Ontwerpresolutie - B8-0678/2017Ontwerpresolutie
B8-0678/2017

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Afghanistan

11.12.2017 - (2017/2932(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Cristian Dan Preda, Arnaud Danjean, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Sandra Kalniete, David McAllister, Dubravka Šuica, Laima Liucija Andrikienė, Elmar Brok, Daniel Caspary, Lorenzo Cesa, Michael Gahler, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Alojz Peterle, Julia Pitera, Tokia Saïfi, Jaromír Štětina namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0678/2017

Procedure : 2017/2932(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0678/2017
Ingediende teksten :
B8-0678/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8-0678/2017

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Afghanistan

(2017/2932(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien het communiqué dat op 4‑5 oktober 2016 werd uitgegeven door de conferentie over Afghanistan in Brussel,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Afghanistan, in het bijzonder die van 26 november 2015 over Afghanistan – met name de moorden in de provincie Zabul[1] en die van 13 juni 2013 over de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Afghanistan[2],

–  gezien de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 over Afghanistan,

–  gezien de verklaring van de voorzitter van de VN‑Veiligheidsraad van 14 september 2016 over de situatie in Afghanistan,

–  gezien resolutie 2210 (2015) van de VN‑Veiligheidsraad over Afghanistan,

–  gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de EDEO aan het Europees Parlement en de Raad van 24 juli 2016, "Bouwstenen voor een EU‑strategie ten aanzien van Afghanistan" (JOIN(2017)0031),

–  gezien de resultaten van de internationale conferentie over Afghanistan, die op 5 oktober 2016 in Brussel is gehouden onder medevoorzitterschap van de Europese Unie,

–  gezien het rapport van Human Rights Watch (HRW) van 13 februari 2017, getiteld "Pakistan Coercion, UN Complicity: The Mass Forced Return of Afghan Refugees",

–  gezien de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de EU en Afghanistan op 18 februari 2017, en de ratificatie daarvan door Afghanistan,

–  gezien het HRW-rapport van 2017 over de situatie in de wereld,

–  gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 oktober 2017 over Afghanistan,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Europese Unie en haar lidstaten er sinds 2002 naar streven in Afghanistan terrorisme en extremisme te bestrijden en duurzame vrede, stabiliteit en ontwikkeling te verwezenlijken;

B.  overwegende dat de EU al miljarden euro's heeft bijgedragen aan humanitaire en ontwikkelingshulp en bijstand voor Afghanistan; overwegende dat de EU en haar lidstaten samen de grootste donor voor Afghanistan zijn, met naar verwachting tot 5 miljard EUR aan steun in de periode 2017‑2020, zoals op de internationale conferentie over Afghanistan in Brussel werd beloofd;

C.  overwegende dat het verzekeren van de democratie, de mensenrechten, de rechtsstaat en goed bestuur in Afghanistan tijdens de overgangsfase en het decennium voor verandering (2015‑2024) essentieel is om een stabiele en welvarende staat tot stand te brengen;

D.  overwegende dat de endemische corruptie, het diepgewortelde nepotisme en het onvermogen van de politiek verdeelde Afghaanse regering om vorderingen te boeken met hervormingen de vooruitgang dreigen te vertragen en reeds geboekte resultaten ongedaan dreigen te maken;

E.  overwegende dat de EU vier prioritaire gebieden heeft vastgesteld, die cruciaal zijn om in Afghanistan vooruitgang te boeken: a) bevordering van vrede, stabiliteit en regionale veiligheid; b) versterking van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten en bevordering van behoorlijk bestuur en verbetering van de positie van de vrouw; c) ondersteuning van economische en menselijke ontwikkeling; d) aanpak van migratievraagstukken;

F.  overwegende dat de regering van nationale eenheid na de crisis bij de presidentsverkiezingen van 2014 geen vorderingen meer heeft kunnen maken met betrekking tot haar hervormingsagenda, met een steeds instabielere politieke situatie tot gevolg;

G.  overwegende dat als gevolg van de heroplevende taliban, Al Qaida en een recent opkomende lokale tak van Islamitische Staat (IS) in Afghanistan (ISKP, Islamitische Staat van de provincie Khorasan), samen met de terugkeer van grote aantallen Afghaanse migranten uit Pakistan naar hun thuisland, de huidige instabiliteit dreigt uit te groeien tot een conflict van grotere schaal, waardoor de regionale stabiliteit nog meer wordt bedreigd;

