Ontwerpresolutie - B8-0684/2017Ontwerpresolutie
B8-0684/2017

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Afghanistan

11.12.2017 - (2017/2932(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Elena Valenciano, Victor Boştinaru, Ana Gomes namens de S&D-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0678/2017

Procedure : 2017/2932(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0684/2017
Ingediende teksten :
B8-0684/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0684/2017

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Afghanistan

(2017/2932(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Afghanistan,

–  gezien de conclusies van de Raad van 16 oktober 2017 over een EU-strategie voor Afghanistan,

–  gezien de gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad van 24 juli 2017 over elementen voor een strategie van de EU ten aanzien van Afghanistan (JOIN(2017)0031),

–  gezien het verslag van de secretaris-generaal van de VN van 15 september 2017 over de situatie in Afghanistan en de implicaties hiervan voor de internationale vrede en veiligheid,

–  gezien de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Afghanistan inzake partnerschap en ontwikkeling, die in februari 2017 is ondertekend en die in december 2017 voorlopig in werking is getreden,

–  gezien de door Afghanistan en de EU georganiseerde conferentie in Brussel van 5 oktober 2016,

–  gezien het indicatief meerjarenprogramma (MIP) EU‑Afghanistan 2014‑2020,

–  gezien het nationale kader voor vrede en ontwikkeling van Afghanistan,

–  gezien de in oktober 2016 ondertekende gezamenlijke koersbepaling van de EU en Afghanistan inzake migratie,

–  gezien het verslag van 12 april 2017 van de speciale VN‑rapporteur inzake de mensenrechten van intern ontheemden over zijn bezoek aan Afghanistan,

–  gezien resolutie 2344 (2017) van 17 maart 2017 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over Afghanistan,

–  gezien het verslag van de Bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Afghanistan (Unama) over corruptiebestrijding in Afghanistan, getiteld "The Other Battlefield" van april 2017,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Afghanistan wordt geplaagd door diepgewortelde politieke, economische en sociale onrust; overwegende dat de veiligheidssituatie in het land uiterst instabiel is; overwegende dat de levensverwachting laag blijft en de kindersterfte hoog; overwegende dat chronische ondervoeding, de slechte sanitaire voorzieningen en de verspreiding van besmettelijke ziekten hoog blijven;

B.  overwegende dat de Taliban de controle behoudt over grote delen van Afghanistan en zijn greep op delen van het land vergroot;

C.  overwegende dat naast de Taliban andere terroristische groeperingen, waaronder Al Qaida en Daesh, het land blijven destabiliseren; overwegende dat er de afgelopen jaren meer burgers zijn omgekomen; overwegende dat bij een terroristische aanslag in Kaboel op 31 mei 2017 150 mensen zijn gedood en 300 anderen gewond raakten;

D.  overwegende dat de Europese Unie Afghanistan zal bijstaan bij het invoeren van duurzame vrede en veiligheid, de consolidatie van de democratie, economische en sociale ontwikkeling en gelijkheid;

E.  overwegende dat de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid op 24 juli 2017 een gezamenlijke mededeling voor een strategie van de EU ten aanzien van Afghanistan hebben gepubliceerd, die gebaseerd is op de doelstellingen van de bevordering van vrede, stabiliteit en regionale veiligheid, versterking van de democratie, de rechtsstaat, mensenrechten, goed bestuur en de emancipatie van vrouwen, de ondersteuning van economische en menselijke ontwikkeling en de aanpak van uitdagingen op het vlak van migratie;

F.  overwegende dat de EU de grootste partner in de ontwikkelingssamenwerking van Afghanistan is; overwegende dat de EU en de EU‑lidstaten tijdens de conferentie in Brussel over Afghanistan van oktober 2016 5 miljard EUR van in totaal 13,6 miljard EUR hebben toegezegd aan Afghanistan voor de periode 2016‑2020; overwegende dat de EU in 2016 32 miljoen EUR aan humanitaire hulp aan Afghanistan heeft verstrekt;

G.  overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Afghanistan inzake partnerschap en ontwikkeling in februari 2017 werd ondertekend, waardoor een wettelijk kader werd gecreëerd voor de EU-steun aan het hervormingsprogramma van Afghanistan in het kader van het "decennium voor verandering (2015-2024)";

H.  overwegende dat de levensverwachting en de levensstandaard laag blijven, maar aanzienlijk zijn verbeterd de voorbije 15 jaar; overwegende dat de toegang tot basisgezondheidszorg en de toegang tot onderwijs aanmerkelijk zijn toegenomen;

I.  overwegende dat, ondanks de verbetering van de levensstandaard in de afgelopen jaren, politieke instabiliteit en stagnerende vooruitgang door de regering van nationale eenheid verdere verbeteringen in de fragiele staat belemmeren; overwegende dat het werkloosheidspercentage in Afghanistan 39 % bedraagt en meer dan 39 % van de bevolking in armoede leeft; overwegende dat er geen sprake is van aanzienlijke vermindering van de afhankelijkheid van hulp;

