Ontwerpresolutie - B8-0447/2017Ontwerpresolutie
B8-0447/2017

ONTWERPRESOLUTIE over het ontwikkelen van een ambitieuze industriestrategie voor de EU als een strategische prioriteit voor groei, werkgelegenheid en innovatie in Europa

28.6.2017 - (2017/2732(RSP))

naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0319/2017
ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement

Lieve Wierinck namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0440/2017

Procedure : 2017/2732(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0447/2017
Ingediende teksten :
B8-0447/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0447/2017

Resolutie van het Europees Parlement over het ontwikkelen van een ambitieuze industriestrategie voor de EU als een strategische prioriteit voor groei, werkgelegenheid en innovatie in Europa

(2017/2732(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 173 (titel XVII) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat betrekking heeft op het industriebeleid van de EU en onder meer verwijst naar het concurrentievermogen van de industrie van de Unie,

–  gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 10 oktober 2012 met als titel "Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en economisch herstel" (COM(2012)0582),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 22 januari 2014 getiteld "Voor een heropleving van de Europese industrie" (COM(2014)0014),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 2 juli 2014 getiteld "Naar een bloeiende data-economie" (COM(2014)0442),

–  gezien het voorstel van de Commissie van 7 juni 2017 getiteld "Instelling van een industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie ter ondersteuning van het concurrentievermogen en de innovatieve capaciteit van de defensie-industrie van de EU" (COM(2017)0294),

–  gezien zijn resolutie van 15 januari 2014 over de herindustrialisering van Europa ter bevordering van concurrentievermogen en duurzaamheid[1],

–  gezien zijn resolutie van 19 januari 2016 getiteld "Naar een akte voor een digitale interne markt"[2],

–  gezien de mededeling van de Commissie getiteld "Handel voor iedereen: naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid" (COM(2015)0497),

–  gezien zijn resolutie van 1 juni 2017 over de digitalisering van de Europese industrie[3],

–  gezien de politieke beleidslijnen van voorzitter Juncker "Een nieuwe start voor Europa: agenda voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering",

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 15 december 2016,

–  gezien de conclusies van de Raad over de agenda voor het concurrentievermogen van de industrie, over de digitale transformatie van het Europese bedrijfsleven en over het pakket "Technologieën van de digitale eengemaakte markt en modernisering van overheidsdiensten",

–  gezien de conclusies van de Raad van 29 mei 2017 over een toekomstige EU-strategie voor het industriebeleid,

–  gezien de vraag aan de Commissie over het ontwikkelen van een ambitieuze industriestrategie voor de EU als een strategische prioriteit voor groei, werkgelegenheid en innovatie in Europa (O-000047/2017 – B8-0319/2017),

–  gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de industrie voor de Europese Unie een uitermate belangrijke sector is die opereert in een zeer dynamische mondiale omgeving met technologische, ecologische en sociale uitdagingen; overwegende dat de Europese industriële productie in de jaren 1990 goed was voor 36 % van de wereldproductie, maar vandaag nog slechts 24 % bedraagt, en dat het procentuele aandeel ervan blijft afnemen[4];

B.  overwegende dat er concrete maatregelen en stimulansen nodig zijn om te bewerkstelligen dat het bbp van de Unie tegen 2020 voor 20 % door de industrie wordt gegenereerd (hetgeen de EU zich tot doel heeft gesteld)[5];

C.  overwegende dat, hoewel 75 % van de waarde van de digitale economie afkomstig is van de traditionele industrie, deze laatste slechts in beperkte mate over geïntegreerde digitale technologieën beschikt, waarbij slechts 1,7 % van de Europese bedrijven optimaal gebruik maakt van geavanceerde digitale technologieën en slechts 14 % van de kmo's internet als verkoopkanaal gebruikt; overwegende dat Europa het enorme potentieel van de ict-sector moet aanboren om de industrie te digitaliseren en op mondiaal vlak concurrentieel te blijven[6];

