ONTWERPRESOLUTIE over de humanitaire situatie in Jemen
12.6.2017 - (2017/2727(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement
Elena Valenciano, Victor Boştinaru, Pier Antonio Panzeri namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0407/2017
B8‑0411/2017
Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de humanitaire situatie in Jemen
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Jemen, met name die van 25 februari 2016[1] over de humanitaire situatie in Jemen en van 9 juli 2015[2] over de situatie in Jemen,
– gezien de conclusies van de Raad van 3 april 2017 over Jemen,
– gezien de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over Jemen, meer bepaald resoluties 2216 (2015), 2201 (2015) en 2140 (2014),
– gezien de op 25 april 2017 in Genève gehouden donorconferentie op hoog niveau voor de humanitaire crisis in Jemen,
– gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de huidige crisis in Jemen een gevolg is van het feit dat de opeenvolgende regeringen er niet in zijn geslaagd tegemoet te komen aan het legitieme verlangen van de Jemenitische bevolking naar democratie, economische en sociale ontwikkeling, stabiliteit en veiligheid; overwegende dat dit falen de omstandigheden voor het uitbreken van een gewelddadig conflict heeft geschapen, omdat er geen inclusieve regering werd gevormd, de macht niet eerlijk werd verdeeld en de grote ongelijkheid in het land en de algemeen onveilige situatie stelselmatig werden genegeerd;
B. overwegende dat het aanhoudende conflict desastreuze gevolgen heeft voor het land en zijn bevolking; overwegende dat de bij het conflict betrokken partijen er ondanks de internationale roep om een politieke oplossing voor de crisis niet in geslaagd zijn om tot een vergelijk te komen en dat de gevechten doorgaan;
C. overwegende dat het aantal burgerslachtoffers blijft stijgen, en overwegende dat de civiele infrastructuur en instellingen in Jemen zwaar getroffen zijn door de oorlog en steeds minder in staat zijn om basisdiensten te leveren; overwegende dat het gezondheidsstelsel dreigt in te storten en dat essentiële eerstelijns gezondheidswerkers al maandenlang geen loon hebben ontvangen;
D. overwegende dat Jemen te kampen heeft met een tweede uitbraak van cholera en acute waterige diarree (AWD), die tot meer dan 100 000 vermoedelijke gevallen van cholera heeft geleid en tussen 27 april en 8 juni 2017 bijna 800 slachtoffers heeft geëist in het land;
E. overwegende dat de situatie in Jemen ernstige risico's inhoudt voor de stabiliteit in de regio, met name in de Hoorn van Afrika, het gebied rond de Rode Zee en het Midden-Oosten in ruimere zin; overwegende dat Al Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) heeft kunnen profiteren van de verslechtering van de politieke en veiligheidssituatie in Jemen om zijn aanwezigheid op te voeren en het aantal en de impact van zijn terroristische aanslagen te vergroten; overwegende dat AQAP en de zogenaamde Islamitische Staat (ISIS)/Da'esh zich in Jemen hebben gevestigd en terroristische aanslagen hebben uitgevoerd waarbij honderden mensen zijn omgekomen;
F. overwegende dat de humanitaire situatie in Jemen rampzalig is; overwegende dat de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) in februari 2017 de situatie in Jemen "de ergste noodtoestand inzake voedselzekerheid in de wereld" heeft genoemd; overwegende dat het Bureau van de Verenigde Naties voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden (OCHA) in mei 2017 heeft verklaard dat 17 miljoen mensen in Jemen dringend voedselhulp nodig hebben, en dat bij 7 miljoen daarvan sprake is van een "noodtoestand wat betreft voedselzekerheid"; overwegende dat 2,2 miljoen kinderen aan ernstige acute ondervoeding lijden en er elke tien minuten een kind sterft door oorzaken die te voorkomen zijn;
G. overwegende dat bijna 90 % van de basisvoedingsmiddelen van het land ingevoerd wordt; overwegende dat het lopende conflict de commerciële invoer en de levering van humanitaire hulpgoederen naar Jemen ernstig belemmert, met name door de feitelijke blokkade van de haven van Hodeida; overwegende dat het geweld in het land en de grootschalige brandstoftekorten de binnenlandse netwerken voor voedseldistributie hebben verstoord;