J.  overwegende dat vrouwen nog steeds geconfronteerd worden met talloze belemmeringen voor de volledige en veilige deelname aan het openbare leven; overwegende dat Afghanistan erg laag gerangschikt staat wat de toegang tot onderwijs voor meisjes betreft;

K.  overwegende dat de wijdverbreide corruptie een belangrijke belemmering vormt voor de rechtsstaat, goed bestuur en duurzame ontwikkeling;

L.  overwegende dat de in 2002 opgerichte Bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Afghanistan (Unama) de Afghaanse regering steunt bij haar inspanningen om vrede, de bescherming van de mensenrechten en goed bestuur te bereiken; overwegende dat het mandaat van de Unama jaarlijks door de VN-Veiligheidsraad wordt verlengd en onlangs met eenparigheid van stemmen tot 2018 werd verlengd;

M.  overwegende dat de papaverteelt voor illegale verdovende middelen de afgelopen jaren sterk is gestegen; overwegende dat de illegale drugshandel een belangrijke bron van inkomsten is voor de Taliban; overwegende dat opium uit Afghanistan de belangrijkste grondstof is van in de EU ingevoerde heroïne;

N.  overwegende dat naar schatting 1,3 miljoen mensen in Afghanistan in eigen land ontheemd zijn; overwegende dat Afghanistan wordt geconfronteerd met een ongekende toevloed van terugkerende Afghaanse onderdanen, met en zonder papieren, uit Pakistan en andere buurlanden; overwegende dat mensenrechten- en humanitaire organisaties hebben gewezen op een campagne van massale gedwongen terugkeer uit Pakistan;

O.  overwegende dat de Afghaanse nationale strijdkrachten en veiligheidstroepen (ANDSF) in 2014 de hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid hebben opgenomen;

P.  overwegende dat de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL) in Afghanistan op 31 december 2016 haar mandaat heeft beëindigd en haar activiteiten heeft overgedragen aan lokale en internationale partners;

Q.  overwegende dat Afghanistan waarschijnlijk over grote maar onderontwikkelde minerale reserves en bronnen beschikt; overwegende dat illegale mijnbouw tot conflicten en schendingen van de mensenrechten in de hele wereld leidt; overwegende dat de Taliban de winning van delfstoffen exploiteert als bron van financiering;

1.  is ingenomen met het feit dat in de gezamenlijke mededeling voor een strategie van de EU ten aanzien van Afghanistan de gedeelde doelstellingen van het bereiken van vrede, stabiliteit, veiligheid en duurzame ontwikkeling in Afghanistan algeheel worden versterkt; is ingenomen met het politieke engagement van de EU en de Afghaanse regering om op deze vlakken vooruitgang te blijven boeken;

2.  benadrukt dat vooruitgang moet worden bereikt door een door Afghanen geleid en vormgegeven politiek proces, waarbij de EU en andere internationale, multilaterale en regionale partners politieke, financiële en technische bijstand verlenen;

3.  betreurt de verslechterende veiligheidssituatie, waardoor criminele groepen zowel Afghaanse burgers als buitenlanders, onder wie humanitaire hulpverleners, kunnen ontvoeren en waardoor geweld en moorden kunnen plaatsvinden; uit zijn grote bezorgdheid over het hoge aantal terreuraanslagen en burgerslachtoffers; spreekt voorts zijn bezorgdheid uit over het feit dat de Taliban steeds meer Afghaans grondgebied controleert;

4.  veroordeelt in het bijzonder de aanvallen op ziekenhuizen en gezondheidscentra, scholen en humanitaire operaties; herinnert eraan dat het hier gaat om een ernstige inbreuk op internationaal humanitair recht;

5.  erkent de inspanningen van de Afghaanse nationale strijdkrachten en veiligheidstroepen, maar wijst erop dat zij over beperkte mogelijkheden beschikken om in Afghanistan algehele veiligheid te verstrekken; vraagt de EU en internationale actoren om technische steun en opleiding te blijven verstrekken om de veiligheidssituatie te helpen verbeteren;

6.  is ingenomen met de nadruk op de emancipatie van vrouwen en gendermainstreaming in de bijstand van de EU aan Afghanistan, met name op het feit dat 53 % van de EU‑programma's gendergelijkheid als een belangrijke doelstelling hebben; dringt er bij de Commissie en de EDEO op aan de bescherming en de emancipatie van vrouwen als prioriteit te blijven beschouwen in het engagement van de EU ten aanzien van Afghanistan;