H.  overwegende dat volgens de speciale inspecteur-generaal van de VS voor de wederopbouw van Afghanistan (SIGAR) van januari tot en met november 2016 bij de Afghaanse strijdkrachten 6 785 doden en 11 777 gewonden zijn gevallen, en dat de VN‑missie in Afghanistan (Unama) bovendien meldt dat het aantal burgerslachtoffers in 2016 (3 498 doden en 7 920 gewonden) met 3 % gestegen is ten opzichte van het voorgaande jaar;

I.  overwegende dat de productie van papaver in Afghanistan de afgelopen jaren is toegenomen en het drugsgebruik in buurland Iran enorm hoog is geworden; overwegende dat deze illegale drugshandel door de taliban gebruikt wordt om operaties te financieren; overwegende dat de beperking of de beëindiging van deze handel voordelig zou zijn voor zowel Iran als Afghanistan; overwegende dat opium uit Afghanistan de belangrijkste grondstof is van heroïne in de EU; overwegende dat samenwerking met Iran en andere buurlanden, zoals Tadzjikistan, Turkmenistan en Oezbekistan, noodzakelijk is om de toevloed van opiaten naar de Europese markten verder te beperken;

J.  overwegende dat bepaalde bronnen melden dat Afghanistan nog tussen één en drie biljoen dollar aan onontgonnen minerale reserves heeft; overwegende dat illegale mijnbouw een groot probleem is, dat een potentiële motor voor ontwikkeling in Afghanistan tot een bron van conflict en instabiliteit dreigt te maken; overwegende dat mijnbouw de op een na grootste bron van inkomsten is voor de taliban;

K.  overwegende dat het aantal manschappen van de NAVO-missie Resolute Support van 13 000 tot 16 000 zal worden uitgebreid; overwegende dat de VS in augustus 2017 hebben besloten hun militaire aanwezigheid op te drijven in het kader van de nieuwe VS-strategie ten aanzien van Zuid-Azië;

1.  herinnert eraan dat Afghanistan verscheurd is door bijna 40 jaar conflict en oorlog, die het land heeft verwoest, meer dan een miljoen slachtoffers heeft geëist en een groot deel van de bevolking in ballingschap heeft gedwongen, waardoor het land nu in feite een mislukte staat is;

2.  benadrukt dat Afghanistan onder het talibanbewind een van de vruchtbaarste voedingsbodems is geworden voor de verspreiding van terrorisme, wat heeft geleid tot de tragische gebeurtenissen van 11 september; wijst er evenwel op dat Afghanistan sinds de interventie van de internationale gemeenschap aanzienlijke wijzigingen heeft ondergaan;

3.  herinnert eraan dat Afghanistan de laatste vijftien jaar vooruitgang heeft geboekt op het gebied van politiek, veiligheid, economie en ontwikkeling; benadrukt dat het bbp per hoofd van de bevolking vervijfvoudigd is, dat de levensverwachting met bijna 15 jaar is gestegen, en dat het aantal meisjes dat naar school gaat aanzienlijk is toegenomen ten opzichte van 2001, aangezien hun aandeel nu ongeveer 40 % van de in totaal 8 à 9 miljoen schoolgaande kinderen bedraagt; benadrukt dat niets van het bovenstaande mogelijk zou zijn geweest zonder de toewijding van de Afghaanse bevolking, de inzet van de internationale gemeenschap, en de verstrekte middelen, knowhow en medewerkers ter plaatse;

4.  onderstreept dat de behaalde vooruitgang nog erg kwetsbaar is en ongedaan kan worden gemaakt; beklemtoont dat verdere hervormingen en stabiele betrekkingen met de buurlanden nodig zijn en het vereiste niveau van veiligheid en stabiliteit gewaarborgd moet blijven om nog meer vooruitgang te boeken; betreurt dat de veiligheidssituatie in Afghanistan de afgelopen jaren is verslechterd en dat het land toenemende druk ondervindt van opstandelingen en terroristen en bijna dagelijks te kampen heeft met bomaanslagen of terreuraanslagen; onderstreept dat het verkiezingskader fragiel en de democratische instellingen kwetsbaar blijven; betreurt dat de mensenrechten, in het bijzonder die van vrouwen en kinderen, dagelijks worden bedreigd; wijst erop dat een gebrek aan infrastructuur en het stijgende aantal mensen dat uit de buurlanden naar Afghanistan terugkeert de tot dusver geboekte economische en sociale vooruitgang in gevaar brengen;

