voor het beslechten van het Arabisch-Israëlische conflict, en dat de gelegenheid biedt om een regionaal veiligheidskader op te zetten; benadrukt dat de EU, onder meer via de activiteiten van haar speciale vertegenwoordiger, met alle relevante belanghebbenden, waaronder partners in het Kwartet, actief zal werken aan een vernieuwde multilaterale benadering van het vredesproces;

7.  wijst erop dat verzoening tussen de Palestijnen onderling belangrijk is voor het verwezenlijken van de tweestatenoplossing en betreurt het dat er nog altijd sprake is van interne Palestijnse verdeeldheid; steunt de oproep van de EU aan de Palestijnse facties om verzoening en de terugkeer van de Palestijnse Autoriteit naar de Gazastrook als absolute prioriteit te behandelen; spoort de Palestijnen aan hun inspanningen gericht op verzoening onmiddellijk te hervatten, in het bijzonder door de langverwachte presidents- en parlementsverkiezingen te houden; onderstreept dat de Palestijnse Autoriteit in dit verband een grotere verantwoordelijkheid op zich moet nemen en haar regeringsfunctie in de Gazastrook moet opnemen, onder meer wat betreft veiligheid en burgerlijk bestuur en door haar aanwezigheid bij de grensovergangen in Gaza;

8.  benadrukt dat de EU initiatieven moet bevorderen die kunnen bijdragen tot het opnieuw opbouwen van vertrouwen tussen politieke, economische en niet-overheidsactoren, en een schema van samenwerking op concrete kwesties moet opstellen; benadrukt in dit verband het belang van beleidsdomeinen waar samenwerking noodzakelijk is voor het dagelijkse leven van burgers, zoals water en energie, en dat bestaande gemeenschappelijke activiteiten in de regio moeten worden gesteund en opgebouwd, zoals een water- en energieverbinding tussen Israël, de Palestijnse Gebieden en Jordanië;

9.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de vertegenwoordiger van het Midden-Oostenkwartet, de secretaris-generaal van de Arabische Liga, de Knesset en de regering van Israël, de president van de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse Wetgevende Raad.