7.  herinnert eraan dat de productie van en handel in opium in Afghanistan desastreuze gevolgen heeft voor de lokale bevolking en de algemene veiligheid van het land; benadrukt derhalve dat de productie en toevoer van opium moeten worden ingeperkt om drugshandel en de financiering van terrorisme aan te pakken; dringt er bij de EU op aan samen te werken met regionale partners ter ondersteuning van de uitvoering van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie; is ingenomen met de steun van de EU aan het programma inzake drugsbestrijding van het regionale VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding;

8.  benadrukt dat de Afghaanse regering en internationale partners inspanningen moeten blijven leveren ter ondersteuning van de creatie van banen en de voorwaarden voor stabiele en duurzame investeringen om de werkloosheid aan te pakken, in het bijzonder jongerenwerkloosheid, om radicalisering te voorkomen; is ingenomen met de toetreding van Afghanistan tot de WTO;

9.  veroordeelt de aanhoudende stroom van wapens, met inbegrip van handvuurwapens en lichte wapens, en van geïmproviseerde explosieven naar Afghanistan en met name naar terroristische organisaties; roept op tot meer samenwerking in Afghanistan en de regio om de illegale wapenhandel aan te pakken;

10.  neemt kennis van het sluiten van de gezamenlijke koersbepaling van de EU en Afghanistan inzake migratie; betreurt het gebrek aan parlementair toezicht en democratische controle over de sluiting van deze overeenkomst; betreurt ten zeerste de toenemende terugkeer van Afghaanse vluchtelingen uit Europa, aangezien Afghanistan geen veilig land is voor zijn inwoners, en nog minder voor vluchtelingen en repatrianten; benadrukt dat deportaties naar Afghanistan het leven van repatrianten ernstig in gevaar brengen, in het bijzonder van alleenstaanden zonder een netwerk van familie of vrienden in Afghanistan, die weinig kans maken om te overleven; onderstreept dat de onzekere veiligheidssituatie in Afghanistan, die door de Taliban en andere terroristische groeperingen wordt bestendigd, vluchtelingen in een vicieuze cirkel van ontheemding en overname zou kunnen doen terechtkomen; dringt erop aan dat de EU-ontwikkelingssamenwerking ten aanzien van Afghanistan niet mag worden bekeken vanuit het perspectief van migratie; herinnert eraan dat ontwikkelingshulp niet afhankelijk mag zijn van samenwerking op het gebied van migratiebeheer, maar zich moet richten op waar de nood het hoogst is en op het waarborgen van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van de vluchtelingen;

11.  is ernstig bezorgd over het feit dat het grote aantal intern ontheemden in Afghanistan tot een ernstige humanitaire crisis zou kunnen leiden; vraagt de EU alomvattende humanitaire steun en ontwikkelingshulp voor infrastructuur voort te zetten; vraagt de Afghaanse regering van de bescherming en herintegratie van intern ontheemden en vluchtelingen die naar Afghanistan terugkeren, een prioriteit te maken;

12.  betreurt de verslagen over massale gedwongen terugkeer van Afghaanse vluchtelingen uit Pakistan; spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over het aantal niet-begeleide minderjarigen die ontheemd zijn in Afghanistan en die naar het land terugkeren; dringt er bij de EU en internationale partners op aan nauw samen te werken met organisaties zoals Unicef, en de Afghaanse regering voor de bescherming van kinderen in Afghanistan en langs de migratieroutes;

13.  dringt aan op verdere maatregelen ter bestrijding van corruptie in Afghanistan, zonder de welke de inspanningen gericht op een duurzame ontwikkeling voor een inclusieve samenleving ondermijnd worden; is ingenomen met de oprichting van het Anti‑Corruption Justice Centre in Afghanistan in juni 2016; spoort de Afghaanse regering aan endemische gevestigde belangen te blijven aanpakken met hogere normen inzake transparantie in de publieke sector;

14.  is verheugd over het lidmaatschap van Afghanistan van het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën; dringt er bij de Afghaanse regering op aan de transparantie in de mijnbouwsector te verhogen en strenge eisen voor vergunningen en toezicht vast te stellen om voor een duurzame winningsindustrie te zorgen die de plaatselijke bevolking ten goede komt en niet bijdraagt aan de financiering van terrorisme;

15.  is tevreden dat na verschillende keren te zijn uitgesteld verkiezingen in Afghanistan gepland zijn voor 2018; vraagt de Afghaanse regering te zorgen voor een transparant en inclusief verkiezingsproces, meer bepaald door de Europese Unie uit te nodigen als waarnemer door middel van een verkiezingswaarnemingsmissie;

16.  benadrukt dat meer steun moet worden verleend aan maatschappelijke organisaties in Afghanistan om ervoor te zorgen dat zij volledig betrokken zijn bij de consolidatie van de democratie en de versterking van staatsinstellingen; benadrukt dat er geen sprake kan zijn van duurzame vrede en inclusieve samenleving zonder de volledige participatie van een sterk en onafhankelijk maatschappelijk middenveld;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering en het parlement van Afghanistan.