H. overwegende dat verschillende landen en organisaties op de in april in Genève gehouden donorconferentie op hoog niveau voor de humanitaire crisis in Jemen wel toezeggingen hebben gedaan voor een bedrag van 1,1 miljard US-dollar, maar dat de donoren per 9 mei 2017 nog maar 18,3 % hadden betaald van de 2,1 miljard dollar aan humanitaire hulp voor Jemen waartoe de Verenigde Naties hadden opgeroepen voor 2017;
I. overwegende dat het Parlement in een eerdere resolutie heeft aangedrongen op een initiatief voor het opleggen van een wapenembargo van de EU tegen Saudi-Arabië, dit gezien het ernstige vermoeden van schendingen van het internationaal humanitair recht door dat land in Jemen en overeenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008; overwegende dat de Houthi-rebellen door Iran worden gesteund;
1. is ernstig bezorgd over de alarmerende verslechtering van de humanitaire situatie in Jemen, die gekenmerkt wordt door wijdverbreide voedselonzekerheid en ernstige ondervoeding, willekeurige aanvallen op burgers, gezondheidswerkers en hulpverleners, de vernietiging van civiele en medische infrastructuur, de aanhoudende luchtaanvallen, grondgevechten en beschietingen, ondanks de herhaalde oproepen tot een andermaal staken van de vijandelijkheden; betreurt ten zeerste dat het conflict levens geëist heeft en leed berokkent aan diegenen die bij de gevechten betrokken zijn geraakt, en betuigt zijn medeleven aan de families van de slachtoffers; bevestigt opnieuw dat het Jemen en de Jemenitische bevolking zal blijven steunen;
2. is ernstig bezorgd over het feit dat de aanhoudende luchtaanvallen en grondgevechten aan duizenden mensen het leven hebben gekost, tot ontheemding en verlies van bestaansmiddelen hebben geleid waardoor nog meer levens worden bedreigd, Jemen verder hebben gedestabiliseerd, de fysieke infrastructuur van het land hebben verwoest, instabiliteit hebben gecreëerd die wordt uitgebuit door terroristische en extremistische organisaties zoals ISIS/Da'esh en AQAP, en de toch al kritieke humanitaire situatie nog hebben verergerd;
3. veroordeelt ten zeerste alle terroristische aanvallen en het geweld tegen burgers; dringt er bij de regering van Jemen op aan om haar verantwoordelijkheden op te nemen in de strijd tegen ISIS/Da'esh en AQAP, die misbruik maken van de huidige instabiliteit; benadrukt dat alle partijen in het conflict resoluut moeten optreden tegen dergelijke groepen, wier activiteiten een ernstige bedreiging vormen voor een via onderhandelingen bereikte oplossing en voor de veiligheid in de regio en daarbuiten;
4. herinnert eraan dat er geen militaire oplossing kan zijn voor het conflict in Jemen en dat de crisis alleen kan worden opgelost door een inclusief, door Jemenieten geleid onderhandelingsproces waarbij alle belanghebbende partijen worden betrokken, met de volledige en betekenisvolle deelname van vrouwen, en dat tot een inclusieve politieke oplossing leidt; herhaalt zijn steun voor de inspanningen van de Europese Dienst voor extern optreden om een hervatting van de onderhandelingen te faciliteren en dringt er bij alle partijen bij het conflict op aan op constructieve wijze te reageren, zonder voorafgaande voorwaarden aan deze inspanningen te verbinden; benadrukt dat de uitvoering van vertrouwenwekkende maatregelen, zoals onmiddellijke stappen op weg naar een duurzaam staakt-het-vuren, een mechanisme voor een gecontroleerde terugtrekking van troepen, het faciliteren van humanitaire en commerciële toegang en de vrijlating van politieke gevangenen, essentieel is om een terugkeer naar de politieke weg te bevorderen;
5. verzoekt alle partijen met spoed een overeenkomst te bereiken over het staken van de vijandelijkheden, onder toezicht van de Verenigde Naties, als een eerste stap in de richting van het hervatten van de vredesbesprekingen onder leiding van de VN; roept ook alle internationale en regionale actoren op zich constructief op te stellen ten aanzien van de Jemenitische partijen, met het oog op een de-escalatie van het conflict en een door onderhandelingen verkregen oplossing waarbij de onafhankelijkheid, de eenheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Jemen worden geëerbiedigd; legt in dit verband de nadruk op de essentiële rol die juist de EU kan vervullen bij het faciliteren van inspanningen in de richting van een vredesproces en in de post-conflictsituatie;
