ONTWERPRESOLUTIE over de aanval van de VS op de landbouwsteun van de EU in het kader van het GLB (in de context van Spaanse olijven)
12.3.2018 - (2018/2566(RSP))
ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement
Bernd Lange, Eric Andrieu, Clara Eugenia Aguilera García, Alessia Maria Mosca namens de S&D-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0137/2018
B8‑0138/2018
Resolutie van het Europees Parlement over de aanval van de VS op de landbouwsteun van de EU in het kader van het GLB (in de context van Spaanse olijven)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorlopige besluit van het Ministerie van Handel van de Verenigde Staten, dat een invoerrecht op Spaanse olijven heeft opgelegd na te hebben geconcludeerd dat olijfproducten onder de marktprijs in de VS kunnen ingevoerd omdat de producenten van olijven in de EU subsidies krijgen,
– gezien de vraag aan de Commissie getiteld "Aanval van de VS op de landbouwsteun van de EU in het kader van het GLB (in de context van Spaanse olijven)" (O‑000006/2018 – B8‑0007/2018),
– gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het besluit om een invoerrecht met een variabel percentage op olijven van Spaanse bedrijven te heffen, is gebaseerd op het idee dat de steun die de olijfsector in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) krijgt, oneerlijke concurrentie ten aanzien van Amerikaanse producenten zou kunnen vormen;
B. overwegende dat dit besluit op onrechtvaardige en arbitraire wijze vraagtekens zet bij alle steunprogramma's voor de landbouw, en dus gevolgen heeft voor alle begunstigden van het GLB;
C. overwegende dat de Commissie herhaaldelijk heeft bevestigd dat de steunmaatregelen waarop het onderzoek met het oog op een compenserend recht betrekking heeft (basisbetalingsregeling, steun voor jonge landbouwers enz.), het prijspeil op specifieke landbouwmarkten niet verstoren en geen verstorend effect hebben op de internationale handel;
D. overwegende dat de gewraakte GLB-maatregelen niet productspecifiek zijn en dus geen aanleiding vormen tot het nemen van compenserende maatregelen krachtens artikel 2 van de overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inzake subsidies en compenserende maatregelen;
E. overwegende dat het GLB via diverse hervormingen zo is veranderd dat de meeste steunmaatregelen zijn aangepast aan de WTO-criteria voor de "groene doos" en thans zo is opgezet dat het volledig in overeenstemming is met de WTO-overeenkomsten;
F. overwegende dat indien deze tarieven permanent worden, de economische impact op de Spaanse olijfproducenten over de komende vijf tot tien jaar volgens de olijfsector tussen 350 miljoen EUR en 700 miljoen EUR zal liggen;
G. overwegende dat ook de VS in de landbouw ruimschoots gebruikmaken van subsidies uit de "groene doos";
H. overwegende dat de aangekondigde maatregelen tot een spiraal van handelsrepresailles aan weerszijden van de Atlantische Oceaan dreigen te leiden; overwegende dat dit uiteindelijk de producenten in zowel de EU als de VS zou schaden; overwegende dat deze escalatie WTO-overeenkomsten die al geruime tijd van kracht zijn en die na zorgvuldig onderhandelen tot stand zijn gekomen, in gevaar brengt;
1. verzoekt de autoriteiten van de VS de maatregelen in te trekken en weer een van beide zijden constructieve aanpak te gaan volgen op dit gebied, in het wederzijds belang van de burgers van beide continenten;
2. verzoekt de Commissie de krachten te bundelen met de Spaanse autoriteiten om de bedrijven die het doelwit zijn van deze agressieve protectionistische maatregel te beschermen;
3. vraagt de Commissie alle nodige stappen te ondernemen om het steunsysteem van het GLB, dat door de "groene doos" van de WTO wordt gelegitimeerd, te verdedigen, zowel op bilateraal niveau als in de WTO;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de autoriteiten van de Verenigde Staten.