5.  brengt hulde aan de inspanningen en opofferingsgezindheid van de internationale gemeenschap, die meer dan tien jaar lang heeft gezorgd voor veiligheid in Afghanistan in het kader van de operatie Enduring Freedom en de ISAF-missie in Afghanistan, waarbij bijna 3 500 militairen het leven lieten; is ingenomen met de door de NAVO geleide missie Resolute Support, waaraan 39 landen deelnemen en die sinds 1 januari 2015 belast is met het opleiden, adviseren en ondersteunen van de Afghaanse veiligheidstroepen en instellingen; herinnert eraan dat de Afghaanse nationale veiligheidstroepen (ANSF) sinds 1 januari 2015 de volledige verantwoordelijkheid voor gevechtshandelingen van ISAF hebben overgenomen;

6.  is er vast van overtuigd dat een inclusief, door de Afghanen geleid en vormgegeven proces voor vrede en verzoening de enige mogelijke weg is naar een duurzame oplossing van het conflict; verwelkomt de Afghaanse initiatieven voor vrede, zoals het proces van Kabul inzake samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid; bevestigt de vastbeslotenheid van de EU om initiatieven te ondersteunen die resulteren in vrede, veiligheid en stabiliteit in Afghanistan;

7.  onderstreept het belang van Afghanistan voor de regionale stabiliteit; beklemtoont dat een veilig, stabiel en welvarend Afghanistan essentieel is voor vrede en stabiliteit in de hele regio; herhaalt in dit verband het belang van de regionale partners, zoals de landen van Centraal-Azië, Iran, China, India en Pakistan; spoort deze aan om constructief en onvoorwaardelijk samen te werken aan een oprecht en resultaatgericht onderhandelingsproces; spreekt zijn steun uit voor het "Heart of Asia"-proces dat in 2012 is gelanceerd in Istanbul om stabiliteit en welvaart te brengen in de regio;

8.  herhaalt dat de internationale gemeenschap zich in Afghanistan moet blijven inzetten en moet bijdragen aan de wederopbouw van het land, de ontwikkeling van zijn economie en de strijd tegen terrorisme; is in dit verband ingenomen met de verbintenissen van de internationale gemeenschap tijdens de internationale conferentie over Afghanistan in Brussel, waar ongeveer 13,6 miljard EUR aan steun tot 2020 werd toegezegd;

9.  is van mening dat het gebrek aan veiligheid en de endemische corruptie de twee grootste belemmeringen zijn voor de normale werking en ontwikkeling van Afghanistan; herhaalt dat de veiligheidssituatie in Afghanistan erop achteruitgegaan is en dat het aantal terreuraanslagen is toegenomen; is gealarmeerd door de aanhoudende territoriale expansie van de taliban en de opkomst van ISKP en doordat de terroristische groeperingen rond Al Qaida sterker zijn geworden; onderkent dat ISKP in de nabije toekomst kan uitgroeien tot de grootste bedreiging van de veiligheid in Afghanistan;

10.  spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de opkomst van ISKP als nieuwste factor waardoor het veiligheidsklimaat in Afghanistan steeds fragieler wordt; onderstreept dat ISKP niet alleen een bolwerk in handen heeft in het oosten van het land (Nangarhar), maar ook tracht zich in het noorden van het land te laten gelden met steun van de Islamitische Beweging van Oezbekistan (IMU); benadrukt dat als ISKP daarin slaagt, het gebied zal kunnen uitgroeien tot een toevluchtsoord voor buitenlandse strijders en militanten uit Irak en Syrië, nu IS in die twee landen militaire nederlagen heeft geleden;

11.  onderstreept het belang van een oprecht binnenlands verzoeningsproces; roept de EU op om actief ondersteuning te bieden bij een door de Afghanen geleide ontwapening en demobilisatie van en een re-integratieprogramma voor voormalige opstandelingen; onderstreept de noodzaak om radicalisering, extremisme en werving door terroristische organisaties te bestrijden; herinnert eraan dat stimulansen voor economische ontwikkeling en groei moeten worden geboden aan de gehele bevolking om de onderliggende oorzaken van bovenvermelde problemen aan te pakken;

12.  onderstreept dat de bestrijding van terrorisme en terrorismefinanciering van cruciaal belang is om een veiligheidsbevorderend klimaat in Afghanistan te scheppen; beklemtoont dat de capaciteiten van de Afghaanse nationale strijdkrachten en veiligheidstroepen (ANSF) moeten worden versterkt, en dat de op opleiding, advies en ondersteuning gerichte NAVO-missie "Resolute Support" hier aanzienlijk toe bijdraagt; prijst de grote opofferingsgezindheid van de ANSF, die jaarlijks zware verliezen lijden in de strijd tegen opstandelingen; herinnert eraan dat de internationale gemeenschap jaarlijks bij benadering 1 miljard USD bijdraagt om de financiering van de ANSF tot 2020 te verzekeren;