D.  overwegende dat concurrentievermogen en investeringen in de EU voor de Europese industrie van levensbelang zijn;

E.  overwegende dat de digitalisering van de industriële productie de vraag op de arbeidsmarkt in Europa zal veranderen; overwegende dat de digitale vaardigheden in de gehele samenleving moeten toenemen om aan deze verandering in de vraag tegemoet te kunnen komen;

F.  overwegende dat tegen 2021 EUR 50 miljard beschikbaar moet worden gesteld voor de strategie ter ondersteuning van de digitalisering van de industrie, en dat dit cruciaal is voor het concurrentievermogen van de Europese economie;

1.  beklemtoont het belang van een holistische benadering, onder meer bestaand uit concrete maatregelen en acties voor de herindustrialisering van de EU, die zich richt op concurrentievermogen en duurzaamheid, nieuwe banen en inclusiviteit, en rekening houdt met de structurele transformatie van de industriesector als gevolg van de digitalisering en de opkomst van nieuwe bedrijfsmodellen;

2.  verzoekt de Commissie samen met de lidstaten een EU-strategie te ontwikkelen voor een samenhangend en alomvattend industriebeleid dat gericht is op de herindustrialisering van Europa en onder meer gebaseerd is op digitalisering (in het bijzonder de integratie van slimme technologieën en robotica in industriële waardeketens), duurzaamheid, energie-efficiëntie, en toereikende financiële middelen en hernieuwbare-energiebronnen; dringt in dit verband aan op grotere convergentie tussen de lidstaten; is van mening dat het Europees regelgevingskader het bedrijfsleven in staat moet stellen zich aan te passen aan en vooruit te lopen op deze veranderingen om bij te dragen aan nieuwe banen, groei en regionale convergentie;

3.  verwelkomt de conclusies van de Raad van 29 mei 2017, en met name het verzoek van de Raad aan de Commissie om ten laatste tegen het voorjaar van 2018 een holistische industriestrategie voor de EU voor de toekomst te formuleren;

4.  is van oordeel dat sommige Europese industrieën de internationale concurrentie beter aan zouden kunnen indien ze een bepaalde kritische massa zouden bereiken;

5.  wijst op de specifieke kenmerken van een aantal industriesectoren, met name het feit dat ze zich bezighouden met de productie van onderdelen met een levensduur tot wel 50 jaar, de grote kapitaalintensiteit, een sterke afhankelijkheid van overheidsopdrachten en de verplichting om te voldoen aan uiterst strenge normen;

6.  beklemtoont dat het voor de EU belangrijk is via herindustrialiseringsprocessen, en in het bijzonder onderzoek, Industrie 4.0 en digitalisering, een boost te geven aan de kwaliteit van Europese producten en daarmee het concurrentievermogen in Europa te vergroten;

7.  wijst er nog eens op dat het belangrijk is in het volgende meerjarig financieel kader (MFK) over voldoende financiële middelen voor de industriesector te beschikken, met name in de vorm van specifieke instrumenten en fondsen zoals de Europese Structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020, de Connecting Europe facility (CEF), het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en het KP9;

8.  benadrukt het belang van de digitalisering van de industrie om de positie van de EU als wereldleider op industrieel gebied te handhaven; verzoekt de Commissie haar ambitie om haar streefcijfer voor 2020, namelijk dat het aandeel van de industrie in het bbp van de EU dan 20 % zal bedragen, concreet te onderbouwen; benadrukt in dit verband het reshoringpotentieel van de digitalisering van de industrie door verlaging van de productiekosten;

9.  herinnert eraan dat een gunstig regelgevingskader en de opbouw van een geavanceerde Europese digitale infrastructuur essentieel zijn om de digitalisering van de industrie te stimuleren; verwacht dat alle betrokken partijen gevraagd zal worden een actieve rol te vervullen;

10.  geeft nog maar eens aan dat hulpbronnen op een meer doeltreffende en verantwoorde manier moeten worden gebruikt; is van oordeel dat het concept van de circulaire economie, met dit als doelstelling en als aanjager van innovatie, in de hele waardeketen moet worden bevorderd, en dat goede praktijken zowel in de particuliere als de publieke sector bij de actoren bekend moeten worden gemaakt en tussen hen moeten worden uitgewisseld;