6. veroordeelt met kracht de aanvallen op burgers, waaronder bombardementen, het gebruik van clustermunitie, aanvallen met raketten, granaten, scherpschuttersvuur en projectielen, het gemelde gebruik van antipersoneelmijnen, alsmede de aanvallen waarbij civiele infrastructuur, met name scholen, medische voorzieningen, woonwijken, markten, watersystemen, havens en luchthavens, wordt vernietigd; herhaalt zijn dringende oproep aan alle partijen bij het conflict om te zorgen voor de bescherming van de burgerbevolking en de eerbiediging van het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving; dringt aan op een onafhankelijk onderzoek naar alle aantijgingen van misbruik, foltering, het gericht doden van burgers en andere schendingen van de internationale mensenrechtenwetgeving en het internationaal humanitair recht; wijst erop dat het met het oog op een duurzame oplossing van het huidige conflict van cruciaal belang is ervoor te zorgen dat voor schendingen verantwoording wordt afgelegd;
7. verzoekt alle partijen bij het conflict zich in te spannen voor het wegwerken alle logistieke en financiële obstakels die de invoer en de distributie van voeding en medicijnen aan de noodlijdende burgerbevolking hinderen; dringt er met name bij de partijen op aan dat zij zorgen voor de volledige en doeltreffende werking van de voornaamste commerciële toegangspunten, zoals de havens van Hodeida en Aden; onderstreept het belang hiervan als een reddingslijn voor humanitaire steun en essentiële bevoorrading; dringt aan op de heropening van de luchthaven van Sana'a voor commerciële vluchten, zodat dringend noodzakelijke geneesmiddelen en goederen kunnen worden ingevlogen en Jemenieten die een medische behandeling nodig hebben, kunnen worden uitgevlogen;
8. is ernstig verontrust over het feit dat het conflict heeft geleid tot een toename van het aantal incidenten langs de Rode-Zeekust van Jemen, waardoor de maritieme handel in het gedrang komt; roept alle partijen op de vrijheid van scheepvaart op deze essentiële internationale scheepvaartroute te waarborgen;
9. verzoekt de Raad de naleving van het internationaal humanitair recht doeltreffend te promoten, zoals bepaald in de desbetreffende EU-richtsnoeren; herhaalt met name dat de EU de regels die zijn neergelegd in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad inzake wapenexport strikt moet toepassen; wijst op het belang van handhaving van de bestaande verantwoordingsmechanismen zoals het onderzoeksrapport van het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten en het VN-mechanisme van overzichten betreffende kinderen en gewapende conflicten;
10. dringt er bij alle partijen op aan te streven naar een verenigde en volledig functionele Centrale Bank van Jemen en benadrukt dat de internationale hulpfondsen moeten worden besteed aan de ondersteuning van de buitenlandse deviezenreserves van Jemen, om de invoer van voeding en geneesmiddelen te vergemakkelijken;
11. benadrukt het belang van eigen inbreng van plaatselijke autoriteiten en opbouw van hun vermogen tot het leveren van diensten, en van het betrekken van Jemenieten in ballingschap en internationale ngo's bij de steun aan essentiële dienstensectoren; onderstreept met name dat het dringend noodzakelijk is dat de EU en andere internationale actoren de cholera-uitbraak aanpakken en het gezondheidssysteem steunen om te voorkomen dat dit instort, onder meer door het faciliteren van de bevoorrading en de uitbetaling van de salarissen aan eerstelijns gezondheidswerkers, die een essentiële rol vervullen in de humanitaire respons;
12. verzoekt de landen en organisaties die toezeggingen hebben gedaan op de in april 2017 in Genève gehouden donorconferentie op hoog niveau voor de humanitaire crisis in Jemen, deze toezeggingen onverwijld na te komen en zich sterker in te zetten voor een door de VN gepresenteerd, volledig gefinancierd plan voor humanitaire hulp;
13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Samenwerkingsraad van de Golf, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten en de regering van Jemen.
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0066.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0270.