13.  veroordeelt de recente terreuraanslagen in Afghanistan, in het bijzonder de zelfmoordaanslag in de sjiitische Imam Zamanmoskee in Kabul op 20 oktober 2017 en de aanslag op het private tv-station Shamshad in Kabul op 7 november 2017; wijst erop dat ISIS/Da'esh de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor beide aanslagen; is bezorgd over de verslechterende humanitaire situatie en het hoge aantal burgerslachtoffers als gevolg van terreuraanslagen;

14.  benadrukt het belang van de samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de EU en Afghanistan, als eerste contractuele verbintenis tussen beide partijen; vertrouwt erop dat de toepassing van de overeenkomst de bilaterale betrekkingen zal versterken, evenals de samenwerking op het gebied van mensenrechten, met name de rechten van vrouwen en kinderen, de rechtsstaat, gezondheid, plattelandsontwikkeling, onderwijs, wetenschap en technologie, corruptiebestrijding, witwassen, terrorismefinanciering, georganiseerde criminaliteit en drugs, alsook de samenwerking op het gebied van migratie;

15.  ondersteunt de op 24 juli 2017 voorgestelde nieuwe EU-strategie ten aanzien van Afghanistan, waarmee wordt getracht de problemen waar Afghanistan voor staat op alomvattende wijze aan te pakken en die gericht is op de bevordering van vrede, stabiliteit en veiligheid in de regio, de versterking van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, het stimuleren van goed bestuur en empowerment van vrouwen, evenals de ondersteuning van de economische en menselijke ontwikkeling en het aanpakken van de uitdagingen met betrekking tot migratie;

16.  is verheugd dat de regering van nationale eenheid heeft toegezegd de prioriteiten van het "nationale vredes- en ontwikkelingskader voor Afghanistan" na te streven om zelfredzaam te worden, met name door minder afhankelijk te worden van buitenlandse hulp en door de bevolking economische mogelijkheden te bieden; dringt er met klem bij de regering van nationale eenheid op aan om de dringende kwesties inzake corruptie, wanbeleid, verspilling, drugshandel en veiligheid voor het volk aan te pakken;

17.  is bezorgd over het oplaaiende geweld tegen vrouwen en de schrapping van voorschriften ten behoeve van vrouwen en hun rechten in Afghanistan; roept het Afghaanse parlement en de regering van nationale eenheid op om alle wetten in te trekken die elementen van vrouwendiscriminatie bevatten en indruisen tegen de internationale verdragen die Afghanistan heeft ondertekend;

18.  roept de regeringen van Afghanistan en Pakistan op om samen te werken voor veiligheids- en terrorismekwesties, en bevordert de uitwisseling van inlichtingen en samenwerking om terroristen en extremisten aan beide kanten van de grens te bestrijden; benadrukt het probleem van de schuilplaatsen voor opstandige groeperingen in Pakistan, dat met de autoriteiten in Islamabad moet worden aangepakt;

19.  neemt kennis van de werkzaamheden van de quadrilaterale coördinatiegroep over Afghanistan, bestaande uit de VS, China, Afghanistan en Pakistan, die in december 2015 is opgericht; waardeert de stappen die tot dusver zijn gezet, met de ontwikkeling van het stappenplan ter bevordering van rechtstreekse gesprekken tussen de regering van nationale eenheid en de taliban; betreurt evenwel dat met dit streven geen tastbare vooruitgang is geboekt die leidt tot een door de Afghanen geleid en vormgegeven proces voor vrede en verzoening;

20.  herhaalt het belang van de dialoog en samenwerking met Afghanistan inzake migratie, met inbegrip van terugkeer en overname, de strijd tegen migrantensmokkel en mensenhandel; onderstreept het belang van de volledige uitvoering van de gezamenlijke koersbepaling van de EU en Afghanistan en de bilaterale afspraken met de lidstaten;

21.  is uiterst bezorgd over de explosieve stijging van het aantal intern ontheemde personen in 2016, met meer dan 653 000 nieuwe gevallen van ontheemding, wat kan leiden tot een enorme humanitaire crisis; spoort alle betrokken partijen aan om deze kwetsbare Afghanen te ondersteunen, en roept de regering van nationale eenheid op om hen te helpen re-integreren in de Afghaanse maatschappij; benadrukt dat volgens schattingen van de Afghaanse autoriteiten, VN‑organisaties en andere humanitaire organisaties meer dan 9,3 miljoen mensen tegen eind 2017 humanitaire hulp nodig zullen hebben gehad;

22.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering en het parlement van Afghanistan.