11.  verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat het industriebeleid overeenstemt met het innovatiebeginsel en dat de mogelijke effecten voor onderzoek en innovatie deel uitmaken van de effectbeoordeling;

12.  beklemtoont dat de inspanningen gericht op het formuleren van een ambitieuze industriestrategie voor de EU overeen moeten stemmen met de klimaatdoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs van december 2015;

13.  onderstreept het toenemende belang van de maritieme industrie en technologieën voor blauwe groei, alsook hun potentieel om een nieuwe groeisector in Europa te worden;

14.  geeft aan dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan kmo's, alsook aan het versterken van de samenwerking tussen bestaande bedrijven, start-ups en scale-ups, in de wetenschap dat dit kan bijdragen tot de ontwikkeling van een duurzamer en concurrerender bedrijfsmodel;

15.  beklemtoont dat de industriële waardeketens in toenemende mate over heel Europa verdeeld zijn en dat EU-coördinatie daarom gerechtvaardigd en noodzakelijk is; verzoekt de Commissie om kruisbestuiving tussen de verschillende nationale initiatieven voor de digitalisering van de industrie, zoals Industrie 4.0 in Duitsland, Industrie du Futur in Frankrijk, Smart Industry in Nederland en vele andere, te bevorderen; dringt in dit verband aan op de uitwisseling van goede praktijken;

16.  benadrukt het belang van een toekomstgericht industriebeleid in de hele EU dat de Commissie in staat stelt beter op sociaal-economische ontwikkelingen in te spelen en het concurrentievermogen van industriële netwerken te waarborgen, waaronder middels een meer sectorale benadering; beklemtoont dat het om investeringen te simuleren belangrijk is de industriesector van de EU aantrekkelijk te maken;

17.  benadrukt dat concurrentievermogensclusters en hun specifieke organisatie een zeer nuttige oplossing zijn om belanghebbenden samen te brengen; verzoekt de Commissie deze clusters en hun samenwerking op Europees niveau te ondersteunen en daarbij de betrokkenheid van kmo's, onderzoekscentra en universiteiten op regionaal en lokaal niveau te waarborgen; dringt er bij de Commissie op aan platforms voor slimme specialisatie te ontwikkelen en daarbij intersectorale en interdisciplinaire contacten te bevorderen; benadrukt dat het noodzakelijk is de interregionale samenwerking te versterken om grensoverschrijdende mogelijkheden te ontwikkelen;

18.  herinnert aan het belang van samenhang in alle beleidsmaatregelen inzake onderzoek en innovatie, internationale handel, het milieu en werkgelegenheid; benadrukt het belang van de energie-unie bij de ontwikkeling van het Europese industriebeleid;

19.  beklemtoont dat fusies en verwervingen, en buitenlandse rechtstreekse investeringen door derde landen in voor de EU strategisch belangrijke industrieën een strategische risico kunnen vormen; is van mening dat de belangen van individuele investeerders niet altijd zwaarder moeten wegen dan het algemeen belang van de EU; verzoekt de Commissie een kader te ontwikkelen voor het beoordelen van fusies en verwervingen, en buitenlandse rechtstreekse investeringen door derde landen die een potentieel risico voor de strategische belangen van de EU vormen;

20.  verwelkomt het voorstel van de Commissie getiteld "Instelling van een industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie ter ondersteuning van het concurrentievermogen en de innovatieve capaciteit van de defensie-industrie van de EU", dat aansluit bij het voorstel van voorzitter Juncker om de defensiesamenwerking nieuw leven in te blazen; dringt aan op de implementatie van een daadwerkelijk geïntegreerd Europees defensiebeleid, waarvan de activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling de industriesector op termijn opnieuw tot bloei zouden kunnen doen komen;

21.  herinnert eraan dat het noodzakelijk is technische vaardigheden in het onderwijs te bevorderen via weldoordachte leerstelsels op basis van zowel academisch onderricht als praktijkopleidingen in bedrijven;

22.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.